Vraag 4: Rituelen deel 2 (6pt)
A) Hoe heet het ding op afbeelding 1? En waarvoor staat het symbool?
B) Wat gaat er sowieso kapot tijdens een joodse bruiloft?
C) Welke drie dingen kloppen er niet in het volgende stukje tekst?
‘In het jodendom is het normaal om een dode zo snel mogelijk te begraven. In Nederland kan dit niet door de wetgeving. Je mag hier pas na 40 uur iemand begraven. Bij een joodse begrafenis wordt er een beetje aarde uit Israël in de kist gestrooid of onder het hoofd gelegd. Hiermee wijzen de Israëlieten naar de tekst uit de Tora: stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. Vervolgens wordt het ‘kaddisj van de rouwenden’ voorgelezen. Dit is een gebed waarin God geëerd wordt. Vervolgens wordt het lichaam begraven of gecremeerd. De joden geloven dat de geest na het sterven terugkeert naar God. Joden leggen om te herdenken een steentje op een grafsteen.’