1 Reading Tips & Tricks (and exercises)

What to do when doing a reading test?
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

What to do when doing a reading test?

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do? 
  • Warming up- quick answers
  • Explanation + working together 
  • Online exercises/Exams  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

What kind of questions / texts can you expect?
- gap fill exercise
- advertisements
- begrijpend lezen 
- zoekend lezen
- definiëren 



Slide 5 - Tekstslide

Gap-fill exercises
1. Lees altijd één of twee zinnen vóór het gat en één of twee zinnen ná het gat!
2. Kijk naar de titel, het plaatje en het intro van de tekst. Wat is de grote lijn?
3. Let op signaalwoorden: so, because, but, that way, that's why, however, etc.
4. Na een dubbele punt staat meestal de 'inhoud' van het gat.
5. Kijk naar tegenstellingen in de antwoorden. Als die erin staan is het één van die twee, de rest is onzin!
Bijv.   A. groot
           B. leuk
           C. klein
           D. koud

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welk 'phrase' past in gat 28?
A
in despair
B
in peace and quiet
C
none the wiser
D
with a beeping noise

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welk woord past in gat 8?
A
Consequently
B
However
C
Likewise
D
Moreover

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord past in gat 18?
A
lonely
B
passionate
C
unskilled
D
vague

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord past er in gat 10?
A
like being photographed
B
make use of social media
C
take herself too seriously
D
talk about her private life

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Fill in the blanks

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Advertisements
Reclame, informatiepagina, samenvatting, vaak kortere teksten.

Vaak bijbehorende vragen:
Wat moet je doen als je geïnteresseerd bent?
Wie/Wat is de doelgroep van deze advertentie?

TIP: Lees eerst de vraag! / Streep antwoorden weg!


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Why?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Begrijpend lezen
Vragen zoals:
- Wat bedoelt de schrijver met deze zin/paragraaf?
- Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst? 
   (Opties: Informeren, Amuseren, Waarschuwen, Overhalen)

Gaat vaak over langere stukken tekst. Lezen en begrijpen van de tekst is dus van groot belang! 

Slide 25 - Tekstslide

Zoekend Lezen
Vragen zoals:
- What does Jamie think of Gordon's language according to   v        paragraph 5?
- What is Tim's answer to Paul question: '........'
TIP: 
- Ga gericht op zoek naar kernwoorden uit de vraag of de opties.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

What becomes clear about Emma from paragraph 3?
A
She is ashamed
B
She is at her best
C
She is prepared
D
She is used to

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Which of the following is mentioned as part of 'plans to rebalance the intellegence workforce'?
A
hiring better educated people
B
making it easier to combine work and parental responsibilities
C
offering job opportunities to the relatives of present employees
D
rewarding practical experience

Slide 31 - Quizvraag

Definiëren 
Bij definieervragen moet je snappen wat een bepaald woord of gezegde betekent aan de hand van de tekst.  
Deze woorden/gezegdes kun je vaak niet in een woordenboek vinden. 
Soms kun je deze vragen beantwoorden zonder naar de tekst te kijken!
A wide range of vocabulary is very helpful for this. 


Slide 32 - Tekstslide

Wat maakt de toevoeging 'well' in deze zin duidelijk?
A
met tegenzin gegeven bevestiging
B
moeilijk uit te leggen argument
C
voor de hand liggend punt

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer gebruik je een woordenboek in een leestoets?
A
Als je een tekst aan het lezen bent, en je kent een woord niet.
B
Als je een woord in de antwoordopties niet kent.
C
Als je een woord in een vraag niet kent.
D
Als je een woord in een titel niet kent.

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide


Reading strategy
Scanning a text

Slide 36 - Tekstslide

When does Valentine's Day take place in the United States?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

When does Valentine's Day take place in the United States?
A
Febuary 1
B
February 14
C
Throughout February
D
A and B

Slide 39 - Quizvraag

What does Valentine's Day technically signify?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

What does Valentine's Day technically signify?
A
The accomplishments of St. Valentine
B
Love throughout the ages
C
The fun of gifts
D
None of the above

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

online exercise 
Start at level: A2



For Exam/thrid year students: B1/B2 

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link

Riddles

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide