Quiz Beeldspraak

Beeldspraak
Oefenquiz:
Vergelijking
Metafoor
Personificatie
Metonymia
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Beeldspraak
Oefenquiz:
Vergelijking
Metafoor
Personificatie
Metonymia

Slide 1 - Tekstslide

Benoem de beeldspraak
'Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in schuur.'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 2 - Quizvraag

De dood zit hem op de hielen.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor
D
metonymia

Slide 3 - Quizvraag

'Mijn opa heeft een anker op zijn onderarm.'
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 4 - Quizvraag



De muren van het fort keken dreigend op ons neer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 5 - Quizvraag

De vloot bestond uit veertien zeilen.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
metonymie

Slide 6 - Quizvraag

'Onze tuin snakt naar regen.'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 7 - Quizvraag

De tijd kroop voorbij.
A
metonymia
B
metafoor
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 8 - Quizvraag

'Als je moet wachten op de uitslag, kruipt de tijd voorbij.'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 9 - Quizvraag

'Baal jij ook als een stekker van de hele dag thuis moeten zitten?'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Toen Joyce de talentenjacht won, was haar moeder zo trots als een pauw.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
Ik weet het niet

Slide 11 - Quizvraag

'Zoek toch eens een leuk vriendje; je komt altijd maar aanzetten met zo’n babyface. '
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 12 - Quizvraag