Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.1 Jouw inkomsten en uitgaven
Hoofdstuk 2
Hoe ga je met geld om?
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2
Hoe ga je met geld om?
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 2.1
Jouw inkomsten en uitgaven
Slide 2 - Tekstslide
Inkomsten en uitgaven
Slide 3 - Woordweb
Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:
wat voor soort inkomen je kunt hebben.
welke groepen uitgaven er zijn.
hoe je een bedrag omrekent van week naar maand en van maand naar week.
hoe je een begroting van je inkomsten en uitgaven maakt.
Slide 4 - Tekstslide
Soorten inkomens
Het geld dat je ontvangt noem je
inkomen
.
Er zijn verschillende
soorten inkomens
.
L
oon of salaris
ontvang je als je in dienst bent bij een bedrijf.
Winst
is je inkomen als je een eigen bedrijf hebt.
Een
uitkering
ontvang je van de overheid. Bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering of kinderbijslag.
Slide 5 - Tekstslide
Krijg jij al loon of salaris?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Geld uitgeven
Budget:
het bedrag dat je kunt uitgeven
Uitgaven
kun je in drie groepen verdelen:
Vaste lasten
:
uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen
Huishoudelijke uitgaven of dagelijkse uitgaven
: uitgaven voor je huishouden
Incidentele uitgaven
: meestal grote uitgaven die je af en toe doet
Slide 7 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van vaste lasten.
Slide 8 - Open vraag
Noem een voorbeeld van huishoudelijke uitgaven
Slide 9 - Open vraag
Noem een voorbeeld van incidentele uitgaven
Slide 10 - Open vraag
Omrekenen van week naar maand
1 jaar = 12 maanden = 52 weken
Voorbeeld:
Je geeft € 6 per week uit aan de supermarkt.
Hoeveel is dat per maand?
Berekening:
€ 6 × 52 ÷ 12 = € 26
Slide 11 - Tekstslide
Omrekenen van maand naar week
1 jaar = 12 maanden = 52 weken
Voorbeeld:
Je abonnement op de sportschool kost € 39 per maand. Hoeveel is dat per week?
Berekening:
€ 39 × 12 ÷ 52 = € 9
Slide 12 - Tekstslide
Handig rekenschema
Reken altijd eerst naar een jaar.
En vervolgens naar wat gevraagd wordt.
Slide 13 - Tekstslide
Uitkomen met je inkomen
Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Een begroting is meestal voor een maand of jaar.
Slide 14 - Tekstslide
Houd je geld over of kom je tekort?
A
Ik houd geld over.
B
Ik kom tekort.
Slide 15 - Quizvraag
Kader
Slide 16 - Tekstslide
Uitkomen met je inkomen
Overschot =>
Inkomsten zijn hoger dan uitgaven
Tekort =>
Uitgaven zijn hoger dan inkomsten
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Finn heeft een
A
overschot
B
tekort
Slide 19 - Quizvraag
Finn wil zijn inkomsten vergroten.
Noem 2 manieren waarop hij dit kan doen.
Slide 20 - Open vraag
Finn wil bezuinigen op eten en drinken, maar wil evenveel blijven kopen. Noem een manier waarop Finn kan bezuinigen op eten en drinken.
Slide 21 - Open vraag
Check leerdoelen
Je kunt nu:
verschillende soorten inkomens noemen (opdracht 1, 2, 3, 4).
drie groepen uitgaven noemen en er voorbeelden bij geven (opdracht 5, 6, 7, 8).
bedragen omrekenen van een week naar een maand en andersom (opdracht 9, 10, 11, 12, 13).
een begroting van je inkomsten en uitgaven maken (opdracht 14, 15, 16,
kader =>
17).
Slide 22 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 23 - Open vraag
Wat vond je moeilijk?
Slide 24 - Open vraag
Aan de slag
Maak nu paragraaf 2.1 => opdracht 1 t/m 16 op blz. 42 t/m 46
Kader
maakt ook opdracht 17 op blz. 47
Klaar?
Samenvattingsopdracht => blz. 66
Meer oefenen => maak de herhalingsopdrachten op blz. 68-69
Meer uitdaging => Maak de plusopdrachten op blz. 70-71
Meer praktijk => Ga naar Pincode online (SOM) => maak de keuzeopdrachten
Slide 25 - Tekstslide
Nakijken
Paragraaf
Blz.
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht 2
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht 3
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht 4
Slide 30 - Tekstslide
Opdracht 5
Slide 31 - Tekstslide
Opdracht 6
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht 7
Slide 33 - Tekstslide
Opdracht 8
Slide 34 - Tekstslide
Opdracht 9
Slide 35 - Tekstslide
Opdracht 10
Slide 36 - Tekstslide
Opdracht 11
Slide 37 - Tekstslide
Opdracht 12
Slide 38 - Tekstslide
Opdracht 13
Slide 39 - Tekstslide
Opdracht 14
Slide 40 - Tekstslide
Opdracht 15
Slide 41 - Tekstslide
Opdracht 16
Slide 42 - Tekstslide
Opdracht 17
Slide 43 - Tekstslide
Opdracht 18
Slide 44 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1.3 Budgetteren moet je leren
Augustus 2018
- Les met
48 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.1 Jouw inkomsten en uitgaven
November 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2
H1.3 Je inkomsten en uitgaven
September 2022
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.3 Budgetteren moet je leren
Augustus 2018
- Les met
42 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.4 Leren budgetteren
Augustus 2018
- Les met
47 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
leerjaar 4 Economie hst 2. les 3
September 2022
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Budgetteren
Januari 2019
- Les met
24 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
Economie voor vmbo
1.3
September 2024
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3