In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Leesvaardigheid
Tekstverbanden
Slide 1 - Tekstslide
Beantwoord individueel de drie onderstaande vragen:
1. Wat wordt bedoeld met een tekstverband?
2. Waarom gebruik je tekstverbanden?
3. Hoe herken je tekstverbanden?
Slide 2 - Tekstslide
Wat leer je vandaag?
Op welke manier kan een schrijver van een tekst 1 geheel maken?
Waar moet je als lezer in de tekst dan op letten?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Hoeveel signaalwoorden?: Om te beginnen zit Joël in groep 3 met rekenen en in groep 4 met schrijven. Al met al is dat fijner dan eerst groep 3 volgen en daarna groep 4.
Slide 5 - Open vraag
Mijn broertje eet graag pannenkoeken, pizza's en hamburgers. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 6 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tijdsvolgorde?
A
ten eerste
B
toen
C
al met al
D
om te beginnen
Slide 7 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband vergelijking?
A
zoals
B
zowel ..als
C
evenals
D
net als
Slide 8 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband redengevend?
A
immers
B
want
C
mits
D
waarmee
Slide 9 - Quizvraag
Welk tekstverband gebruik je om dingen achterelkaar op te noemen?
A
concluderend tekstverband
B
uitleggend tekstverband
C
opsommend tekstverband
D
tijdsvolgorde
Slide 10 - Quizvraag
Hij is even groot als ik. tekstverband?
A
signaalwoord: als
tekstverband: uitleggend
B
signaalwoord: als
tekstverband: vergelijking
C
signaalwoord: als
tekstverband: doel - middel
D
signaalwoord: als
tekstverband: samenvattend
Slide 11 - Quizvraag
Omdat het glad is, ga ik lopend naar school. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
voorwaardelijk
D
redengevend
Slide 12 - Quizvraag
Bekijk de tekstverbanden die je tot nu toe geleerd hebt op blz. 16 in je boek en op blz. 62. Onthoud ze door er flashcards in Quizlet van te maken.
Slide 13 - Tekstslide
je kunt een mindmap op papier maken of digitaal via