Toets bespreken

De leestoets bespreken
Waarom doen we dat?
Als je een onvoldoende haalt, weet je dat je de volgende keer misschien iets beter of anders moet leren.

Door de toets te bespreken weet je precies wat er nog niet zo goed ging en kun je voor de volgende toets een (nog) beter cijfer halen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De leestoets bespreken
Waarom doen we dat?
Als je een onvoldoende haalt, weet je dat je de volgende keer misschien iets beter of anders moet leren.

Door de toets te bespreken weet je precies wat er nog niet zo goed ging en kun je voor de volgende toets een (nog) beter cijfer halen.

Slide 1 - Tekstslide

Concentratie
Het is zeker een behoorlijke tijd dat je moet denken en luisteren. Ik snap dat ik veel van jullie vraag, maar jullie weten nu dat het wel heel belangrijk is!

Ik weet dat jullie het kunnen!

Na de bespreking wil ik graag de toetsen weer terug.

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat doe je als je verkennend leest? Kies twee antwoorden.
 Als je verkennend leest, bekijk of lees je... (1 pt.)

A. de informatie die onder de tekst staat
B. de eerste twee alinea’s
C. de tekst met extra aandacht
D. de tekst zin voor zin
E. de titel en de tussenkopjes

Slide 3 - Tekstslide

2. Wat zijn de tussenkopjes van tekst 1? (1 pt.)
Straf
Schaamte

Slide 4 - Tekstslide

3. Schrijf onder elkaar de woorden: ‘inleiding’, ‘kern’ en ‘slot’. Noteer daarachter de juiste alineanummers van tekst 1. (1 pt.)

Inleiding: alinea 1
Kern: alinea 2, 3 en 4
Slot: alinea 5

Slide 5 - Tekstslide

4. Wat is het onderwerp van tekst 1? (1 pt.)
 
A. buikpijn en slapeloze nachten
 B. het tv-programma Foute Vrienden
C. Pepijn, Pim, Klaas en Albert-Jan

Slide 6 - Tekstslide

5. In regel 17 van tekst 1 staat: ‘Heel lastig was dat soms.’
 Wat wordt bedoeld met ‘dat’? (1 pt.)


A. dat de acteurs door de grond gingen en weg wilden
B. dat je een goede opname krijgt, ook al voel je je rot
C. dat mensen zich toch schaamden voor hun reactie
D. dat ze leuke scènes soms moesten weggooien

Slide 7 - Tekstslide

6. Waarom hadden de vier vrienden in tekst 1 buikpijn en slapeloze nachten? (1 pt.)
A. Omdat ze bang waren dat ze zouden verliezen en een op maat gemaakt straf zouden krijgen.
B. Omdat ze nooit wisten wat hen precies te wachten stond, maar wel dat het lastig zou worden.
C. Omdat ze zich soms zo schaamden voor hun reactie, dat ze niet meer mee wilden werken.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6 (de 2e)
Bonusvraag - antwoord was B ;)

Slide 9 - Tekstslide

7. Aan welke kenmerken herken je de inleiding van tekst 2?
 Geef twee antwoorden. (1 pt.)

A. Dit gedeelte bevat opvallende woorden.
B. Dit gedeelte herhaalt het belangrijkste uit de tekst.
C. Dit gedeelte is de eerste alinea van de tekst.
D. Dit gedeelte staat apart van de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

8. Wat is het onderwerp van tekst 2? (1 pt.)
A. bijzondere dierenvriendschappen
B. de schrijfster Jennifer S. Holland
C. het boek Onmogelijke vriendschappen

Slide 11 - Tekstslide

9. In regel 1-2 van tekst 2 staat: ‘de Amerikaanse schrijfster Jennifer S. Holland’. Welk ander woord voor ‘schrijfster’ wordt in tekst 2 gebruikt? Schrijf dat woord op. (1 pt.)


Auteur

Slide 12 - Tekstslide

10. De titel van het boek van Jennifer S. Holland is Onmogelijke vriendschappen. Waarom noemt ze de vriendschappen onmogelijk? (1 pt.)
A. Omdat de dieren vaak door mensen uit elkaar gehaald worden en niet bij elkaar kunnen blijven.
B. Omdat de verhalen verzonnen zijn, want vriendschappen tussen dieren bestaan niet in het echt.
C. Omdat de vriendschappen heel ongewoon en bijzonder zijn vanwege de aparte combinaties van dieren.

Slide 13 - Tekstslide

11. Noem vier voorbeelden van vriendschappen tussen dieren die in tekst 2 staan. (1 pt.)
- een das en een vos
- een dolfijn en een potvis
- een pitbull en een pekingeend
- een Afrikaanse schildpad en tien pups
De volgende voorbeelden gaan over liefde/verliefdheid:
- een aap en een kitten
- een ijsbeer en een sledehond


Slide 14 - Tekstslide

12. Alinea 4 van tekst 2 is niet het slot van de tekst. Je hebt geleerd wat er in een slot zou moeten staan. Welke slotalinea past het best bij tekst 2? (1 pt.)
A. Als je wilt, kun je zelfs een bezoek brengen aan de schildpad, die luistert naar de naam Crouton en zijn beste vriendje Guppy, de pup. Maar dan moet je wel even naar Rocky Ridge in de Verenigde Staten…
B. Er is dus nog heel wat te ontdekken over het dierenrijk en de bijzondere relaties die daar soms ontstaan. Je leest het allemaal in ‘Onmogelijke vriendschappen’ van Jennifer S. Holland.
C. Wil je meer weten over deze bijzondere dierenverhalen van Jennifer S. Holland? Koop dan het boek Onmogelijke vriendschappen, zodat het net als Onmogelijke liefdes een bestseller wordt!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat ga je anders doen voor de volgende toets?

Slide 17 - Open vraag