Thema 6 waarneming regeling gedrag

Thema 6 waarneming, regeling, gedrag
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 waarneming, regeling, gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1
Reageren op je omgeving

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Op het einde van de les moet je de werking van zintuigen kunnen beschrijven. Ook moet je de zintuigen kunnen noemen met hun ligging en hun adequate prikkels.

Slide 3 - Tekstslide

Zintuig
Een orgaan dat reageert op een prikkel
  • Prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme


Slide 4 - Tekstslide

Impulsen
Zintuigcellen ontvangen prikkels --> impulsen
  • Impulsen zijn elektrische signaaltjes;
  • Via zintuigorgaan --> zenuwen --> hersenen;
  • Hersenen verwerken impulsen;

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Drempelwaarde
Is de kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt
  • Gewenning --> minder impulsen in zintuigcellen
  • Motivatie --> kan drempelwaarde beïnvloeden 

Slide 7 - Tekstslide

Adequate prikkel
Een type prikkel waarbij een zintuig extra gevoelig voor is
  • Lage drempelwaarde voor de prikkel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Op het einde van de les moet je de organen rondom een oog en de delen van het oog kunnen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Ook moet je kunnen beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.

Slide 11 - Tekstslide

Organen rondom een oog
Wenkbrauwen --> zweet opvangen
Wimpers --> beschermen tegen vuil en fel licht
Traanklieren --> bescherming door traanvocht
Oogleden --> verspreiden traanvocht en beschermen de ogen
Traanbuizen --> overtollig traanvocht naar neusholte 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Onderdelen buitenaanzicht

Slide 14 - Tekstslide

Onderdelen lengtedoorsnee

Slide 15 - Tekstslide

Gele vlek en blinde vlek
Gele vlek:
  • Plaats in het centrum van het netvlies.
  • Met de zintuigcellen in de gele vlek kun je het scherpste zien
Blinde vlek:
  • Plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat.
  • De blinde vlek bevat geen zintuigcellen

Slide 16 - Tekstslide

Kegeltjes en staafjes
Kegeltjes: (KLEUR)
  • werken als er veel licht is, met kegeltjes zie je kleuren
  • Rood, groen, blauw licht 
  • Andere kleuren zie je als de kegeltjes samenwerken
  • Kegeltjes liggen in de gele vlek en in de buurt daarvan
  • Scherp zien, details mee zien
Staafjes: (snachts)
  • Werken goed als er geen licht is
  • Zie je contrasten in grijs, wit en zwart
  • Liggen overal behalve bij het gele vlek
  • Geen details zien, 

Slide 17 - Tekstslide

Kleurenblind
Werken bepaalde kegeltjes niet goed
Vaak de kleuren rood, groen kunnen ze niet onderscheiden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Pupilreflex
Functie is het regelen van de hoeveelheid licht
  • Fel licht --> trekken de kringspieren samen en ontspannen de straalsgewijs lopende spieren (pupil kleiner)

  • Zwak licht --> ontspannen de kringspieren en trekken de straalsgewijs lopende spieren samen (pupil groter)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Huilen
Opening in de ooghoeken kunnen niet alle traanvocht afvoeren naar de neusholte --> tranen over de wangen
Door veel traanvocht ga je snotteren (neusholte kan het niet verwerken)

Bij een ui snijden worden de zintuigcellen in het hoornvlies geactiveerd door geurprikkels --> impulsen voor meer traanvocht

Slide 22 - Tekstslide

Voelen, ruiken, Proeven

Slide 23 - Tekstslide

De huid
Bestaat uit 3 lagen
  1. Opperhuid
  2. Lederhuid
  3. Onderhuidse bindweefsel

Slide 24 - Tekstslide

Opperhuid
- Hoornlaag (dode, verhoornde celresten)
  • Bescherming tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwerkers (bacteriën)
- Kiemlaag (levende cellen)
  • Onderste laag cellen die continu deelt --> aanvullen hoornlaag
- Eelt
  • Een erg dikke hoornlaag
- Haar
  • steekt door de opperhuid heen

Slide 25 - Tekstslide

Lederhuid 
- Zintuigen
  • Warmte, koude, druk en tastzintuigen
  • Tastknopjes --> vlak onder opperhuid
  • Drukzintuigen --> dieper in de huid
- Pijnpunten (zenuwen)
  • uiteinden van zenuwen
  • nemen pijn waar
- Zweetklieren
  • Produceren zweet --> afkoelen lichaam
- Haarzakje --> haarspier
- Talgklieren --> produceren talg --> vetlaag

Slide 26 - Tekstslide

Onderhuidse bindweefsel
Ligt vet opgeslagen
  • Isolerende werking --> stevige mensen beter
  • Reservevoedsel 

Slide 27 - Tekstslide

Tattoo
In de lederhuid
Hennatatoeage --> opperhuid

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Voedsel

Slide 30 - Tekstslide

Brandwonden
eerste graad
- opperhuid
tweede graad
- lederhuid
derde graad
- onderste bindweefsel

Slide 31 - Tekstslide

Basisstof 3
de neus en de tong

Slide 32 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Op het einde van de les moet je kunnen beschrijven hoe het proeven van verschillende smaken in zijn werk gaat.

Slide 33 - Tekstslide

De tong
Smaakzintuigen
- Zoet, zout, bitter en umami (hartig)

Slide 34 - Tekstslide

de neus

Slide 35 - Tekstslide

Hoe werkt het nu?
In de zijkanten van de groefjes in de tong liggen smaakknopjes
  • In de smaaknopjes liggen zintuigcellen
  • Er zijn aparte smaakknopjes voor de smaken: zoet, zuur, zout en bitter
  • Het proeven van andere smaken komt door dat het reukzintuig dan geuren waarneemt

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Basisstof de ogen/netvlies
INVAL

Slide 38 - Tekstslide

Regels
Telefoon op stil en in de tas
Luisteren naar elkaar
Respect hebben voor elkaar
Huiswerk iedere week maken

Examen vak, dus heel belangrijk.

Slide 39 - Tekstslide

Vragen voor de les
Neem ze mee naar de les!

Slide 40 - Tekstslide

Wat is een impuls

Slide 41 - Woordweb

Wat is een prikkel?

Slide 42 - Woordweb

Wat is een drempelwaarde?

Slide 43 - Woordweb

Welke zintuigen zijn er?

Slide 44 - Woordweb

Wat is een adequate prikkel?

Slide 45 - Woordweb

Einde

Slide 46 - Tekstslide