Starttaal vooraf thema 2 hoofdstuk 4

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4: taalverzorging 

Lesverloop 

Onderwerp is werkwoorden 

Uitleg aan de hand van Lesson Up 

Werken uit het werkboek en Lesson UP 

Schrijf 1 werkwoord op

Mijn moeder heeft een blessure aan haar schouder.
Wat is het werkwoord in zin?

1. moeder
2. heeft
3. blessure
4. schouder

Wel een werkwoord

niet een werkwoord

Fietsen

Huilen

Zijn 

Harry 

Computer

Lezen

De tegenwoordige tijd geeft aan dat iets nu gebeurt.

1. waar
2. niet waar

De verleden tijd geeft aan dat iemand iets al heeft gedaan.

1. waar
2. niet waar

Zelf aan de slag

Je houdt je Ipad erbij voor de LessonUp 

Je ziet vanzelf staan of jij iets in je werkboek moet maken of vragen in LessonUp gaat beantwoorden. 

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden' alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.

Werkwoord

Geen werkwoord

huis

goede

verhuizen

heb

zijn

hond

tafel

bloempje

Kopje

rood

tent

bijzonder

denken

lopen

huilen

moeten

wil

geeft

Sleep alle werkwoorden naar "Werkwoorden" en alles wat geen werkwoord is naar "Geen werkwoord".

Werkwoorden

Geen werkwoord

huis

rode

verhuizen

hebben

zijn

hond

Aan de slag 

Pak je werkboek 

Lees uitleg 1 op bladzijde 114 en 115 

Maak opdracht 1 op bladzijde 115 

Maak opdracht 2 op bladzijde 116 en 117 

Klaar verder met de opdrachten in Lesson Up 

Tegenwoordige tijd 

Een werkwoord in de tegenwoordige tijd geeft aan wat iets of iemand nu doet of wat er nu gebeurt. 

Joshua ligt in het ziekenhuis. 

De appels glimmen in het zonlicht. 

Verleden tijd 

Een werkwoord in de verleden tijd geeft aan wat iets of iemand al heeft gedaan of wat er al gebeurd is. 

Joshua lag in het ziekenhuis. 

De appels glommen in het zonlicht. 

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

ik werd

 hij kookt

ik gaf

 zij leert

Sleep de antwoorden naar het juiste vakje.

kochten

zongen

zochten

strijkten

streken

zingden

Wat is de verleden tijd van kopen?

Wat is de verleden tijd van zingen?

Wat is de verleden tijd van zoeken?

Wat is de verleden tijd van strijken?

Aan de slag

Pak je werkboek erbij. 

Lees uitleg 2 op bladzijde 117 en 118  

Maak opdracht 3 en 4 bladzijde 118, 119 en 120 

Klaar, dan pak je je Ipad er weer bij. 

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃