In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
TV2F - 28 septembre
Slide 1 - Tekstslide
Révision
Les verbes qui se conjuguent avecêtre (werkwoorden die met être worden vervoegd)
Slide 2 - Tekstslide
Nommer quelques verbes qui se conjuguent avec être?
(noem een aantal werkwoorden op die met être worden vervoegd)
Slide 3 - Open vraag
Passé compose met hulpwerkwoord être
Je kunt de verschillende uitgangen (bij het voltooid deelwoord met hulpwerkwoord être) ook zo noteren:
Enkelvoud
Meervoud
Mannelijk
-
+s
Vrouwelijk
+e
+es
Slide 4 - Tekstslide
Choisis la phrase correcte
A
Nina est resté à la masion.
B
Nina est restée à la maison.
C
Nina est restées à la maison.
D
Nina est restés à la maison.
Slide 5 - Quizvraag
Choisis la phrase correcte.
A
Juan et Matteo sont allé au cinema.
B
Juan et Matteo sont allées au cinema.
C
Juan et Matteo sont allés au cinema.
D
Juan et Matteo sont allée au cinema.
Slide 6 - Quizvraag
Exercice H (supplément) - corriger ensemble
- Chapitre 1
- Page 16/17
Slide 7 - Tekstslide
Exercice H - réponses
Slide 8 - Tekstslide
Exercice I : Discuter ensemble (à 2 ou 3)
Bespreek met z'n tweeën of drieën het volgende:
- Welke werkwoorden bij Excerice I worden met être vervoegd?
- Welke werkwoorden zijn onregelmatig (inclusief voltooid deelwoord)
- Bespreek zin 13 en zin 15. Hebben jullie dezelfde antwoorden?
Slide 9 - Tekstslide
Exercice I - Réponses
=====>>>
=====>>>
=====>>>
Slide 10 - Tekstslide
Les pays et leur préposition
Slide 11 - Tekstslide
Wat valt je op? La France - Le Portugal - Les Pays-Bas
Slide 12 - Open vraag
En français...
Les pays ont une préposition (voorzetsel) !
Par exemple: La France
Slide 13 - Tekstslide
Prépositions des pays
Le Maroc
La France
L'Espagne
Les Pays-Bas
Slide 14 - Tekstslide
Welk lidwoord gebruik je?
Landennamen die eindigen op een -e = vrouwelijk
landennamen die eindigen op een -s =
meervoud
landennamen die eindigen op een andere letter=
mannelijk
Landennamen die met een klinker beginnen
LA
LES
LE
L'
La France, la Belgique etc.
Les Pays-Bas, les États-Unis etc.
Le Portugal, le Danemark, etc.
L'Espagne, l'Allemagne etc.
Slide 15 - Tekstslide
Om aan te geven dat je inof naar een land gaat..
Slide 16 - Tekstslide
Préposition: les pays, les villes, les villages
Slide 17 - Tekstslide
Voorzetsels in en naar voor steden/landen
-Marc habite à Bruxelles.
-J'ai été en France. (f)
- Luis a une amie en Allemagne (f)
-Tu vas aux Etats-Unis? (p)
-Non, je vais au Portugal (m)
Slide 18 - Tekstslide
Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'.
Voorbeeld:
Je vais à Paris
J'habite à Groningue
Slide 19 - Tekstslide
Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'.
Voorbeeld:
En AfriqueEn Asie
En EuropeEn Amérique
En Océanie
Slide 20 - Tekstslide
Pays: féminins
Bij landen heb je drie opties: en / au/ aux
Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je weten of het land vrouwelijk, mannelijk of meervoud is. Om dit te bepalen, kijk je naar de laatste letter van het land
Slide 21 - Tekstslide
Pays: masculins
laatste letter geen -e of -s
masculin (mannelijk)
in / naar: 'Au'
Au Luxembourg Au Canada Au Japon
Slide 22 - Tekstslide
Pays
laatste letter een -e
Féminin (vrouwelijk)
in /naar: 'En'
En Espagne En France
Slide 23 - Tekstslide
Pays
laatste letter: -s
Pluriel (meervoud)
in / naar: 'Aux'
Aux États-Unis
AuxPays-Bas
Slide 24 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in: Mes parents vont _________ France
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 25 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in: Rotterdam, c'est __________ Pays-Bas
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 26 - Quizvraag
Vul in: Ronald Koeman a une maison ______ Portugal
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 27 - Quizvraag
Vul in: Il fait très froid __________ Suède
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 28 - Quizvraag
Noa habite.........Espagne
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 29 - Quizvraag
Je suis ........Danemark
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 30 - Quizvraag
Belgique
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel
Slide 31 - Quizvraag
Tu habites......Lille
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 32 - Quizvraag
à
en
au
aux
Italie
Bruxelles
Pays-Bas
Luxembourg
Paris
États-Unis
Pérou
Asie
Slide 33 - Sleepvraag
Résumé
in / naar:
À = dorpen en steden
En = continenten en vrouwelijke landen ('la' / 'l' --> laatste letter: -e)
Au = mannelijke landen ('le' --> laatste letter: géén -e of -s)
Aux = landen meervoud ('les' --> laatste letter: -s)