Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3KBL H4 Taalverzorging
Welke woordsoorten ken je?
1 / 20
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke woordsoorten ken je?
Slide 1 - Open vraag
Doel
Je kunt een lw, ww, zn en bn herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Lidwoord (lw)
de
het
een
Je kunt een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord zetten.
Voorbeelden:
de
koning,
het
legioen,
een
schnitzel
Slide 3 - Tekstslide
Door middel van een echo kan het geslacht van de baby worden bepaald.
Slide 4 - Open vraag
Zelfstandig naamwoord (zn)
Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een
mens:
bakker, journalist
dier:
hagedis, vleermuis
plant:
buxus, klaproos
ding:
hometrainer, secondewijzer
Slide 5 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoord (zn)
Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten.
fiets
- de
fiets
Slide 6 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoord (zn)
Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden.
A
lmere, Bente, De Jong, Feyenoord, KPN, John
, enz.
Slide 7 - Tekstslide
Wie wordt de nieuwe burgemeester van Roosendaal?
Slide 8 - Open vraag
Werkwoord (ww)
Een werkwoord (ww) geeft aan wat iets of iemand doet of overkomt.
Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen.
Je kunt een werkwoord vervoegen door er ik, hij, wij voor te zetten.
schrijven: schrijf, schrijft, schrijven, schreef, schreven,
geschreven, schrijvend
Slide 9 - Tekstslide
Een giraf kan binnen een paar uur na de geboorte staan en lopen.
Slide 10 - Open vraag
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het staat voor of achter een zelfstandig naamwoord.
De
rode
tomaat. – De tomaat is
rood
.
Slide 11 - Tekstslide
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van wat voor stof iets is gemaakt.
Een
wollen
trui.
Slide 12 - Tekstslide
Dat nieuwe parfum ruikt erg zoet.
Slide 13 - Open vraag
De jonge student kocht bij de Rotterdamse kringloopwinkel een houten tafel en een leren bankstel.
Slide 14 - Open vraag
Voorzetsel (vz)
Is een kort woord dat vak een tijd of plaats aangeeft, zoals
in, op, na, tijdens, door
.
Slide 15 - Tekstslide
Voorzetsel (vz)
Kastwoorden
voor
de kast
op
de kast
achter
de kast
naast
de kast
in
de kast
Slide 16 - Tekstslide
Voorzetsel (vz)
Feestwoorden
tijdens
het feest
tot
het feest
na
het feest
bij
het feest
zonder
het feest
Slide 17 - Tekstslide
Tijdens de vakantie wandelden we in het park.
Slide 18 - Open vraag
Aan het werk
Maak online H4 Taalverzorging Woordsoorten
Slide 19 - Tekstslide
Benoem de woorden in de onderstaande zin.
Jayden is een goede keeper.
A
BN – WW – LW – ZN - BN
B
BN – WW – LW – BN - ZN
C
ZN – WW – LW – BN - ZN
D
ZN – WW – LW – ZN - BN
Slide 20 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
1TH Woordsoorten: vz
Mei 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
1TH Woordsoorten: vz
Mei 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
1TH Woordsoorten: vz
April 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
H3: Grammatica
Februari 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1TH Woordsoorten herhaling
November 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
1TH Woordsoorten herhaling
Mei 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
Grammatica 4.7
Maart 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Woordsoorten
November 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2