Maandag 5 december 2022

Maandag 5 december 2022
08.30 - 09.10 uur 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur Woordenschat
Nieuwe woorden thema Uiterlijk
12.40 - 13.30 uur 
Sinterklaas

10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 -14.20uur
Sinterklaas
10.30  - 11.20  uur  
disk Zelfstandig werken thema Uiterlijk
11.20 - 12.10 uur
lezen: Hoe doe je dat?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maandag 5 december 2022
08.30 - 09.10 uur 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur Woordenschat
Nieuwe woorden thema Uiterlijk
12.40 - 13.30 uur 
Sinterklaas

10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 -14.20uur
Sinterklaas
10.30  - 11.20  uur  
disk Zelfstandig werken thema Uiterlijk
11.20 - 12.10 uur
lezen: Hoe doe je dat?

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je eigen boek

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Uiterlijk.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Tekstslide

de tegenstelling
  • een groot verschil tussen 2 mensen;
  • een groot verschil tussen 2 dingen;
  • Zin: Mijn vader houdt niet van winkelen, maar mijn moeder vindt het heel erg leuk. Dat is een tegenstelling.
  • Zin: Ik wil op vakantie bij het strand zijn. Mijn man wil naar een museum. Dat is de tegenstelling tussen ons.

Slide 4 - Tekstslide

het ideaalbeeld
  •  de perfecte vorm van iets;
  • jouw droombeeld;
  • hoe jij iets of iemand perfect vindt;
  • het is een mening. Voor iedereen kan het ideaalbeeld anders zijn.
  • Zin: Het ideaalbeeld van mijn man is iemand met lang, blond haar.

Slide 5 - Tekstslide

het dieet

  • de regels die zeggen wat je wel of niet mag eten;
  • Soms doe je een dieet om kilo's af te vallen;
  • soms doe je een dieet omdat het van de dokter moet;
  • Zin: Eigenlijk moet ik het dieet volgen. Dat is beter voor mijn gezondheid.
  • Zin: In dit dieet mag je alleen maar fruit eten.

Slide 6 - Tekstslide

bedreigen

  • werkwoord: ik bedreig, hij bedreigt, wij bedreigen;
  • een gevaar voor iemand zijn;
  • Zin: De man is boos en bedreigt mij. Hij wil mij pijn doen.

Slide 7 - Tekstslide

 origineel
  • iets wat origineel is, is niet al een keer gemaakt. Het is helemaal nieuw.
  • Zin: Die broek is origineel. Niemand heeft ooit eerder zo'n soort broek gemaakt.
  • Zin: Jouw verhaal is origineel. Niemand van de klas heeft zo'n verhaal ook geschreven.

Slide 8 - Tekstslide

Waar wordt het woord
de tegenstelling
goed uitgelegd?
A
Mijn moeder en ik houden van dezelfde soort kleding.
B
Ik vind een spijkerbroek leuk en mijn vriendin vindt de broek ook leuk.
C
Ik hou van zwarte kleding en mijn vriendin van kleurrijke kleding.
D
Mijn broer heeft altijd een trui met capuchon aan en zijn zoon ook.

Slide 9 - Quizvraag

Welke persoon (man of vrouw) is jouw ideaalbeeld?

Slide 10 - Open vraag

Waar wordt het woord
bedreigen
goed beschreven?
A
Hij bedreigt mij en zegt dat hij weg gaat lopen.
B
Hij bedreigt mij en doet niets.
C
Hij bedreigt mij en zegt dat hij mij gaat slaan.
D
Hij bedreigt mij en zegt lieve woorden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een origineel antwoord op de vraag:
'Waarom ben je te laat op school?'
A
'Ik had mijn alarm niet gehoord.'
B
'Ik was te laat voor de trein.'
C
'De band van mijn fiets was kapot.'
D
'Ik liep naar school en toen stak een olifant de weg over. Daar moest ik op wachten.'

Slide 12 - Quizvraag

Vind jij het goed dat mensen soms een dieet volgen? Waarom wel of niet?

Slide 13 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Tekstslide

Mijn ........... is een man met bruin haar, ongeveer 1,80 meter lang en met leuke kleding aan.

Slide 15 - Open vraag

.... .......... tussen mevrouw Femke en mevrouw Marieke is, dat mevrouw Marieke in Nederland is geboren en mevrouw Femke in Egypte.

Slide 16 - Open vraag

De dokter zegt dat ik een ......... moet volgen. Ik moet veel fruit en groenten eten. Dat is beter voor mijn gezondheid.

Slide 17 - Open vraag

De jongens .......... mij. Ze zeggen dat ze mij gaan slaan.

Slide 18 - Open vraag

Jouw antwoord is niet.......... Andere leerlingen hebben dit antwoord ook al gezegd.

Slide 19 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: 

Slide 20 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Disk
We werken zelfstandig in Disk  thema Uiterlijk.


Slide 22 - Tekstslide

Begrijpend lezen
Lezen hoe doe je dat?

Slide 23 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

Sinterklaas

Slide 25 - Tekstslide