Les 8 - Laboratorium

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
KennisexamenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk onderdeel van het laboratorium zou je nog graag even willen herhalen?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Op welke (4) manieren kunnen we urine opvangen van een hond of kat?

Slide 4 - Woordweb

Hoe lang kan urine bewaard worden om nog een betrouwbaar onderzoek te kunnen doen?
A
2 uren na opvangen
B
6 uren na opvangen
C
12 uren na opvangen
D
24 uren na opvangen

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er met urine als je deze te lang bewaart?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bij welke aandoening zien we (meestal) hematurie?
A
Diabetes
B
Nierfalen
C
FLUTD
D
Cushing

Slide 16 - Quizvraag

Bij toename van welke stof zien we meer schuimvorming van de urine dan normaal?
A
Glucose
B
Proteine
C
Bilirubine
D
Leucocyten

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zal de SG zijn van de lichte urine?
A
Hoog
B
Laag

Slide 18 - Quizvraag

Welke aandoening kan een dier hebben als de urine heel licht van kleur is?
A
Diabetes
B
Nierfalen
C
FLUTD
D
Cushing

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de normale pH van urine van een hond of kat
A
5-6.5
B
4-5.5
C
7
D
7-8

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de normaalwaarde van de SG van urine van een hond of kat?
A
1.015 - 1.045
B
1.000 - 1.030
C
1.010 - 1.070
D
1.050- 1.070

Slide 36 - Quizvraag

Welke 2 parameters in het bloed onderzoeken we om de leverfunctie te beoordelen?
A
ALAT en GPT
B
Creatinine en GPT
C
ALF en GPT
D
Ureum en creatinine

Slide 37 - Quizvraag

Welke parameters in het bloed onderzoeken we om infecties op te sporen?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Trombocyten
D
Hematocriet

Slide 38 - Quizvraag

Welke parameter in het bloed onderzoeken we om de schildklierfunctie te beoordelen?
A
T4
B
Creatinine en GPT
C
ALF en GPT
D
T5

Slide 39 - Quizvraag

Welke 2 parameters in het bloed onderzoeken we om de nierfunctie te beoordelen?
A
Ureum en T4
B
Creatinine en GPT
C
ALF en GPT
D
Ureum en creatinine

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide