VH2 - 6.1

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1815 Napoleon verslagen
In Wenen een lang congres om na te denken over bestuur van Europa

Oude vorsten keren terug en nieuwe grenzen worden getrokken

6 grote mogendheden zijn dan:

Groot-Brittannië
Rusland
Frankrijk
Oostenrijk-Hongarije
Pruisen
Ottomaanse rijk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nederlands Nationalisme

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


Pruisen was met afstand het sterkste Duitse vorstendom.

Wilhelm I was koning van Pruisen van 1861 tot 1888.

Kanselier (soort minister-president) Otto von Bismarck was eigenlijk de machtige man.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bestudeer de bron hiernaast. Krijgen burgers of militairen de leiding in Duitsland, volgens de tekenaar? Leg je antwoord uit met een bronelement, dit doe je op de volgende slide.


Bron 1 Een Oostenrijkse prent uit 1870 met de titel ‘De toekomst van Duitsland' en het onderschrift: 'Past deze onder een hoed? Ik denk dat het een punthelm wordt.’

Slide 17 - Tekstslide

Krijgen burgers of militairen de leiding in Duitsland, volgens de tekenaar? Leg je antwoord uit met een bronelement.

Slide 18 - Open vraag

Bestudeer de bron hiernaast.
Was de schilder voorstander of tegenstander van de Belgische opstand (1830)? Leg je antwoord uit met een bronelement, dit doe je op de volgende slide.


Bron: Het vertrek van vrijwilligers uit Luik naar Brussel in 1830 (schilderij van Soubres, 1878). Op de vlag staat: 'Overwinnen of sterven voor Brussel'.

Slide 19 - Tekstslide

Was de schilder voorstander of tegenstander van de Belgische opstand (1830)? Leg je antwoord uit met een bronelement.

Slide 20 - Open vraag