2.1 stoffen

H2 stoffen
werken met stoffen
2.1 Stoffen in huis
STOFFEN

2.1 Stoffen in huis
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 stoffen
werken met stoffen
2.1 Stoffen in huis
STOFFEN

2.1 Stoffen in huis

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt 4 stofeigenschappen noemen
  • Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn. 
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid
  • Dichtheid 

Slide 3 - Tekstslide

Veiligheid
Bij sommige stoffen is het belangrijk om te weten welke stof het is. Dit is bijvoorbeeld zo bij giftige stoffen. 

Op de verpakking van deze stof staat een 
gevarensymbool.

Dit symbool vind je vaak op de verpakking van poetsmiddelen.


Slide 4 - Tekstslide

Veiligheid
Het is daarom slim om alles in hun eigen verpakking te laten zitten zodat je altijd weet wat er in zit!




Slide 5 - Tekstslide

Veiligheid
Ook is het verstandig om spullen met dezelfde toepassingen bij elkaar te zetten. 

Toepassingen zijn bijvoorbeeld: 
voedingsmiddelen, schoonmaakspullen of medicijnen



Slide 6 - Tekstslide

Wat is hier gebeurd volgens jullie?

Slide 7 - Tekstslide

In welke stofeigenschap verschillen cola en sinas?
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Kleur, geur en smaak

Slide 8 - Quizvraag

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Slide 9 - Open vraag

Verzin twee stoffen die op elkaar lijken maar verschillen in geur

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent dit symbool
A
Bijtend
B
Mileu gevaarlijk
C
Giftig
D
Ontvlambaar

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Bijtend
D
Mileu gevaarlijk

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag
Lees de tekst en maak: 
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is het niet verstandig om poetsmiddel in hetzelfde kastje te zetten als voedingsmiddelen?

Slide 14 - Open vraag