digibib opdrachten KD 2020 begeleid zorgvrager

opdrachten uit digibib
voorbereidend op de examens kd 2020
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

opdrachten uit digibib
voorbereidend op de examens kd 2020

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 7 canmedsrollen van verpleegkunde
timer
5:00

Slide 2 - Open vraag

de gezondheidsbevorderaar(w1)
de zorgverlener(w2,3,4)
de communicator (w5)
de organisator (W6,7)
reflectieve EBP professional(K2-W1)
samenwerkingspartner ( K2-W2)
kwaliteitsbevorderaar (k2-W3)


V2 Hulp bij praktische zaken, dag invulling of dag besteding
( de zorgverlener) B-K1-W3
Overleg met je begeleider of je hiervan een schriftelijk verslag maakt of mondeling rapporteert wat je bevindingen
zijn.
● Welke vormen van dagbesteding worden er aangeboden binnen de organisatie?
● Hoe past de dagbesteding bij de specifieke behoeften van de zorgvragers in deze branche van zorg?
● Welke dagbesteding wordt aangeboden aan deze zorgvrager?
● Wat staat er in het verpleegplan over de zelfredzaamheid en dagbesteding van deze zorgvrager? Hoe sluit
de dagbesteding hierbij aan?
● Hoe wordt ervoor gezorgd dat de zorgvrager zoveel mogelijk zelf de regie over zijn eigen leven houdt?
● Hoe wordt er rekening gehouden met de wensen en behoeften van de zorgvrager?
● Hoe verloopt de communicatie met de zorgvrager?
● Is er overleg met naastbetrokkenen over de dagbesteding van de zorgvrager?
Evalueer de dag met jouw collega en vraag aan de zorgvrager en/of diens naastbetrokkene in hoeverre bij het
uitvoeren van deze activiteit rekening is gehouden met de wensen en behoeften van de zorgvrager.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

O2  Begeleiden van zorgvragers bij dagelijkse activiteiten
( de zorgverlener) B-K1-W3
Kies een activiteit waarbij het doel is om de zelfredzaamheid van de zorgvrager te vergroten. Denk bijvoorbeeld aan
het begeleiden bij de eetsituatie na een operatie, het aanpassen van de dagbesteding bij iemand die
gedesoriënteerd is, het stimuleren van de persoonlijke zorg in de thuissituatie of aanpassen van de ADL bij iemand
die om een of andere reden beperkt is.
Oefen in verschillende situaties.
● Informeer naar de wensen en behoefte van de zorgvrager en/of naastbetrokkene als het gaat om de
invulling van de dag.
● Kies samen met de zorgvrager een activiteit waardoor de zelfredzaamheid vergroot wordt.
● Stel samen een of meerdere doelen op bij de activiteit.
● Stel samen een stappenplan op.
● Stimuleer de zorgvrager om aan zijn doelen te werken.
● Ondersteun de zorgvrager hierbij.
● Evalueer de uitgevoerde activiteit met de zorgvrager en/of diens naastbetrokkene.
● Vraag feedback aan je collega over het begeleiden van de activiteit

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V4: Opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk.
(de zorgverlener)B-K1-W3
Breng in overleg met een collega en de zorgvrager het sociale netwerk van een zorgvrager in kaart
● Vraag na of er bij deze zorgvrager sprake is van wilsonbekwaamheid en/of een wettelijk
vertegenwoordiger.
● Zo, ja, ga dan na wat dit betekent voor de zorgverlening.
● Vraag na hoe je kunt zien of een sociaal netwerk of naastbetrokkene niet te zwaar belast wordt.
● Vraag na hoe het contact met het sociale netwerk van deze zorgvrager wordt opgebouwd of onderhouden.
● Vraag of je aanwezig mag zijn bij een gesprek van je collega met iemand uit het sociale netwerk.

 Bespreek na het gesprek wat je is opgevallen en hoe je collega het gesprek heeft afstemt op de deelnemers in het
gesprek.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

O4 Opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk 
( zorgverlener)B-K1-W3
Bedenk wat je met betrekking tot de persoonlijke verzorging moet afstemmen met de naastbetrokkene(n) van een zorgvrager. 
Dit om overbelasting van de naastbetrokkene(n) te voorkomen.
● Bespreek dit met je begeleider.
● Om overbelasting te voorkomen oefen je met het voeren van gesprekken met de zorgvrager en diens naastbetrokkene(n) over de taakverdeling met betrekking tot de persoonlijke verzorging.
● Bespreek je bevindingen met de zorgvrager en naastbetrokkene(n).
● Zet acties in om overbelasting bij de naastbetrokkene(n) te verminderen of te voorkomen.
● Evalueer deze gesprekken en de ingezette acties, met je begeleider.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V4: De rol van het sociale netwerk (communicator)
B-K1-W5
In deze opdracht ga je deze termen onderzoeken op jouw BPV-plek.
Doorloop hiervoor de volgende stappen:
● Zoek de volgende termen op of vraag aan collega's na wat de termen participatie, draagkracht en draaglast
betekenen als het gaat om het sociale netwerk van de zorgvrager.
● Zoek op of vraag aan collega’s wat de visie van de instelling is als het gaat om participatie van het sociale
netwerk.
● Zoek op of vraag aan collega’s welke richtlijnen en protocollen van de BPV van toepassing zijn, op het
behouden of vergroten van de participatie van het sociale netwerk in de zorg voor de zorgvrager. Denk
hierbij aan patiëntveiligheid, wetten, -regels, -richtlijnen en -protocollen.
● Verdiep je in de zorgvragers door zorgplannen door te lezen en te kijken wat daar in staat over de
betrokkenheid van het sociale netwerk.
● Bespreek je bevindingen met je begeleider.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V2:Informele zorg (organisator)
B-K1-W6
Onderzoek hoe de coördinatie van zorg met de informele zorgverleners wordt georganiseerd. Gebruik voor je onderzoek onderstaande vragen. 
Verwerk je antwoorden en je bevindingen in een verslag.
● Op welke wijze worden de informele zorgverleners betrokken bij de zorg?
● Welke overlegvormen zijn er met de mantelzorgers, vrijwilligers binnen de zorgverlening?
● Hoe wordt er gewerkt aan participatie binnen de zorg? Denk hierbij aan de afstemming en afspraken die
hierover gemaakt zijn.
● Op welke wijze worden de informele zorgverleners geïnstrueerd over de zorgverlening?
● Welke middelen worden ingezet binnen de afstemming en communicatie met de informele zorgverlener?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
  1. Beschrijf wanneer  je spreek van wilsonbekwaamheid bij een meerderjarige?
  2. wie kan allemaal als vertegenwoordiger optreden?
  3. beschrijf wat een plicht van een arts is, naar de vertegenwoordiger? 
  4. wat wordt verstaan onder de term "participatie"?

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht nabespreken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met het SOFA-model kan je de verschillende rollen van een mantelzorger herkennen.

Welke van de onderstaande keuzes hoor NIET bij het SOFA model?
A
Samenwerken
B
Overnemen
C
Faciliteren
D
Afstemmen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
bezoek krijgen en een praatje maken
A
emotionele ondersteuning
B
gezelschap
C
informatieve ondersteuning
D
waardering

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
ergens heen gebracht worden, een boodschap die voor je gedaan wordt.
A
waardering
B
emotionele ondersteuning
C
instrumentele ondersteuning
D
informatieve ondersteuning

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
een folder van iemand krijgen of informatie hoe je iets het beste kan aanpakken
A
gezelschap
B
informatieve ondersteuning
C
instrumentele ondersteuning
D
waardering

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 4 fasen van HOZ
timer
1:30

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 3 pijlers bij HOZ
timer
1:30

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste woord in: Als een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont of beschadigd is, spreek je van een.......
timer
0:20

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste antwoord in:
Het gevolg van een stoornis is een bepaalde .........
timer
0:20

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

thema pijn

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

23 februari & 2 maart
2 maart tevens
nabespreken
Aan de slag!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies