Een werkwoord heeft verschillende vormen. Een daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt). Bij de spelling van die persoonsvorm ga je uit van de ik-vorm
Slide 9 - Tekstslide
De ik-vorm vinden
De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan.
kijken, vinden, dromen, zeggen, blijven, kiezen
Slide 10 - Tekstslide
De persoonsvorm tt schrijven
Samen het schema invullen.
Zorg dat het schema altijd in je boek zit.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
Per groep 1 placemat
Je vult in het rijtje de juiste vorm in van de werkwoorden op het bord
Op mijn teken draai je het blad een kwartslag en kijk je elkaars werk na