Gastles Natuur, Leven en Technologie C

• Natuur, Leven en Technologie
• Basisschool
• Groep 7,8

Revius Wijk?

Gastles  Natuur, Leven en Technologie

Welke vakken hebben te maken met de natuur?

Wat gaan we doen?

Proefje: vloeistoftoren

Stukje uitleg over dichtheid. 

Maar eerst de voorbereiding!

Jassen aan!

Welke materialen gaan we gebruiken?

Druppelflesje                 Reageerbuisje                Reageerbuisrek

Zinken, zweven, drijven?

Je hebt een aantal vloeistoffen in druppelflesjes. 

Je gaat ze op volgorde van dichtheid in het reageerbuisje druppelen. De 'zware' vloeistoffen eerst, de 'lichtste' als laatste. 

Druppel zoveel mogelijk in het midden van de buis, anders blijven de eerste vloeistoffen plakken aan de rand. 

Volg de instructies op je werkblad en beantwoord de vragen. 

Welke stoffen?

1. Stroop

2. Water

3. Afwasmiddel

4. Olie

5. Spiritus

Wat hebben we gezien?

Verklaring

Alle stoffen bestaan uit hele kleine deeltjes, die noemen we moleculen. 

Dit glas water bestaat bijvoorbeeld uit heel veel watermoleculen. 

Dichtheid

Bij een stof met een hoge dichtheid zitten de moleculen dichter op elkaar. 

Bij een stof met een lage dichtheid zitten de moleculen minder dicht op elkaar. 

Modellen van fases

Op het niveau van de moleculen ziet het oplossen van suiker er zo uit. Je ziet dat de moleculen van de suiker tussen de watermoleculen gaan zitten. 

Demo 1, vaste stoffen in vloeistoffen

Dichtheid

IJzer = 7,9 g/cm³

Hout = 0,7 g/cm³

Water = 1,0 g/cm³

Zinken -> Dichtheid van ijzer is groter dan dichtheid van water

Zweven -> Dichtheid van een vis is gelijk aan dichtheid van water

Drijven -> Dichtheid van hout is kleiner dan dichtheid van water

Demo 2, zout water in zoet water

Onder water vissen

Zout water rivieren

Asterix en Obelix

Denk nog eens terug naar de eerste slide met Asterix en Obelix. 

Bespreek met elkaar hoe het kan zijn dat Obelix blijft drijven in de Dode Zee.