Werking van ademhalingsstelsel

Werking van ademhalingsstelsel
Uitleggen hoe de gaswisseling in de longen en de weefsels plaats vindt
Beschrijven hoe de ademhaling gereguleerd wordt en hoe de ademhalingsbewegingen verlopen
Beschrijven welke longfunctiewaarden de belangrijkste informatie over de longfunctie geven.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werking van ademhalingsstelsel
Uitleggen hoe de gaswisseling in de longen en de weefsels plaats vindt
Beschrijven hoe de ademhaling gereguleerd wordt en hoe de ademhalingsbewegingen verlopen
Beschrijven welke longfunctiewaarden de belangrijkste informatie over de longfunctie geven.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je onthouden
van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het ademhalingsstelsel
Je voert in groepjes de opdracht werking van het ademhalingsstelsel uit.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het ademhalingsstelsel
Lichaamscellen hebben energie nodig voor hun levensonderhoud en het verrichten van specifieke taken.
Energie ontstaat door verbranding
Voor een goede verbranding is brandstof nodig, die in het lichaam meestal glucose genoemd wordt.
Bij verbranding is verder nog zuurstof nodig.
Het koolzuurgas dat bij verbranding als afvalstof vrijkomt, adem je uit.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling in de longen (1)
In je longen wordt zuurstof (O2) opgenomen uit de lucht en koolzuurgas (ofwel kooldioxide (CO2) afgegeven aan de lucht.
Dit gebeurt in de longblaasjes. De longblaasjes hebben een zeer dunne wand.
https://youtu.be/innge2faZrs (filmpje Juf Danielle)


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling (2)
De zuurstof die je opneemt doordat je inademt (inademing=inspiratie), bindt zich aan de hemoglobine in de rode bloedcellen
Het in de longen afgegeven koolzuurgas adem je uit (uitademing = expiratie) aan de lucht
De uitwisseling van koolzuurgas noem je ook wel ventilatie.
Het uitwisselen van zuurstof heet oxygenatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is oxygenatie?
A
Uitwisselen van koolzuurgas
B
Uitwisselen van zuurstof
C
In longen afgeven van koolzuurgas

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel keer haalt een volwassene gemiddeld ademhaling in rust?

Slide 8 - Woordweb

Antwoord:
12-18 keren
Regulatie ademhaling
Je kunt twee soorten ademhaling onderscheiden: de ademhaling van een persoon en de ademhaling van een cel.
In rust haal je ongeveer 12 tot 18 keer per minuut adem, dit noem je de ademhalingsfrequentie. Bij inspanning neemt de frequentie toe. Hoe komt dit? 


Slide 9 - Tekstslide

Antwoord; Je lichaam heeft dan meer zuurstof nodig. 
Verlengde merg
Ademen is een proces dat wordt aangestuurd vanuit het ademcentrum in het verlengde merg. 
Deel onwillekeurige ZS


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekopdracht (De docent kan jou vragen dit uit te leggen)
Je ademcentrum is een onderdeel van je onwillekeurige ZS. Dit centrum regelt de diepte en snelheid van je ademhaling. Zoek op hoe deze ventilatiebehoefte van je lichaam werkt. 
Gebruik in elk geval de termen:
(longblaasjes - in-uitademen - Ph-graad)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de hoeveelheid koolzuurgas laag, dan remt het ademcentrum je ademhaling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt de DAADWERKELIJKE gaswisseling plaats?
A
longblaasjes
B
luchtpijp
C
bloed

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diffusie:
Gaswisseling is gebaseerd op diffusie. Dat is het transport van stoffen op basis van verschil in concentratie van stoffen
(Van hoge naar lage concentratie)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diffusie snelheid
Wordt bepaald door:
  • diffusieoppervlak
  • diffusieafstand
  • concentratieverschil tussen zuurstof en koolzuurgas

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inademen
Inademen is een actief proces. Je brengt actief in borstwand beweging. Dit doe je door twee acties.
Je plat je middenrif af
Je tilt je ribben op.
Je middenrif (diafragma) is een gespierde plaat die je borstholte scheidt van je buikholte.
Er is sprake van buikademhaling als je buik bij een inademing naar voren gaat.
Er is sprake van borstademhaling als je vooral je borst bij een inademing omhoog gaat.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitademen is een passief proces. Als je je ademhalingsspieren ontspant, vergroot of verkleint je borstholte dan?
A
Vergroot
B
Verkleint

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Longfunctie (1)
De gemiddelde hoeveelheid lucht die je inademt, is ongeveer 500ml en noem je het adem(teug) volume.
Ongeveer de helft van de ingeademde lucht blijft achter in de dode ruimte. Dit is de ruimte in je luchtwegen waar geen gaswisseling is. Zoals in je neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, hoofdbronchiën, bronchiën en bronchiolen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longfunctie (2)
Lucht die je na een normale inademing nog extra kunt inademen, noem je inspiratoir reservevolume.
Alle lucht die je na een normale uitademing nog extra kunt uitademen, noem je expiratoir reservevolume.
De vitale capaciteit hangt af van je geslacht, leeftijd, lengte en lichamelijke conditie.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vitale
capaciteit?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maak ter afronding van deze les: 
De zelftoets in Thieme
Linkjes staan op its-learning, bij wat gaan we doen deze les. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies