4H - Chapitre 2 - biographie

Programme d'aujourd'hui 
  • Écrire: Le biographie d'une célébrité 
  • Finis les exercices 37 et 38 pages 75 à 77
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programme d'aujourd'hui 
  • Écrire: Le biographie d'une célébrité 
  • Finis les exercices 37 et 38 pages 75 à 77

Slide 1 - Tekstslide

Les objectifs

  • Kan in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven.
  • Kan het verschil tussen de passé composé en de imparfait

Slide 2 - Tekstslide

Étape 1
Fais l'exercice 42 page 80
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Étape 2
Choisis une des célébrités suivantes: 
Stromaë
Chanteur
Doutzen Kroes
Mannequin
Angèle
Chanteuse
Omar Sy
Acteur
Van Gogh
Artiste peintre
Tu vas écrire une biographie. Cherche des informations sur internet en néerlandais!  Teken op een apart blaadje een tijdlijn met belangrijke gebeurtenissen in zijn / haar leven en maak een foto hiervan. Leven jouw tijdlijn met de biographie in. 

Slide 4 - Tekstslide

Étape 3
Écris une biographie sur Word en français sur la célébrité de ton choix d'environ 80 mots. Utilise le vocabulaire C.

Décris: 
  1. Sa jeunesse
  2. Sa carrière
  3. Pourquoi il / elle a été important(e) (zie opdracht Étape 1 )
  4. Pourquoi tu as choisis cette personnalité

Attention: Gebruik de passé composé 
of de imparfait.
Gebruik ook zo veel mogelijk 
signaal woorden: 

puis (vervolgens)          avant (ervoor)
alors (toen)                    depuis (sinds)
ensuite (daarna)          mais (maar)
après (daarna)              parce que (omdat)
souvent (vaak)              
premièrement (ten eerste)


Slide 5 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Frans:
"Ze is geboren"?
A
Elle est née
B
Elle était née
C
Elle est né
D
Elle était né

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans
"Zijn vader was Rwandees"
A
Son père a été rwandais
B
Son père était rwandais

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans:
"Hij heeft in de serie / film gespeld"
A
Il jouait dans la série / dans le film
B
Il a joué dans la série / dans le film

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans:
"Hij is overleden in 1890"?
A
Il est mort en 1890
B
Il mourait en 1890

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik ook de volgende grammatica onderdelen
Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord past zijn aan het zelfstandig naamwoord aan. 

Exemple: 
C'est une célébrité interessante.
Van Gogh et Rembrandt sont des peintres très importants.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Frans:
"Ik heb deze beroemdheid gekozen omdat... "?
A
J'ai choisi ce célébrité parce que...
B
J'ai choisi cet célébrité parce que...
C
J'ai choisi ces célébrité parce que...
D
J'ai choisi cette célébrité parce que...

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans:
Zij is belangrijk omdat..."
A
Elle est important parce que ...
B
Elle est important pourquoi ...
C
Elle est importante parce que ...
D
Elle est important pourquoi ...

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Étape 4
Geen google translate / Geen copy - paste
Heeft de imparfait en de passé composé gebruikt
Donne ton texte à ton camarade de classe. Demande lui de remplir la fiche d'évaluation. 

Slide 14 - Tekstslide