Uiteenzetting les 9


Nederlands
Uiteenzetting schrijven
les 9

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Uiteenzetting schrijven
les 9

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les...

... hebben we de belangrijkste kenmerken van de uiteenzetting herhaald.
... hebben we herhaald hoe je verwijst naar bronnen.
... heb je bronnen verzameld (en misschien: al geprint en ingeleverd)

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les... 
... heb jij je bronnen ingeleverd.
... weet je hoe jij je voor kunt bereiden op de toets.
... weet je hoe je informatie uit bronnen in je eigen woorden kunt verwerken.

Slide 3 - Tekstslide

Bronnen inleveren

1. Leg je bronnen op je tafel.
2. Staat op iedere pagina bovenaan je naam? Zo niet: nog even toevoegen!
2. Blijf zitten tot de docent bij je komt. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiden op de toets
  • Lees je bronnen goed door en bedenk hoe je de informatie in je eigen   woorden zou vertellen. 
  • Leer de theorie in de lessen in LessonUp.
  • Bekijk de beoordelingsmatrix (zie studiewijzer).
  • Bekijk het format bouwplan (zie studiewijzer). Zorg dat je weet hoe dit   moet worden ingevuld. 
  • Bekijk de voorbeeldbouwplannen (zie studiewijzer)
  • Bekijk de documenten om te bekijken en te leren (zie studiewijzer)

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiden op de toets

Denk vooraf na over:
- je deelonderwerpen / tekststructuur
- je hoofdgedachte
- je kernzinnen 


Slide 6 - Tekstslide

In je eigen woorden schrijven
Stap 1: lezen
Lees het deel van de bron dat je wilt gebruiken. Leg de bron weg.

Stap 2A: schrijven
Schrijf de belangrijkste woorden die je hebt onthouden op. Maak met behulp daarvan je eigen zinnen over het onderwerp. Check daarna of de woorden niet letterlijk overeenkomen met de woorden in de bron. Je kunt ze altijd vervangen door een synoniem.

Slide 7 - Tekstslide

In je eigen woorden schrijven
Stap 2B: vertellen
Wat ook heel goed werkt is om aan iemand in je omgeving te vertellen wat je hebt gelezen. Door te vertellen zul je sneller je eigen woorden kiezen. Is er niemand beschikbaar, spreek dan de voice recorder van je telefoon in. Meteen nadat je de inhoud verteld hebt, schrijf je dit uit. Blijf zo dicht mogelijk bij hoe je het verteld hebt.

Slide 8 - Tekstslide

In je eigen woorden schrijven
1. Verander de volgorde van de informatie in de zinnen. Wijzig de zinsstructuur.
Bijvoorbeeld eerst oorzaak dan gevolg (als in de bron eerst het gevolg en dan de oorzaak wordt genoemd).
Ik kwam te laat op school, omdat ik me had verslapen. Deze zin kun je veranderen in: Ik had me verslapen en kwam dus te laat op school.
Ander voorbeeld:
Als twee landen economische belangen delen... 
Wanneer door twee landen economische belangen worden gedeeld…






Slide 9 - Tekstslide

In je eigen woorden schrijven
2. Gebruik synoniemen
Je kunt altijd een aantal woorden of zinsdelen vervangen door synoniemen.
Voorbeeld: In plaats van 'angst' schrijf je 'vrees'.  

3. Verspreid de informatie over meerdere zinnen.
Verdeel een lange zin in meerdere zinnen. Het tegenovergestelde kan ook: als de oorspronkelijke tekst uit twee zinnen bestaat, kun je de informatie combineren in één zin.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1 & 2: Informatie in eigen woorden verwerken
Je oefent met het in eigen woorden verwerken van informatie uit bronnen. Je doet dit stap voor stap. 

Onderwerp: herkomst van het woord doping
Over het ontstaan van het woord doping doen twee verhalen de ronde:  
- Deelonderwerp 1: herkomst uit Amerika
- Deelonderwerp 2: herkomst uit Zuid-Afrika

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1: Informatie in eigen woorden verwerken
Stap 1: Je leest de informatie uit deze bron over de herkomst van het woord doping (= link). 
Lees het deel over de herkomst uit Amerika. 
'Het eerste verhaal...de doop verbood'

Stap 2: Noteer de woorden die je hebt onthouden.

Stap 3: Maak hiermee je eigen zinnen.


timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1: Informatie in eigen woorden verwerken
Stap 4: 
Lees de informatie uit de bron nog een keer. Bekijk welke 
zinnen en woorden nog meer in eigen woorden moeten worden verwerkt.

  • Welke zinnen kun je van zinsstructuur/zinsvolgorde veranderen?
  • Welke woorden kun je vervangen door synoniemen?
  • Welke informatie kun je over meerdere zinnen verspreiden? Welke   informatie kun je samenvoegen in één zin?

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2: Informatie in eigen woorden verwerken
Stap 1: Je leest de informatie uit deze bron over de herkomst van het woord doping (= link). 
Lees het deel over de herkomst uit Zuid-Afrika. 
'Het tweede verhaal ... vertaalden als 'dope'.

Stap 2: Noteer de woorden die je hebt onthouden.

Stap 3: Maak hiermee je eigen zinnen.


timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2: Informatie in eigen woorden verwerken
Stap 4: 
Lees de informatie uit de bron nog een keer. Bekijk welke 
zinnen en woorden nog meer in eigen woorden moeten worden verwerkt.

  • Welke zinnen kun je van zinsstructuur/zinsvolgorde veranderen?
  • Welke woorden kun je vervangen door synoniemen?
  • Welke informatie kun je over meerdere zinnen verspreiden? Welke   informatie kun je samenvoegen in één zin?

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide