In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H3 English Term 4
week 14
Slide 1 - Tekstslide
Engels H3B instructie
Eerst instructie groep A in lokaal
Dan instructie groep B in lokaal
Maak de Weektaak en lever in op papier/SOM voor 13.00 uur
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Periode 4
Luistervaardigheid test (2x) - in de week van 10 mei
Leesvaardigheid test (3x)- in Testenweek
Mondeling in werkgroepje (2x) - in PO-week
Bijspijkerprogramma
Nog niet op H4 niveau (= Intermediate)? Dan werk je ook deze periode in Holmwoods.
Slide 4 - Tekstslide
This week
Listening: watch & choose the correct answer
Reading: top 5 tips
Speaking: tips and practise
Grammar: a/an and plurals
Maak en doe de Weektaak, kijk hem na & lever in bij mij / op SOM
Slide 5 - Tekstslide
Listening
- De test in week ... is op school, op je eigen laptop en met je eigen oortjes. Neem je laptop en oortjes dus mee.
- Oefening Luistervaardigheid:
Slide 6 - Tekstslide
Kijk- en luistervaardigheid
Slide 7 - Tekstslide
Om de kijk- en luistervaardigheid te oefenen gaan jullie een filmpje kijken met James Cordon en Tom Cruise. Tussen de fragmenten door moet je een paar vragen beantwoorden.
Succes!
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Tom Cruise had verwacht dat James niet zou durven en af zou zeggen. Waar is dat niet gebeurd?
A
James had er juist zin in.
B
Tom nam zijn telefoon niet op.
C
James had het nummer niet goed opgeslagen.
D
De telefoon was kapot.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Waar springen ze het vliegtuig uit?
A
vanaf de vleugel
B
door de zijdeur
C
ze springen er niet uit
D
uit de achterkant
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Wat vind James van Danny?
A
Hij ziet er alsof hij naar een feestje gaat
B
Hij dacht dat hij gedronken had
C
Hij vond hem er betrouwbaar uitzien
D
Een ervaren sky-diver
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
TRUE
FALSE
James ging meedoen aan een auditie voor een actiefilm
Jay Leno heeft ook parachute gesprongen
Ze gaan in de lucht vechten
Slide 16 - Sleepvraag
James denkt dat als ze doodgaan
A
ze hem rond zullen rijden in een auto
B
Tom vergeten zal worden
C
alle focus op Tom zal zijn
D
alle focus op hem zal zijn
Slide 17 - Quizvraag
Wat neemt James mee het vliegtuig in?
A
candy
B
toiletries
C
something to drink
D
travel medicine
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Wat zegt James over de kleding?
A
Tom draagt heel normale kleding en hij niet
B
Hij zou graag een jeans en trui aan willen
C
hij is blij dat hij een soort Baby Bjorn pak draagt
D
Hij vind dat Tom eruit ziet als een baby.
Slide 20 - Quizvraag
Tot welke hoogte gingen ze vliegen?
A
7.000 ft
B
5.000 ft
C
8.000 ft
D
10.000 ft
Slide 21 - Quizvraag
Reading (3x) - Top 5 TIPS
ABCD: streep eerst de 2 Bullshit-antwoorden weg
Je houdt dan goede antwoord en instinker over
Goede antwoord: kern/ vaakst genoemd
Wees DOM: alles staat in de tekst - doordenken is a no-go!
Bij twijfel: je eerste antwoord is het vaakst goed
Slide 22 - Tekstslide
Speaking (2x)
- Speaking test - in work group, in PO week
- Speaking tips
- Practise your speaking (see handout Weektaak)
Slide 23 - Tekstslide
Speaking tips
th
The u in but
p / t / k and aspiration ('tango' - 'kill' - 'paper')
A cup of tea -> A-cup-o-tea
When in doubt: use fillers. 'I really don't know what to say right now', 'I need a moment here' 'I'm sorry, I don't remember the correct word'. How do you say 'fantastisch' in English?'.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Grammar
a / an:
a hospital an honest mistake
a University an Uber
a fork an FBI agent
Let op: als in de uitspraak van het woord de 1e letter een KLINKER (a/e/o/i/u/etc) is -> dan komt er AN voor dat woord
Slide 26 - Tekstslide
Grammar - a/an
Als de eerste letter in de UITSPRAAK een klinker (a/e/o etc) is dan zet je AN voor dat woord.
Example: an FBI agent ('e') - an hour ('au')
Als de eerste letter in de UITSPRAAK een medeklinker is dan zet je A voor dat woord.
Example: a UFO ('j') - a European country ('j')
Slide 27 - Tekstslide
... magazine
A
a
B
an
Slide 28 - Quizvraag
... unicorn
A
a
B
an
Slide 29 - Quizvraag
.....hour
A
a
B
an
Slide 30 - Quizvraag
Grammar - plurals (meervoud)
Standaardregel: zet -s achter de noun (zelfst.nw.)
toy - toys
Uitzonderingen
medeklinker+y verandert in -ies -> baby - babies
-f/-fe verandert in -ves -> knife - knives
s-klank krijgt -es achter de noun -> witch - witches
sommige moet je uit je hoofd leren -> child - children - man-men
Slide 31 - Tekstslide
What's the plural of baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
Slide 32 - Quizvraag
What's the plural of knife?
A
knives
B
knifes
C
knivves
D
knive's
Slide 33 - Quizvraag
What is the plural of man?
A
mans
B
mannen
C
men
D
man's
Slide 34 - Quizvraag
What is the plural of child?
A
child's
B
children
C
childs
D
childes
Slide 35 - Quizvraag
Weektaak Engels
Volg de les van deze week
Do Weektaak, check your answers & lever in (SOM/papier)