Op een kompas kun je aflezen waar het noorden is, en dus ook bepalen waar het oosten, westen en zuiden liggen.
Waarom was het kompas een belangrijk instrument voor ontdekkingsreizigers?
A
Met het kompas hoefden zeelieden niet meer langs de kust te varen om zich te oriënteren
B
Op het kompas kon je de route naar Azië aflezen.
C
Zeelieden wisten voortaan op zee in welke richting ze moesten varen.
D
Het kompas gaf aan waar je specerijen kon vinden.