Les 5 extra oefeningen.

Extra oefeningen
Berekenen resultaat (winst/verlies)
Berekenen Break-even afzet + omzet
Berekenen btw

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Extra oefeningen
Berekenen resultaat (winst/verlies)
Berekenen Break-even afzet + omzet
Berekenen btw

Slide 1 - Tekstslide

a. Hoe bereken je de bruto winst?
b. Hoe bereken je de netto resultaat?

Slide 2 - Open vraag

Resultaat berekenen.
afzet x verkoopprijs = omzet
afzet x inkoopprijs    = inkoopwaarde v.d. omzet -
                                              Bruto winst
                                              Variabele kosten -
                                              Constante kosten -
                                              Netto winst/verlies

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt 317 Goelies ingekocht voor €2,30 ps. Die heb je verkocht voor een prijs van €5,13 ps. Aan reclame heb je €75,- uitgegeven. Je had €430,- aan variabele kosten en nog €735,- aan constante kosten. Wat was het verkoopresultaat?

Slide 4 - Open vraag

Je hebt 435 Quakies ingekocht voor €3,15 ps. Die heb je verkocht voor een prijs van €7,98 ps. Aan reclame heb je €100,- uitgegeven. Je had €430,- aan variabele kosten en nog €735,- aan constante kosten. Wat was het verkoopresultaat?

Slide 5 - Open vraag

Je hebt 850 Silleputys verkocht voor €14,35 ps. Je had 1000 Silleputys ingekocht voor €6,15 ps. Je constante kosten zijn €3500,- Je variable kosten zijn €1235,- en je had nog €250,- advertentiekosten. Wat is je verkoopresultaat?

Slide 6 - Open vraag

a. Hoe bereken je de break-even afzet?
b. Hoe bereken je de break-even omzet?

Slide 7 - Open vraag

Break-even afzet & omzet
Omzet - kosten = €0,00

afzet x verkoopprijs = afzet x inkoopprijs - constante kosten

x.vp = x.ip - ck


Slide 8 - Tekstslide

Je verkoopt Quakies voor €9,35 ps. Je hebt ze ingekocht voor €3,05. Je constante kosten zijn €9.450,-.
A. Hoe groot is de break-even afzet?
B. Hoe groot is de break-even omzet?

Slide 9 - Open vraag

Je verkoopt Goelies voor €8,15 ps. Je hebt ze ingekocht voor €4,30 p.s. Daarnaast had je nog €0,75 inkoopkosten ps. Je constante kosten zijn €8.000,-.
A. Hoe groot is de break-even afzet?
B. Hoe groot is de break-even omzet?

Slide 10 - Open vraag

btw berekeningen
Consumentenprijs: verkoopprijs x (1+%) = inclusief btw
v.b. 21% : €950,- x 1,21 = €1149,50
Verkoopprijs (exclusief btw) = consumentenprijs : (1+%)
v.b. 21%: €1149,50 : 1,21 = €950,-

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de consumentenprijs van een wasmachine met een verkoopprijs van €750,- bij een tarief van 21% btw?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de verkoopprijs van een zak aardappelen van €7,98 bij een tarief van 9% btw?

Slide 13 - Open vraag

Mac Donalds verkoopt de Big Tasty voor €7,35. Hoeveel bedraagt de btw die de consument heeft betaald?

Slide 14 - Open vraag

Kees heeft een nieuwe auto gekocht voor €25.980,- Hoeveel btw heeft hij betaald?

Slide 15 - Open vraag

Als het goed is kun je nu:
Het resultaat (winst/verlies) berekenen.
 Break-even afzet + omzet berekenen.
Berekeningen met  btw maken.


Dit komt zeker in het proefwerk voor.

Slide 16 - Tekstslide