Startles periode 1: programmeervaardigheden klas 2

Makerspace

Introductieles periode 2: 
''programmeervaardigheden''
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Makerspace

Introductieles periode 2: 
''programmeervaardigheden''

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ziet deze les eruit?
  • Terugblik introductieles. 
  • Nadenken ''wat is programmeren''.
  • Praktisch/planning/opdrachten
  • Startopdracht programmeren. 
  • Afsluiting. 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik introductieles:
Wat is het vak makerspace?
A
Een vak met ambachtelijke technieken.
B
Een vak met creatieve technieken.
C
Een vak met gevaarlijke technieken.
D
Een vak met nieuwe technieken.

Slide 3 - Quizvraag

Terugblik introductieles:
Op welke manier wordt er beoordeeld?
A
Met cijfers.
B
Met punten.
C
Met O V G
D
Met O V G ZG U

Slide 4 - Quizvraag

Terugblik introductieles:
Wanneer heb je een onvoldoende voor makerspace?
A
Bij 11 of minder punten.
B
Bij 12 of minder punten.
C
Bij 15 of minder punten.
D
Bij 10 of minder punten.

Slide 5 - Quizvraag

Programmeervaardigheden
  • Thema rapportperiode 1
  • Programmeren belangrijk! 
  • Computers  

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de betekenis
van programmeren?

Slide 7 - Woordweb

Programmeervaardigheden
''Programmeren betekend informatie geven aan computers''.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wanneer kan een apparaat geprogrammeerd worden?
A
Als het kan rijden.
B
Als het een ingebouwde computer heeft.
C
Als het meerdere dingen tegelijk moet doen.
D
Als het een interne geheugen heeft.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom moet een apparaat met ingebouwde computer geprogrammeerd worden?
A
Anders werkt het apparaat niet.
B
Dan kan het apparaat doen wat hij wil.
C
Dan kan het apparaat doen wat de gebruiker wil.
D
Dan kan het apparaat doen wat de code wil.

Slide 11 - Quizvraag

Opdrachten periode 1 MKSP
  • Zelf kiezen welke opdracht. 
  • Let op puntenaantal. 
  • Gebruiken papieren lesbrieven. 
  • Classroom alleen inleveren.

Slide 12 - Tekstslide

Welke apparaten gebruiken we?
  • Sphero BOLT 
  • Mbot ranger 
  • Lego spike 
  • Drone 
  • Microbit




Slide 13 - Tekstslide

Sphero BOLT
Mbot ranger
Lego spike
Drone
Microbit

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe gaan we te werk?
  • Zelf opdrachten uitvoeren (of samen). 
  • Vraag zo veel mogelijk aan elkaar. 
  • Heb je vraag: 
  • 1: vraag je klasgenoot? 
  • 2: bekijk de lesbrief nogmaals goed. 
  • 3: loop naar docent om vraag te stellen. 




Slide 15 - Tekstslide

Planning 
  • Laptopnummer
  • ''Anders'' 
  • Iedere les. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe leveren we de opdrachten in?
A
Via classroom.
B
Aan docent geven.
C
Mailen naar docent.
D
Niet.

Slide 17 - Quizvraag

Inleveren opdrachten
  • Altijd via classroom. 
  • Samenwerken? Allebei inleveren.
  • Punten aantal zie je in classroom. 

Slide 18 - Tekstslide

Startopdracht programmeervaardigheden
  • Classroom periode 1. 
  • Lees goed de vragen.  
  • Opdracht ingeleverd = 1 punt! 


Slide 19 - Tekstslide