Karel de Grote

Karel de Grote

Leerdoelen

Uitleggen wie Karel de Grote was en waarom hij belangrijk was voor de geschiedenis van Europa. Beschrijven van de veroveringen en het bestuur van het rijk van Karel de Grote. Toelichten van de betekenis van de titel 'de Grote' in termen van zijn fysieke gestalte en prestaties. Benoemen van enkele culturele en onderwijskundige hervormingen van Karel de Grote. Uitleggen van het concept van een palts en de rol ervan in het bestuur van Karels rijk.

Wat weet je al over Karel de Grote?

Biografie van Karel de Grote

Karel de Grote was een middeleeuwse keizer die een groot deel van West-Europa veroverde. Regeerde van 768 tot 814. Werd in 800 door de paus tot keizer gekroond. Overleed in 814 en werd bijgezet in de Dom van Aken.

Karel als koning en keizer

Karel werd in 768 koning van de Franken. Breidde zijn rijk uit door oorlog. Door de paus tot keizer gekroond in 800.

De expansie van het Frankische Rijk

Karel veroverde een groot deel van West-Europa. Zijn rijk besloeg een groot gebied, inclusief het huidige Nederland.

Bestuursstructuur en de rol van graven

Karel reisde veel en verbleef in verschillende paltsen. Voerde een uniforme munt in. Ontwikkelde de karolingische minuskel.

Culturele en onderwijskundige hervormingen

Karel liet scholen oprichten. Voerde een uniforme munt in. Ontwikkelde de karolingische minuskel.

De nalatenschap van Karel de Grote en zijn betekenis voor de Europese geschiedenis

Karel de Grote had een blijvende invloed op de Europese geschiedenis. Zijn culturele en onderwijskundige hervormingen hadden een impact op de middeleeuwse samenleving.

Definitielijst

Karel de Grote: Middeleeuwse keizer die een groot deel van West-Europa veroverde en regeerde van 768 tot 814. Frankische Rijk: Het rijk dat onder Karel de Grote een groot deel van West-Europa besloeg. Palts: Een paleis of verblijfplaats waar Karel de Grote en zijn hofhouding verbleven tijdens hun reizen door het rijk. Karolingische minuskel: Een lettersoort ontwikkeld tijdens de regeerperiode van Karel de Grote, die makkelijker te lezen en te schrijven was.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.