Is het getal enkelvoud of meervoud? Is het eerste, tweede of derde persoon? Staat het in de verleden of de tegenwoordige tijd?
1. Hij schildert, enkelvoud, derde persoon, tegenwoordige tijd
2. Mijn oma's dansen, meervoud, derde persoon, tegenwoordige tijd
3. Jij liep, enkelvoud, tweede persoon, verleden tijd
4. Ik teken, enkelvoud, eerste persoon, tegenwoordige tijd