Dus dan wordt het: mijn broer vindt Dus dan blijft het: ik gebruik
juiste vervoeging: Mijn broer vindt het goed dat ik zijn auto gebruik.
Slide 6 - Tekstslide
wat weten jullie over de verleden tijd?
Slide 7 - Woordweb
't kofschip
fietsen--fiets
s zit in het 't kofschip
dus fiets word fietste.
om te kijken of het zwakken werk word met een d of een t word geschreven kijk je naar het 't kofschip
Slide 8 - Tekstslide
uitleg
1. tegenwoordige of verleden tijd?
2. zwak of sterk werkwoord?
sterk? --> bijvoorbeeld loop/ liep en slaap/sliep
bij een zwak werkwoord moet je kijken naar het 't kofschip
Slide 9 - Tekstslide
sam en ik ..... gister naar Amersfoort
A
verhuisde(n)
B
verhuizen
C
verhuiste(n)
D
verhuizde(n)
Slide 10 - Quizvraag
voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Slide 11 - Tekstslide
wat weten jullie volt. deelw. bijv. gebruikt?
Slide 12 - Woordweb
uitleg
het bijvoeglijk naamwoord is een werkwoord.
een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
voorbeelden:
de verdwaalde kinderen
de gesloten winkel
Slide 13 - Tekstslide
maak de zin compleet: hij zou het ...... hek wel verven
A
smeden
B
gesmede
C
gesmeede
D
gesmeedde
Slide 14 - Quizvraag
spelling
het bevat altijd een -T of -D: 3. bij sterke werkwoorden is het voltooid -het gelande vliegtuig deelwoord en het bijvoeglijk gebruikt -de verlote cadeaus voltooid deelwoord het zelfde:
2. je krijgt maar 1 klinker: -de gevallen jongen
-het geknede deeg - de geschrokken vrouw -de gepote plantjes 4. bij uitspraakproblemen krijg je wel een dubbele medeklinker
- het geredde kind
Slide 15 - Tekstslide
-het proefwerk is gemaakt -het huis is verbouwd. -het boek is gelezen
Slide 16 - Open vraag
wat weten jullie over voltooid deelwoorden
Slide 17 - Woordweb
uitleg
Ge, Be, Ver of ont ( gebeurd, verwacht, ontdekt, herkent)
voltooid deelwoord zit meestal achterin de zin
eindigt op d, t of en
voltooid deelwoord staat nooit als enige ww in de zin
Slide 18 - Tekstslide
maak de zin compleet: Hij heeft daarmee een mooie beker....(winnen)