3: tekstdoelen en tekstsoorten les 2

Wat is het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Dat wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
D
Waar de tekst vandaan komt.
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Dat wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
aansporen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel?
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen tekstdoel?
A
Instructies geven
B
Bekritiseren
C
Amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN tekstdoel?
A
Informeren
B
Onderwijzen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
B
De schrijver wil informatie geven (informeren)
C
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel van de volgende teksten??

Slide 12 - Tekstslide

amuseren
is een strip

Slide 13 - Tekstslide

activeren
is een advertentie

Slide 14 - Tekstslide

informeren
is een nieuwsbericht in de krant

Slide 15 - Tekstslide

informeren
is een stukje uit een schoolboek

Slide 16 - Tekstslide

overtuigen
is een review

Slide 17 - Tekstslide

acitveren
is een uitnodiging

Slide 18 - Tekstslide

instrueren
is een recept

Slide 19 - Tekstslide

informeren
is een nieuwsbericht
Sleep de tekstdoelen naar de juiste teksten. Je houdt er 2 over.
Amuseren
Activeren
Informeren
Waarschuwen
Overtuigen
Adviseren
Instrueren

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Nieuw Nederlands
blz. 24 opdr. 3 blz. 25 opdr. 4 blz. 25 opdr. 7

Klaar? Nakijken met nakijkboekjes
Daarna iets voor jezelf
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben we alle doelen behaald?

Ik ken de vijf tekstdoelen 
Ik kan voorbeelden geven bij een bepaald tekstdoel.

Wat is nog moeilijk?
Wat gaat al goed?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Verder met tekstdoelen.

Zorg dat je donderdag je leesboek bij je hebt!! 
We hebben dan voor het eerst leesuur.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies