Basiscursus Gesprekken 1.3 Feedback geven

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Herhalen 1.2 Sociaal communicatieve vaardigheden

 Non-verbaal taalgebruik:

• Intonatie: stemgebruik
• Houding: hoe zit of staat iemand, hoe komt iemand over.
• Gebaren: gebruik handen
• Gezichtsuitdrukking: Zien aan het gezicht hoe iemand zich voelt.

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie?

1. Tekens & Symbolen
2. Praten met handen en voeten
3. Lichaamshouding
4. Van je gezicht aflezen

Hoeveel % van je communicatie is non verbaal?

1. 20%
2. 50%
3. 70%
4. 100%

Wat is GEEN non-verbale communicatie?

1. Intonatie
2. Oogcontact
3. Hallo
4. Uiterlijk

Non verbaal 

Verbaal

Stem verheffen

Juichen!

Hard fluiten

Boos kijken

High five geven

Onderuit gezakt zitten

3

Hoe denk je dat je dat doet?

Hoe zou jij feedback geven?

Je bent samen met een vriend een kamer aan het schilderen. Je vindt het niet netjes. Wat zou jij zeggen?

1. Luister vriend, ik ben niet tevreden over je werk.
2. Sorry hoor, maar ik vind dat je het niet goed doet.
3. Je manier van werken bevalt me niet.

Hoe zou jij feedback geven?

Je hebt je auto laten repareren, maar hij doet het nog steeds niet goed. Je gaat terug naar de garage. Wat zou je zeggen?

1. Ik weet dat het echt moeilijk is om een auto te repareren..
2. Verdomme, wat een waardeloze automonteur ben jij zeg!
3. Het spijt me te moeten zeggen, maar mijn auto doet het nog steeds niet.

Hoe zou jij feedback geven?

Je vindt dat je werkplaats-chef op een vervelende manier tegen je praat. Wat zou je zeggen?

1. Uw manier van praten bevalt me niet.
2. Ik zou het prettige vinden als u op een ander manier met mij praat.
3. Sommige mensen hebben zo'n rotmanier van praten, vindt u ook niet?

Rollenspel 1: Werk twee aan twee

Je loopt al twee maanden stage. Je hebt het gevoel dat werkplaats-chef je klussen geeft, die je nu wel kunt uitvoeren. Je wilt nieuwe dingen leren. Hoe pak je dit aan?

Denk aan: 

• Hoe spreek je de werkplaats-chef aan?
• Hoe weet je of hij tijd voor je heeft?
• Hoe geef je aan wat je wilt?

Wissel daarna van rol.

We bespreken met elkaar jullie ervaringen.

Rollenspel 2: Werk twee aan twee

Je loopt al twee maanden stage. Je moet steeds vieze klussen van je collega uitvoeren. Je snapt dat dat moet gebeuren, maar je collega kan dat toch ook soms doen? Je hebt laten merken door een beetje boos te reageren toen hij je weer zo'n klus gaf.

Denk aan: 

• Hoe spreek je de collega aan?
• Hoe weet je of hij tijd voor je heeft?
• Hoe geef je aan waar je last van hebt?

Wissel daarna van rol.

We bespreken met elkaar jullie ervaringen.

Aan de slag!

Nu Nederlands 1F/2F

Basiscursus Gesprekken

1.3 Feedback

Opdr. 4, 5 en 6