§1.1 Het belang van de landbouw deel 2

§1.1 Het belang van de landbouw deel 2

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.1 Het belang van de landbouw deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • LessonUp kennisvragen (klassikaal)
  • Uitleg paragraaf + filmpje
  • Start met maken opdrachten 1.1: 2, 3, 4, 5 en 7 (blz. 13 en 14)
  • Morgen opdracht (combinatie)cijfer
  • Einde
timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Volgens de definitie die voor landbouw gebruikt wordt gaat landbouw om:
A
alle activiteiten van grond tot mond
B
alle activiteiten die door boeren worden verricht
C
alle activiteiten in de akkerbouw en veeteelt

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat Nederland op de wereldwijde ranglijst van landbouw export?
A
1ste!
B
2de
C
13de
D
25ste

Slide 5 - Quizvraag

Welk soort landbouw zou dit kunnen zijn?
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Tuinbouw
D
Bosbouw

Slide 6 - Quizvraag

Actoren in de landbouw zijn: boeren, agribusiness, overheden en internationale organisatie
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag


Wat zijn de 4 soorten landbouw?
A
akkerbouw - tuinbouw - fruitteelt en bosbouw
B
gemengde landbouw - veeteelt -tuinbouw en kunstbouw
C
tuinbouw, bosbouw, veeteelt en gemengde landbouw
D
akkerbouw, veeteelt, bosbouw en tuinbouw

Slide 8 - Quizvraag

Wat is agribusiness?
A
Alle landbouwbedrijven gezamenlijk.
B
Alle landbouwbedrijven en bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren.
C
Bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is schaalvergroting bij een varkensbedrijf?
A
De plattegrond van het bedrijf wordt op een grotere schaal getekend
B
Het huis van het bedrijf wordt groter
C
Er worden meer dieren gehouden op hetzelfde bedrijf
D
Er komen meer bedrijven in één gebied

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent specialisatie in de landbouw?
A
Het zich toeleggen op een bepaalde productie
B
Het produceren voor de lokale markt
C
Het produceren voor eigen gebruik
D
Het produceren van alles

Slide 11 - Quizvraag

Van grond tot mond

Slide 12 - Tekstslide

Het boerenleven in het verleden

Tot begin jaren 1960 productie vooral voor lokale markt.
veel gemengde bedrijvengrondgebonden landbouw
veeteelt in dienst van de akkerbouw → hoge zelfvoorzieningsgraad


 

Slide 13 - Tekstslide

Het boerenleven tot begin jaren 1960

Oprichting Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957

Doelen?
  • Voldoende voedsel
  • Boeren inkomenszekerheid

Slide 14 - Tekstslide

Landbouw in de 21e eeuw
  • Van grondgebonden landbouw naar niet-grondgebonden landbouw - klimaat speelt steeds minder grote rol
  • Grote investeringen voor innovatie
  • Veel concurrentie

Slide 15 - Tekstslide

Landbouw in de 21e eeuw
  • Overgang naar duurzamer produceren en consumeren
  • Veel onzekerheid voor boeren
  • Afname boerenbedrijven
  • Financiële steun vanuit de Europese Unie door middel van subsidies

Slide 16 - Tekstslide

Avondshow van 20 september 2022

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de slag!
- Lees §1.1 en 1.2 (heb je nodig voor morgen in de les, dan presenteer je in een groepje)
- Gezamenlijk met opdracht 'open en gesloten grenzen (september) een cijfer in voorgangsdossier

- Beoordelingscriteria:
Grondigheid van onderzoek en analyse
Duidelijke presentatie van bevindingen
Samenwerking binnen de groep
Kritische evaluatie van de impact op schaalvergroting, subsidies en verduurzaming in de Europese landbouwsector (vanuit landbouwbeleid)

Slide 19 - Tekstslide