2.1 Stoffen in huis

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
- Inhaal plannen
- Introductie maken H2
- Leerdoelen van par 2.1 
- Uitleg van par 2.1 
-  Samen oefenen met lessonup
- Zelfstandig aan het werk 
- Huiswerk opschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Inhaal 

Slide 5 - Tekstslide

Introductie H2 
Wat? Maak de opdrachten 1 t/m 10
Hoe? Helemaal stil!!
Klaar? Lees 2.1 stoffen in huis. 
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

H2 stoffen
werken met stoffen
2.1 Stoffen in huis
STOFFEN

2.1 Stoffen in huis

Slide 7 - Tekstslide

Stoffen in huis

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt 4 stofeigenschappen noemen
  • Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn. 
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. 

Slide 9 - Tekstslide

Stofeigenschappen

Slide 10 - Woordweb

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 11 - Tekstslide

Veiligheid
Bij sommige stoffen is het belangrijk om te weten welke stof het is. Dit is bijvoorbeeld zo bij giftige stoffen. 

Op de verpakking van deze stof staat een 
gevarensymbool.

Dit symbool vind je vaak op de verpakking van poetsmiddelen.


Slide 12 - Tekstslide

Veiligheid
Het is daarom slim om alles in hun eigen verpakking te laten zitten zodat je altijd weet wat er in zit!




Slide 13 - Tekstslide

Veiligheid
Ook is het verstandig om spullen met dezelfde toepassingen bij elkaar te zetten. 

Toepassingen zijn bijvoorbeeld: 
voedingsmiddelen, schoonmaakspullen of medicijnen



Slide 14 - Tekstslide

Wat is hier gebeurd volgens jullie?

Slide 15 - Tekstslide

Wat kan er fout gaan?
Mijn vriend wil de badkamertegels schoon maken.
Op internet staat dat dit goed gaat met een mengsel van
10 mL bleek, 5 mL schoonmaakazijn en 40 mL water. 
Hij mengt deze vloeistoffen in een leeg waterflesje. 
Er is nog van het mengsel over en daarom zet hij het flesje op het aanrecht neer.  Hij bedenkt dat hij nog boodschappen moet doen en gaat naar de supermarkt. 

Slide 16 - Tekstslide

In welke stofeigenschap verschillen cola en sinas?
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Kleur, geur en smaak

Slide 17 - Quizvraag

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Slide 18 - Open vraag

Verzin twee stoffen die op elkaar lijken maar verschillen in geur

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent dit symbool
A
Bijtend
B
Mileu gevaarlijk
C
Giftig
D
Ontvlambaar

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Bijtend
D
Mileu gevaarlijk

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is het niet verstandig om poetsmiddel in hetzelfde kastje te zetten als voedingsmiddelen?

Slide 22 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat?  Lees paragraaf 2.1 voor jezelf en maak opgave 1 tot en met 12.
Hoe?  Helemaal stil!!
Hulp? vraag de docent 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
Je kunt 4 stofeigenschappen noemen
Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.
Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven
Klaar? Nakijken!
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst en maak: 
KGT
opgave 1 tot en met 12 van 2.1.


Klaar? Nakijken
BK
2.1 
1 tot en met 10
2.2
1 tot en met 8
Klaar? Nakijken
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide