Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
week 2 les 1 meewerkend voorwerp
Lezen
Start alvast je laptop op, die heb je tijdens de les nodig.
timer
5:00
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lezen
Start alvast je laptop op, die heb je tijdens de les nodig.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
- leerdoelen van vorige week kort herhalen
- nieuw leerdoel doornemen
- instructie
- zelfstandig werken
- afsluiter
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen herhalen. (pv, ow, gez, lv)
- Mijn moeder heeft de bloemen in de vaas gezet.
- Sara wil graag slagroom op haar appeltaart.
- Denise showde haar moeder haar nieuwe kleren.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel van vandaag.
Ik kan het meewerkend voorwerp in de zin herkennen.
Slide 4 - Tekstslide
Het meewerkend voorwerp
Slide 5 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan.
Het meewerkend voorwerp geeft aan
aan of voor wie
iets is.
Slide 6 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iemand die
meewerkt
met het onderwerp. Het meewerkend voorwerp
ontvangt
iets.
Leon geeft een cadeau
aan Emma.
Let op! Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Slide 7 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp met 'aan'
Een meewerkend voorwerp kan beginnen met 'aan' of 'voor', maar dat hoeft niet altijd.
Als 'aan' of 'voor'
niet
niet voor het meewerkend voorwerp staat, kan het vaak worden toegevoegd.
Ik geef de klas instructie. - Ik geef aan de klas instructie.
Slide 8 - Tekstslide
Is dit een meewerkend voorwerp?
'We willen een cadeaubon kopen
voor de trainer
.'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 9 - Quizvraag
Is dit een meewerkend voorwerp?
Hij geeft al zijn geld
aan arme mensen
.
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 10 - Quizvraag
Is dit een meewerkend voorwerp?
'Heeft de docent
jou
een voldoende gegeven?'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 11 - Quizvraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje.
Zij heeft het mij toch verteld.
Slide 12 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Zij heeft hem het nieuwtje al verteld.
Slide 13 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Heb je voor mij ook een blikje meegebracht?
Slide 14 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan een streepje
Ik hang mijn schilderij aan de muur.
Slide 15 - Open vraag
Zelfstandig werken
- Maak het werkblad en kijk het na.
- Maak een puzzel in je werkboek of ga op
www.cambiumned.nl/zinsdelen/
oefenen.
- Afsluiter: kijken of je het leerdoel behaald hebt via blooket. Het gaat alleen over het meewerkend voorwerp.
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
meewerkend voorwerp
September 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Mei 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
meewerkend voorwerp
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4