Woordenschat h4 de tegenstelling

H4 Woordenschat
Een tegenstelling zoeken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 Woordenschat
Een tegenstelling zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling theorie
Als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst, dan pas je een woordraadstrategie toe.
Je kent deze woordraadstrategieën al:
  • Synoniem
  • Omschrijving/betekenis
  • Voorbeeld


Slide 2 - Tekstslide

Aantekening H4 Woordenschat
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn, noem je “tegenstellingen”.

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening H4 Woordenschat
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn, noem je “tegenstellingen”
Mooi – lelijk

vrolijk – bedroefd

prijzig - goedkoop

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening H4 Woordenschat
Een tegenstelling herken je aan de volgende woorden:
  • maar
  • echter
  • toch
  • daarentegen

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
Je krijgt een aantal zinnen te zien.
Eerst noteer je aan welk woord je kunt zien dat er een tegenstelling is.
Daarna noteer je welke woorden het tegenovergestelde van elkaar zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zin?

Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.

Slide 7 - Open vraag

Welk woord is de tegenstelling van "traag"?

Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.

Slide 8 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zin?

Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.

Slide 9 - Open vraag

Welk woord is de tegenstelling van "inademt"?

Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.

Slide 10 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.

Slide 11 - Open vraag

Welk woord is de tegenstelling van "maximaal"?

Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.

Slide 12 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.

Slide 13 - Open vraag

Welk woord is de tegenstelling van "identiek"?

De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.

Slide 14 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.

Slide 15 - Open vraag

Welk woord is de tegenstelling van "vergroten"?

Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.

Slide 16 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.

Slide 17 - Open vraag

Welk woord is de tegenstelling van "permanent"?

Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.

Slide 18 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Mijn buurjongetje is echt niet sympathiek. Zijn vader is echter wel aardig.

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent "sympathiek"?

Mijn buurjongetje is echt niet sympathiek. Zijn vader is echter wel aardig.

Slide 20 - Open vraag

Tot slot
Je krijgt nog een aantal uitdrukkingen met een tegenstelling. Schrijf het juiste woord erachter.

Slide 21 - Tekstslide

Door dik en …….

Slide 22 - Open vraag

Met vallen en ……..

Slide 23 - Open vraag

Van top tot...….

Slide 24 - Open vraag

Na veel plussen en ......

Slide 25 - Open vraag

Als water en ...............

Slide 26 - Open vraag

Zelf aan de slag
Jullie gaan nu zelfstandig aan het werk.
bladzijde 102 - 105
opdracht 1 t/m 7

Tot het einde van de les.

Slide 27 - Tekstslide