NaSk1 jaar 3 - Les 43: Elektriciteit herhaling

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:




 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:




 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Leerboek en werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood








Startopdracht:








Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Leerboek en werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood








Startopdracht:







Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine





Startopdracht:






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lesdoelen
  • Herhaling H3
  • Practicum
  • Huiswerk
  • Afsluiting


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tentamen H3 + H4 + H5

Dus NIET H1

Dinsdag 9 juli

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kent H3 voor de proefwerkweek

















































Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 8 - Tekstslide

Nu absenties
Herhaling: Stroomkring
1. Spanningsbron
2. Draadjes
3. Gebruiker, bijvoorbeeld:
  • Lampje
  • Computer
  • Strijkijzer
4. Spanningsbron


Open of gesloten stroomkring

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

stroomkring met schakelaar
gesloten stroomkring

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen die bij het tekenen van een schakeling gebruik worden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serie-schakeling                            Parallel-schakeling                                              

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltmeter

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ampèremeter

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

elektrische weerstand
Weerstand bepaalt hoe makkelijk stroom ergens door heen gaat. 

Hoe groter de weerstand hoe moeilijker de stroom er door heen kan. 

Geleider heeft kleine weerstand, isolator een grote weerstand. 

Weerstand meet je met een multimeter
Weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een tosti-apparaat heeft een stroomsterkte van 6,5 A. de spanning is 230V. Bereken de weerstand van het tosti apparaat. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • I = 6,5 A          U = 230 V
  • Weerstand (R)  
  •  R = U : I 
  •  R = 230 : 6,5 = 35,5 
  •  De weerstand is 35,5 Ω

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watt is vermogen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Vermogen is het energieverbruik per seconde verbruikt 

De afkorting voor vermogen is de hoofdletter van het Engelse woord voor vermogen, power.
 
De eenheid van vermogen is  watt (W).

1 kilowatt (kW) = 1000 W 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een wasmachine is aangesloten op het lichtnet (230V). de stroomsterkte door de wasmachine is 13,3 A. Bereken het vermogen van de wasmachine. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • U = 230 V             I = 13,3 A 
  • Vermogen P =?
  •  P = U x I
  •  P = 230 x 13,3 = 3059
  • Het vermogen is 3059 W

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiegebruik bereken
Het energiegebruik hangt af van het vermogen en de tijd. Het energiegebruik bereken je met de volgende formule: 
E=Pt
E = energiegebruik in kilowattuur (kWh)
P = vermogen in kilowatt (kW)
t = tijd in uren (h)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheid
Symbool
Eenheid
afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Capaciteit
C
ampere-uur
Ah
Weerstand
R
ohm
Ω
Vermogen
P
Watt
W
Energie
E
Kilowattuur
kWh
Rendement
n
procent
%
Vul tabel aan:  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening Energiegebruik: 
Klaas-Jan gebruikt zijn oven met een vermogen van 3500W voor 90 min. Bereken het energie gebruik van de oven. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • P = 3500 W = 3,5 kW             T = 90 min = 1,5 h 
  • Energiegebruik E = ?
  •  E = P x t
  • E = 3,5 x 1,5 = 5,25
  • Het energiegebruik is 5,25 kWh

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum

Groepjes van 2

Ga met z'n 2en zitten en maak eerst het schakelschma.
Als deze goed is kun je naar de materialen gaan.









timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS

Maak de opdrachten over elektriciteit op het opdrachtenblad

- Niet klaar? Huiswerk
5minuten ZS









timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS

Maak opdracht 16, 18, 21, 24, 27 op pagina 99
- Niet klaar? Huiswerk

10 minuten ZS

KAHOOT??







timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • In welke toestand komt water in de atmosfeer voor?
  • Hoe ontstaan wolken?
  • Hoe ontstaat neerslag?
  • Wanneer valt de neerslag?
  • Wanneer sneeuwt of hagelt het?

















































Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies