thema 5 bassistof 8 Dominant en recessief

Deze les:
  • Opstarten

  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
Deze les:
Leerdoel
  • Je kunt beschrijven wat dominant en recessief betekenen
  • Je kunt omschrijven wat homozygoot en heterozygoot betekenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
  • Opstarten

  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
Deze les:
Leerdoel
  • Je kunt beschrijven wat dominant en recessief betekenen
  • Je kunt omschrijven wat homozygoot en heterozygoot betekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Opstarten

  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
Lezen paragraaf 8
blz 160 en 161

Slide 2 - Tekstslide

Chromosomenparen & Genenparen
Je hebt chromosomen in paren. 1 van je vader en 1 van je moeder. 
Maar dus ook genenparen; 
Het gen van de vader en het gen van de moeder vormen samen een genenpaar.

Slide 3 - Tekstslide

Homozygoot & Heterozygoot
  • Per eigenschap heb je 2x informatie op het gen staan -> allelen
  • Is deze informatie gelijk, dan ben je homozygoot voor deze eigenschap. (gen B)
  • Is deze informatie op het gen ongelijk, dan ben je heterozygoot voor deze eigenschap (gen A)


Slide 4 - Tekstslide


2 dezelfde allelen              2 verschillende allelen

Slide 5 - Tekstslide

Dominant of Recessief
  • Het gen dat het sterkst is, bepaalt welke eigenschap jij krijgt. 
  • Dat gen noem je dominant. bijv. haarkleur zwart is dominant over blond.
  • De eigenschap die niet zichtbaar wordt, noem je recessief.  


Slide 6 - Tekstslide

Gensymbolen
Eigenschappen (bijv. haarkleur) benoem je met een letter. 
Dominante eigenschappen krijgen een HOOFDLETTER
(A)
Recessieve eigenschappen krijgen een kleine letter
(a)

2 dezelfde letters - homozygoot (- AA of aa)
2 verschillende letters - heterozygoot (- Aa)

Slide 7 - Tekstslide

Dominant of Recessief
Wanneer iemand het dominante gen A heeft, zal deze persoon zwart haar hebben. we noteren dit als:
  • A = zwart haar = dominant
  • a = blond haar = recessief

Ook als hij heterozygoot (Aa) is heeft hij zwart haar. 
Het gen voor zwart haar is Dominant

Slide 8 - Tekstslide

Gensymbolen (genotype)
Als je homozygoot bent voor deze eigenschap heb je dus:
- of AA (fenotype zwart haar)   - of aa (fenotype blond haar)




Als heterozygoot heb je dan:  - Aa (fenotype zwart haar)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)

-Wat is het genotype van een cavia met lang haar?
A
RR
B
rr
C
Rr

Slide 11 - Quizvraag

Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)

-Welke genotypes kan een cavia met kort haar hebben?
A
RR of Rr
B
rr of Rr
C
Rr

Slide 12 - Quizvraag

Deze les:
  • Opstarten

  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
De volgende les
huiswerk:
opgave 1 t/m 3
paragraaf 8

Slide 13 - Tekstslide