N: T6 Gerundio 2 02/13

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Objetivos (leerdoelen)
Al finalizar la clase podré...
 Aan het einde van de les, Ik...
  • Conjugar verbos en presente contínuo/ Vervoeg werkwoorden in gerund
  • Escribir oraciones con gerundio/ Schrijf zinnen in gerundium

Slide 3 - Tekstslide

Les inhoud
Filmpje
opdracht 1: klokkijken 
opdracht 2: rooster tijd aflezen
Luistervaardigheid: 10 liedjes fragmenten
Quiz

Hoy
  1. Repaso del contenido
     Inhuid beoordeling
2. Práctica guiada  
     Begeleide oefening
3. Práctica independente
    Onafhankelijke oefening
4. Evaluación 
    formatieve beoordeling

Slide 4 - Tekstslide

Welke tijd wordt gebruikt om over routines en algemene waarheden te praten?
A
pretérito imperfecto
B
gerundio
C
presente indicativo
D
futuro

Slide 5 - Quizvraag

Welke tijd gebruik je om over lopende acties te praten?
A
presente indicativo
B
gerundio
C
futuro
D
pretérito indefinido

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de gerundium van werkwoorden die eindigen op -ar?
A
iendo
B
ido
C
ado
D
ando

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de gerundium van werkwoorden die eindigen op -er en -ir?
A
iendo
B
ido
C
ado
D
ando

Slide 8 - Quizvraag

¿Cuál es el gerundio del verbo 'despertar'?
A
despertar
B
despertiendo
C
despertando
D
despierto

Slide 9 - Quizvraag

¿Cuál es el gerundio del verbo 'beber'?
A
bebando
B
bebiendo
C
bebendo
D
beber

Slide 10 - Quizvraag

¿Cuál es el gerundio del verbo 'salir'?
A
salen
B
salir
C
salando
D
saliendo

Slide 11 - Quizvraag

Escribe el gerundio del siguiente verbo: jugar

Slide 12 - Open vraag

Escribe el gerundio del siguiente verbo: hacer

Slide 13 - Open vraag

Escribe el gerundio del siguiente verbo: abrir

Slide 14 - Open vraag

Zij is aan het ontbijten.
A
Estoy almorzando.
B
Ella está desayunando.
C
Ellos están desayunando.
D
Él está cenando.

Slide 15 - Quizvraag

Ik ben aan het lezen.
A
Estoy escribiendo.
B
Está leyendo.
C
Estamos trabajando.
D
Estoy leyendo.

Slide 16 - Quizvraag

Traduce la siguiente oración al neerlandés: Nosotros estamos desayunando.

Slide 17 - Open vraag

Traduce la siguiente oración al neerlandés: Ella está viendo televisión.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

RESPUESTAS

Slide 20 - Tekstslide

Gerundio de verbos reflexivos

Ella ___(despertarse)
A
te estás despertando
B
se está despertando
C
me estoy despertando
D
se están despertando

Slide 21 - Quizvraag

Gerundio de verbos reflexivos

Daniel ____ (vestirse)
A
te estás vistiendo
B
nos estamos vistiendo
C
me estoy vistiendo
D
se está vistiendo

Slide 22 - Quizvraag

Gerundio de verbos reflexivos

Yo ____ (acostarse)

Slide 23 - Open vraag

Gerundio de verbos reflexivos

Él ____ (dormirse)

Slide 24 - Open vraag

Práctica Independiente
FOLLETO DE ESPAÑOL
p. 46 y 47
Ejercicios B y C

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

REVISIÓN
Folleto de español 
p. 46 y 47

Slide 26 - Tekstslide

¿Qué está haciendo ella?

Slide 27 - Open vraag

¿Qué están haciendo ellos?

Slide 28 - Open vraag

¿Qué está haciendo ella?
(levantarse)

Slide 29 - Open vraag

¿Qué está haciendo él?
(verstirse)

Slide 30 - Open vraag

Práctica Independiente
FOLLETO DE ESPAÑOL
p. 48
Ejercicio D

timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide


Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 
Lesdoel 1: Conjugar verbos en presente contínuo/ Vervoeg werkwoorden in gerund
110

Slide 32 - Poll


Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 
Lesdoel 2: Escribir oraciones en gerundio/ Schrijf zinnen in gerundium
110

Slide 33 - Poll

N: T6 Gerundio 2 02/13

Slide 34 - Tekstslide