PRV 1.3.7

Professionele Vaardigheden


Les 12
Periode 3
Leerjaar 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Professionele Vaardigheden


Les 12
Periode 3
Leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les

Presentaties over de verschillende culturen gehad: 
Goed gedaan!


Slide 2 - Tekstslide

  1. Primaire preventie: Voorkómen van ziekte
  2. Secundaire preventie: Vroeg opsporen van ziekten/aandoeningen of risicofactoren
  3. Tertiaire preventie: Voorkomen van complicaties/ verergering
Lesindeling week 1.3.12
  1. Welkom + Rapid (5 min.)
  2. Vorige les 
  3. Lesindeling en Leerdoelen (5 min.)
  4. Theorie Voorlichting (25 min.)
  5. Afsluiting en huiswerk (5 min.)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kunnen jullie: 
  • Uitleggen op welke manier een voorlichting met behulp van de voorlichtingspijl vormgegeven kan worden.
  • Minimaal 4 punten benoemen die essentieel zijn voor het geven van een goede voorlichting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voorlichting?
  1. Patiënten zo goed mogelijk te leren omgaan met hun gezondheidsprobleem.
  2. Bevorderen van therapietrouw.
  3. Verminderen van angst of ongerustheid.
  4. Zelfmanagement bevorderen.
  5. Gedragsverandering.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene punten 
Waar moet je altijd op letten bij een voorlichting?
  • Vraag ALTIJD de NAW-gegevens na!
  • Stem jouw taalgebruik af op de patiënt, maar gebruik ALTIJD 'u'
  • Let op jouw non-verbale communicatie en die van de patiënt
  • Neem voldoende tijd en rust
  • Controleer of de patiënt jou begrijpt
  • Vraag door (indien nodig)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met voorlichtingspijl
  1. Openstaan
  2. Begrijpen
  3. Willen
  4. Kunnen
  5. Doen
  6. Blijven doen
  7. Doel behaald (gedragsverandering) 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 stappen van voorlichting
1. Doel van het gesprek bepalen
2. Bereidheid tot veranderen uitvragen 
  • Wat is de motivatie van de patiënt?
3. Wat zijn de voor- en nadelen van het veranderen? 
  • Wat zijn gevolgen als je je niet aanpast?
4. Belemmeringen bespreken 
  • Belemmeringen in het aanpassen van gedrag/volgen van advies
5. Conclusie en acties bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Mevrouw Jansen is 23 jaar en heeft regelmatig last van bloedneuzen. Nu het winter is, is het bijna elke dag wel raak. Ze komt bij jou voor advies.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1: Doel van het gesprek
Doen: 
  • Patiënt uit de wachtkamer halen.
  • Kijk hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).

Voorbeeldzinnen/-vragen:
  • 'Goedemorgen mevrouw Jansen, fijn dat u er bent. Mag ik voordat we beginnen uw geboortedatum noteren? Dan weet ik zeker...'
  • 'Ik begreep dat u kwam voor... klopt dat?'
  • 'We hebben in principe 10 minuten de tijd, is dat voor u geschikt/in orde/voldoende?'
  • 'U komt dus voor... kunt u mij daar iets meer over vertellen?'

Slide 10 - Tekstslide

Als de patiënt al zelf dingen vertelt, dan weet je het doel vaak al en dan krijg je ook inzicht in het taalgebruik en de kennis van de patiënt. 
2. Bereidheid tot veranderen
Doen:
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.

Voorbeeldzinnen/-vragen: De patiënt heeft jou net informatie gegeven over de klacht/vraag waar hij/zij mee komt.

  • 'Dus als ik u goed begrijp, wil u graag..., klopt dat?' (vat het samen en koppel het terug)

Klopt het niet of is de informatie voor jou niet volledig, vraag dan door!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probeer het eens!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Voor- en nadelen 
Doen: 
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.

Voorbeeldzinnen/-vragen: In dit stuk van de voorlichting geef je de informatie waar de patiënt om vraagt en behandeld je eventuele voor- en nadelen. 

  • Houd de informatie zo eenvoudig mogelijk
  • Biedt ruimte voor vragen en emoties (laat pauzes vallen en praat niet aan één stuk door)
  • Wees eerlijk: 'Het kan lastig zijn voor patiënten om..., hoe kijkt u hier tegenaan?'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek eens op...
Je weet wat mevrouw Jansen graag wil en welke informatie zij zoekt. Zoek deze informatie op, zodat je haar een korte uitleg kunt geven in begrijpelijke taal.
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Belemmeringen
Doen: 
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.

Voorbeeldzinnen/-vragen: In dit stuk van de voorlichting ga je onderzoeken of de patiënt iets kan/wil doen met jouw adviezen. 

  • Geef een korte samenvatting: 'Een belangrijke veroorzaker van... is dus...)
  • Bespreek de opties inclusief gevolgen en eventuele alternatieven: 'Wat u hier zelf aan zou kunnen doen, is....', 'Denkt u dat u hier iets mee kunt/dat u dit zelf kunt', 'Ziet u dit zitten?', 'Waarom wel/niet?', 'Wat vindt u hiervan?', 'Hoe kijkt u hier tegenaan?' 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laat maar zien!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Conclusies en acties
Doen:
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.
  • Geef informatie mee op papier

Voorbeeldzinnen/-vragen: 
  • Heeft de patiënt nog vragen?
  • Welke afspraken maken jullie/is er een vervolgafspraak nodig? 
  • Welk vangnet biedt je de patiënt? 'Mochten er thuis toch nog vragen naar boven komen...' of 'Mochten uw klachten toch nog...'

Slide 17 - Tekstslide

Controleer of alles duidelijk is!
Huiswerk
Casus inleveren voor controle (als je dit nog niet gedaan hebt)
Werken aan de eindopdracht
Maken en opnemen van voorlichting

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Professionele Vaardigheden


Les 12
Periode 3
Leerjaar 1

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les

Stappen doorlopen van voorlichting inclusief voorbeeldzinnen en voorbeeldvragen.


Slide 20 - Tekstslide

  1. Primaire preventie: Voorkómen van ziekte
  2. Secundaire preventie: Vroeg opsporen van ziekten/aandoeningen of risicofactoren
  3. Tertiaire preventie: Voorkomen van complicaties/ verergering
Lesindeling week 1.3.13
  1. Welkom + Rapid (5 min.)
  2. Vorige les (5 min.)
  3. Lesindeling en Leerdoelen (5 min.)
  4. Vervolg Voorlichting (25 min.)
  5. Uitleg HIS/SOEP/ICPC (30 min.)
  6. Zelf aan de slag (15 min.)
  7. Afsluiting en huiswerk (5 min.)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kunnen jullie: 
  • Uitleggen op welke manier een voorlichting met behulp van de voorlichtingspijl vormgegeven kan worden.
  • Vertellen wat er bedoeld wordt met de afkortingen HIS, SOEP en ICPC en op welke manier deze afkortingen in de praktijk terug komen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1: Doel van het gesprek
Doen: 
  • Patiënt uit de wachtkamer halen.
  • Kijk hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).

Voorbeeldzinnen/-vragen:
  • 'Goedemorgen mevrouw Jansen, fijn dat u er bent. Mag ik voordat we beginnen uw geboortedatum noteren? Dan weet ik zeker...'
  • 'Ik begreep dat u kwam voor... klopt dat?'
  • 'We hebben in principe 10 minuten de tijd, is dat voor u geschikt/in orde/voldoende?'
  • 'U komt dus voor... kunt u mij daar iets meer over vertellen?'

Slide 23 - Tekstslide

Als de patiënt al zelf dingen vertelt, dan weet je het doel vaak al en dan krijg je ook inzicht in het taalgebruik en de kennis van de patiënt. 
2. Bereidheid tot veranderen
Doen:
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.

Voorbeeldzinnen/-vragen: De patiënt heeft jou net informatie gegeven over de klacht/vraag waar hij/zij mee komt.

  • 'Dus als ik u goed begrijp, wil u graag..., klopt dat?' (vat het samen en koppel het terug)

Klopt het niet of is de informatie voor jou niet volledig, vraag dan door!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Voor- en nadelen 
Doen: 
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.

Voorbeeldzinnen/-vragen: In dit stuk van de voorlichting geef je de informatie waar de patiënt om vraagt en behandeld je eventuele voor- en nadelen. 

  • Houd de informatie zo eenvoudig mogelijk
  • Biedt ruimte voor vragen en emoties (laat pauzes vallen en praat niet aan één stuk door)
  • Wees eerlijk: 'Het kan lastig zijn voor patiënten om..., hoe kijkt u hier tegenaan?'

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Belemmeringen
Doen: 
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.

Voorbeeldzinnen/-vragen: In dit stuk van de voorlichting ga je onderzoeken of de patiënt iets kan/wil doen met jouw adviezen. 

  • Geef een korte samenvatting: 'Een belangrijke veroorzaker van... is dus...)
  • Bespreek de opties inclusief gevolgen en eventuele alternatieven: 'Wat u hier zelf aan zou kunnen doen, is....', 'Denkt u dat u hier iets mee kunt/dat u dit zelf kunt', 'Ziet u dit zitten?', 'Waarom wel/niet?', 'Wat vindt u hiervan?', 'Hoe kijkt u hier tegenaan?' 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Conclusies en acties
Doen:
  • Blijf kijken hoe de patiënt erbij zit (wat vertelt hij/zij jou al non-verbaal?).
  • Houdt de overige non-verbale communicatie in de gaten.
  • Geef informatie mee op papier

Voorbeeldzinnen/-vragen: 
  • Heeft de patiënt nog vragen?
  • Welke afspraken maken jullie/is er een vervolgafspraak nodig? 
  • Welk vangnet biedt je de patiënt? 'Mochten er thuis toch nog vragen naar boven komen...' of 'Mochten uw klachten toch nog...'

Slide 27 - Tekstslide

Controleer of alles duidelijk is!
Bij de huisarts
Werk je met het HIS:
  • Huisartsen Informatie Systeem
  • Komt in verschillende vormen (kijk maar tijdens de stage...)
  • Bevatten alle gegevens van de patiënt
      -> Elektronisch Patiënten Dossier (EPD)

Slide 28 - Tekstslide

Er zijn verschillende vormen van HIS, maar deze hebben wel overeenkomende onderdelen
Zoek eens op...
Wat voor andere namen/soorten van het HIS zijn er behalve Medicom?

Wat kun je allemaal met het HIS?
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen HIS
  • Patiëntenkaart: NAW-gegevens, verzekering, BSN nummer etc.
  • Journaal van de patiënt: voor consulten/visites 
      * SOEP-notatie
      * ICPC-codes
  • Behandelepisoden: Episode Gericht Registreren (EGR)
  • Laboratoriumuitslagen
  • Correspondentie met andere zorgverleners
  • Ruiters

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de SOEP-codering?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

SOEP-Codering
SOEP-Codering: In het Journaal van de patiënt (ziektegeschiedenis)

  • Subjectief: Informatie van de patiënt zelf (bijv. klachten)
  • Objectief: Feitelijke informatie (bijv. uitslag onderzoek)
  • Evaluatie: Wat is de diagnose?
  • Plan: Wat gaat er nu gebeuren/wat is er afgesproken of geadviseerd?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld voor SOEP
Mevrouw de Hoop komt aan de balie met urine. Zij heeft buikpijn, moet vaak plassen en heeft pijn bij het plassen. Jij onderzoekt de urine en de urinestick geeft aan ERY++, nitriet POS. 

In overleg met de arts wordt de diagnose 'Urineweginfectie' gesteld en krijgt zij een kuur Furabid (2 dd 100 mg voor 5 dagen). Drie dagen na het stoppen van de kuur moet mevrouw haar urine weer langsbrengen voor controle.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOEP registratie
S: Mw. brengt urine, heeft pijn bij het plassen, buikpijn en moet vaak kleine beetjes plassen

O: Urinestick -> ERY ++, Nitriet POS

E: Urineweginfectie

P: Kuur Furabid 100 mg, 2 dd, 5 dagen, 3 dagen na eindigen kuur opnieuw controle.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOEP registratie
S: Mw. brengt urine, heeft pijn bij het plassen, buikpijn en moet vaak kleine beetjes plassen

O: Urinestick -> ERY ++, Nitriet POS

E: Urineweginfectie

P: Kuur Furabid 100 mg, 2 dd, 5 dagen, 3 dagen na eindigen kuur opnieuw controle.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ICPC Codes
ICPC: International Classification of Primary Care
  • Standaard voor coderen en indelen van klachten, symptomen en aandoeningen bij de huisarts.
  • Elke E-regel moet een ICPC Code krijgen (soms ook de S-regel)
  • Hoofdletter voor de hoofdgroep (om welk orgaan/onderdeel gaat het?)
  • Twee cijfers voor verheldering (symptomen, behandeling, diagnose etc.)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Ga zelf op zoek naar de ICPC code voor mevrouw De Hoop. 
  • Wat is de ICPC code voor een urineweginfectie?

En als je verder kijkt...
  • Welke hoofdletter hoort bij de hart- en vaatziekten?
  • En bij psychische problemen?
  • Welke code krijgt een depressie?
  • En welke code krijgt de partner die het moeilijk vindt om met de ziekte van zijn/haar vrouw om te gaan?
timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

U71
K
P
P76
Z14

Voorlichting oefenen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
In tweetallen: 
  • Zoek informatie op over hooikoorts (bijvoorbeeld zie thuisarts.nl).
  • Werk samen deze voorlichting uit met behulp van de behandelde stappen en de voorlichtingspijl
  • Als je het gesprek uitgewerkt hebt, komt deze in het portfolio
  • Daarnaast voer je het gesprek uit en je neemt deze op in TEAMS
  • Lever de opname in voor de volgende les, zodat je hier eventueel nog feedback op kunt krijgen voor de miniproeve 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Werken aan de eindopdracht
Maken en opnemen van voorlichting

Het portfolio moet voor vrijdag 9 april zijn ingeleverd op CumLaude. 
  • De filmpjes graag per mail.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies