P1_5_start_betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Schrijfvaardigheid - betoog

vwo 6

Planning

• Theorie betoog
• Opdracht

Waar denk je aan bij een betoog?

Theorie betoog (1)

• Overtuigen: je publiek overtuigen van een bepaald standpunt

Theorie betoog (2)

• Je noemt argumenten die jouw mening verdedigen;
  
  
• Je gebruikt ook tegenargumenten;
  
  
• Je hebt minimaal een weerlegging

Tekststructuur

Bij een betoog gebruik je de volgende tekststructuur:

• argumentatiestructuur

Duidelijkheid

• Licht alles toe met duidelijke voorbeelden
• Gebruik feiten en cijfers
• Gebruik bronnen en vermeld die

Opbouw van een betoog

Titel

• is NIET je stelling
• geen punt erachter
• geeft aan of je voor of tegen een onderwerp bent

Inleiding

Eerste alinea

• aandacht trekken
  anekdokte
  voorbeeld
  geschiedenis
  actualiteit 
  belang voor de lezer
• originele openingszin 

Tweede alinea

• Onderwerp introduceren
  probleemstelling
  verschijnsel 
  vraag
  dilemma 
   
• eindig met je stelling
• GEEN ARGUMENTEN!

Middenstuk

• minimaal 3 argumenten vóór 
  
• 1 tegenargument met een weerlegging
  
  
• onderbouw alles met bronnen!

Slot

• vooral een conclusie
• terugkomen op stelling
• kort herhalen van argumenten vóór
• eindig met een uitsmijter (pakkende zin)
• geen nieuwe informatie

Opdracht

• Lees de tekst op blz. 10-11 over op fast fashion.
• Zoek zelf nog minimaal 2 bronnen
• Gebruik het bouwplan (blz . 3)
• Schrijf een betoog van minimaal 400 woorden
• Verwijs in en onder de tekst volgens APA (scribbr)
• Inleveren via SOM