M&M online H3

informatie zoeken op internet 
je wilt informatie op internet opzoeken. Dat kun je doen met een zoekmachine. Jij typt in wat je zoekt en de zoekmachine gaat voor jou aan het werk. Een zoekmachine is een programma dat voor jou zoekt. 
Op het internet kun je informatie zoeken over alles en iedereen. 
Je kunt ook zoeken naar:
landkaarten, foto's en filmpjes. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&MVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

informatie zoeken op internet 
je wilt informatie op internet opzoeken. Dat kun je doen met een zoekmachine. Jij typt in wat je zoekt en de zoekmachine gaat voor jou aan het werk. Een zoekmachine is een programma dat voor jou zoekt. 
Op het internet kun je informatie zoeken over alles en iedereen. 
Je kunt ook zoeken naar:
landkaarten, foto's en filmpjes. 

Slide 1 - Tekstslide

waar denk jij aan bij zoeken op internet
vul minimaal 8 dingen in.

Slide 2 - Woordweb

wat wil jij op internet zoeken?
noem 3 dingen

Slide 3 - Open vraag

zoekmachines 
op het internet staat heel veel informatie. dat maakt zoeken moeilijk. Waar staat wat jij zoekt? zoekmachines helpen je met zoeken. 
bijvoorbeeld: je wilt meer weten over fotografie. 
De zoekmachine heeft een pagina met een zoekbalk. 
In de zoekbalk typ je wat jij zoekt. bijvoorbeeld: Fotografie. 
De zoekmachine zoekt dan naar websites waar iets over fotografie staat. 
Je ziet een lijst met websites over fotografie. 

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn veel zoekmachines. Een bekende zoekmachine is Google. 
Je kunt ook dingen zoeken op sociale netwerken. bijvoorbeeld op Twitter. 

Slide 5 - Tekstslide

Waar zoek jij wel eens iets op?
klik aan
A
Yahoo!
B
Google
C
Youtube
D
Insta

Slide 6 - Quizvraag

zoekopdracht
een zoekmachine weet niet wat jij zoekt. jij moet eerst een opdracht geven. 
Een zoekopdracht bestaat uit een of meer woorden. 
We noemen dat zoekwoorden of zoektermen. 
Denk na voor je gaat zoeken. 
Wat wil je weten? waarover wil je iets weten?
het antwoord op je vraag is een of meer woorden. met deze woorden ga je zoeken. Bijvoorbeeld: je wilt weten hoe je een trui breit. De zoekwoorden zijn trui breien. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke zoekwoorden gebruik je:
Het telefoonnummer van de dokter.

Slide 8 - Open vraag

Welke zoekwoorden gebruik je:
Wat is het grootste zoogdier?

Slide 9 - Open vraag

Welke zoekwoorden gebruik je:
Hoe je een brood bakt.

Slide 10 - Open vraag

Welke zoekwoorden gebruik je:
Waar je leuke schoenen koopt

Slide 11 - Open vraag

Schrijf op wat je zelf op zou zoeken op internet.
daarna schrijf je op welke zoekwoorden je dan gebruikt.

Slide 12 - Open vraag

typ de zoekwoorden van de vorige opdracht in google.
Welke site staat dan bovenaan?

Slide 13 - Open vraag

gericht zoeken
meestal typ je maar 1 of 2 woorden in als je iets wilt zoeken. 
dat lijkt handig, maar dat is het vaak niet. je krijgt heel veel verschillende websites. En je moet dan zelf maar kiezen welke website je nodig hebt. 
Denk daarom eerst na. Wat wil je precies weten?
en stel dan een gerichte vraag. 

Slide 14 - Tekstslide

voorbeeld
je wilt weten hoe je planten kweekt. 
Je typt in: planten kweken. je krijgt heel veel verschillende websites. 
Daarom ga je gerichter zoeken. 
Dus vraag: Wat voor plant wil ik kweken? Bijvoorbeeld: sla 
stel nu een gerichte vraag. bijvoorbeeld hoe kweek ik zelf sla op het balkon?
je krijgt dan websites die beter passen bij jouw vraag. 

Slide 15 - Tekstslide

kies de meest gerichte zoekvraag bij het onderwerp:
cake
A
Cake bakken
B
Hoe bak je een cake
C
Zelf een chocoladecake bakken

Slide 16 - Quizvraag

kies de meest gerichte zoekvraag bij het onderwerp:
Utrecht
A
Dagje naar Utrecht gaan
B
Naar Utrecht gaan
C
Een dagje Utrecht voor kinderen.

Slide 17 - Quizvraag

kies de meest gerichte zoekvraag bij het onderwerp:
Cursus
A
Een online cursus diëtiste volgen.
B
een cursus volgen.
C
Zelf thuis een cursus volgen.

Slide 18 - Quizvraag

bedenk over welk onderwerp je meer wilt weten en schrijf dat onderwerp hier onder op

Slide 19 - Open vraag

wat wil je over het onderwerp weten. schrijf dat zo precies mogelijk op.

Slide 20 - Open vraag

zoekresultaten
Je wilt informatie zoeken op internet. 
Wat doe je? je typt zoekwoorden in op een zoekmachine. 
Wat krijg je? een lijst met websites. Deze websites zijn jouw zoekresultaten.
Een zoekresultaat bestaat uit 3 dingen 
1. Trefwoorden uit de informatie op de website
2. het internetadres van de website.
3. de eerste regels van de tekst die op de website staat. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke drie websites zijn er gevonden in de zoekopdracht van de vorige slide?

Slide 24 - Open vraag

je wilt een antwoord op de vraag: hoe verzorg ik mijn hond? Welke website kies jij? en waarom?

Slide 25 - Open vraag

telen 
Opleiding
opknappen
collega

monteur
schoon

Technicus
Repareren
verbouwen
hygiënisch
studie
medewerker

Slide 26 - Sleepvraag