De basisbehoeften en welvaartsvergelijking

Voorbeelden van primaire behoeften
Voorbeelden van primaire behoeften zijn: eten, drinken, onderdak, kleding, gezondheidszorg en onderwijs.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorbeelden van primaire behoeften
Voorbeelden van primaire behoeften zijn: eten, drinken, onderdak, kleding, gezondheidszorg en onderwijs.

Slide 1 - Tekstslide

Laat de leerlingen enkele voorbeelden noemen van primaire behoeften.
1.1 vervolg waar heb jij behoefte aan?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je voorbeelden geven van primaire behoeften, begrijp je dat je niet in al je behoeften kunt voorzien en dat zelfvoorziening een manier is om je wensen te vervullen. Daarnaast begrijp je dat het inkomen alleen niet voldoende is om de welvaart van landen te vergelijken.

Slide 3 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat gaan we doen?
  • huiswerk bespreken
  • hfd 1.1 afronden
  • zelfstandig werken 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften
Primaire behoeften zijn de basisbehoeften van een mens, zoals eten, drinken, onderdak en kleding.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat primaire behoeften zijn en geef enkele voorbeelden.
Welke behoeften zijn basisbehoeften?
A
Eten, drinken, onderdak, kleding
B
Auto, televisie, smartphone, vakantie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn primaire behoeften?
A
Eten, drinken, onderdak, kleding
B
Werken, spelen, reizen, studeren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet alle behoeften vervullen
Het is niet mogelijk om in al je behoeften te voorzien. Mensen zijn afhankelijk van anderen en van de producten en diensten die zij leveren.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf waarom het niet mogelijk is om in al je behoeften te voorzien en bespreek de onderlinge afhankelijkheid.
Zelfvoorziening
Zelfvoorziening betekent dat je zelf probeert in je behoeften te voorzien, bijvoorbeeld door je eigen voedsel te verbouwen of je eigen kleding te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat zelfvoorziening is en geef enkele voorbeelden.
Welke voorbeelden van zelfvoorziening worden genoemd?
A
Voedsel kopen
B
Trui breien
C
Taart bakken
D
Kleding kopen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van zelfvoorziening
Voorbeelden van zelfvoorziening zijn: groenten verbouwen in een moestuin, zelf kleding maken, zelf brood bakken, etc.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen enkele voorbeelden noemen van zelfvoorziening.
Welvaartsvergelijking
Je kunt de welvaart van verschillende landen niet goed vergelijken alleen op basis van het inkomen. Er zijn veel andere factoren die ook een rol spelen, zoals de kwaliteit van leven, gezondheidszorg en onderwijs.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom het inkomen alleen niet voldoende is om de welvaart van landen te vergelijken.
Wat is welvaartvergelijking?
A
Een berekening van het bruto binnenlands product.
B
Het vergelijken van de mate van welvaart tussen verschillende landen.
C
Een maatstaf voor het prijspeil in een land.
D
Een methode om zelfvoorziening te stimuleren.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Factoren voor welvaartsvergelijking
Bij het vergelijken van welvaart tussen landen moet je ook kijken naar factoren zoals gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid, levensverwachting, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf enkele factoren die belangrijk zijn bij het vergelijken van welvaart tussen landen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.