5.1

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Uitleg paragraaf 5.1
  • maken opdrachten paragraaf 5.1

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 5.1
  • Hoe is de economie in ons land georganiseerd?
  • Welke invloed heeft de overheid op de economie?
  • Welke instanties geven er advies aan de overheid?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Marktwerking
  • Particuliere sector 
  • Aanbieders concurreren met elkaar → prijs en/of kwaliteit 
  • Lage prijs? → producenten moeten lage kosten hebben
  • Hoge kwaliteit? → telkens producten verbeteren + service

Slide 5 - Tekstslide

Planeconomie
  • GEEN marktwerking
  • Voorbeeld: Noord-Korea (vroeger Cuba en China)

Overheid bepaalt...
  1. Wat er geproduceert wordt 
  2. Hoeveel er geproduceert wordt 
  3. Door wie er geproduceert wordt 
  4. Tegen welke prijs er geproduceert wordt

Slide 6 - Tekstslide

Vrijemarkteconomie
  • Vraag & aanbod bepaalt de prijs
  • overheid grijpt niet in met regels/wetten
  • V.S. lijkt hier op
  • Nergens helemaal → overal een overheid die maatregelen neemt 

Slide 7 - Tekstslide

Sociale markteconomie
  Taken van de overheid
  • zorgen voor veiligheid (politie en leger)
  • gezondheidszorg (ziekenhuizen)
  • sociale zekerheid (uitkeringen)
  • zorgen voor volkshuisvesting (wonen)
  • zorgen voor onderwijs


Slide 8 - Tekstslide

collectieve sector & particuliere sector
Collectieve sector
Alle bedrijven die voor de overheid werken. Levert goederen en diensten waar iedereen gebruik van kan maken.

Particuliere sector
Bedrijven die goederen en diensten willen verkopen om winst te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Privatiseren
Activiteiten  van collectieve sector → particuliere sector

Voordelen:
  • Minder kosten en organisatie voor de overheid.
  • Prijzen kunnen lager worden door marktwerking.

    Nadelen:
  • Overheid verliest macht.
  • Sommige activiteiten stoppen misschien.
Redenen
  1. Overheid verwacht betere kwaliteit of lagere prijs
  2. Overheid vindt het niet meer nodig om het zelf te doen

Slide 10 - Tekstslide

Adviseurs van de overheid
De overheid kan bij het maken van keuzes op economisch gebied informatie en/of advies krijgen van:

  •  CBS


  •  CPB


  •  SER


CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek:
  • Verzamelt informatie over oa economische veranderingen.
CPB = Centraal Planbureau:
  • Onderzoekt wat de gevolgen kunnen zijn van economische beslissingen.
SER = Sociaal Economische Raad
  • Adviseert over sociaal-economische onderwerpen.
  • Bestaat uit werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen.

Slide 11 - Tekstslide

Maken opdrachten

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

Lees de theorie en begrippen van 5.1

Kies uit de volgende opdrachten:
  • opdrachten 5.1 witte blz. (blz. 140 t/m 143) kies van iedere paragraaf 8 opdrachten
  • oefenopgaven 5.1 alle opdrachten (blz. 158 en 159)
  • alle rekenopdrachten (groen blz. 162 en 163)
  • maak een eigen samenvatting.


Slide 13 - Tekstslide

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 14 - Sleepvraag

In welke sector vind je alle bedrijven terug?
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen.
B
De overheid betaalt de voorzieningen.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer de overheid taken uitbesteedt of overdraagt aan particuliere bedrijven, noem je dit
A
particuleren
B
privatiseren
C
ex-overheid
D
bedrijfsleven

Slide 17 - Quizvraag

Hoe is de economie in ons land georganiseerd?

Slide 18 - Open vraag

Welke invloed heeft de overheid op de economie?

Slide 19 - Open vraag

Welke instanties geven er advies aan de overheid?

Slide 20 - Open vraag