GL 3H CH1 gram D - 2

Les objectifs du cours

  • Je kunt het bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les objectifs du cours

  • Je kunt het bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Le programme

  • Bijvoeglijk naamwoord: hoe zat het ook alweer?

  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord

  • Travailler


Slide 2 - Tekstslide

Voor we naar het Frans gaan..
Wat is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands?

Slide 3 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 4 - Quizvraag

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 5 - Quizvraag

De vorm van het bijv.nw
Wat valt je op aan het Nederlandse bijvoeglijk naamwoord?

De jongen is groot
Het meisje is groot
De jongens zijn groot
De meisjes zijn groot

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt je op aan de Franse vorm?

Le garçon est grand
La fille est grande
Les garçons sont grands
Les filles sont grandes

Slide 7 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
De standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud:                                     grand
Vrouwelijk enkelvoud:    + e                              grande
Mannelijk meervoud:      + s                              grands
Vrouwelijk meervoud:    + es                            grandes

Slide 8 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 13 - Open vraag

Correct ou incorrect:

Elle a une grand maison.
A
correct
B
incorrect

Slide 14 - Quizvraag

Correct ou incorrect:

Nous avons deux chats gris.
A
correct
B
incorrect

Slide 15 - Quizvraag

Correct ou incorrect:

Il aime son T-shirt verte.
A
correct
B
incorrect

Slide 16 - Quizvraag

Dit heb ik vandaag geleerd:

Slide 17 - Woordweb