3.3 verder Hoofdzaken en bijzaken

H 3.3 Lezen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H 3.3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Samen klassikale instructie

- Basis zelfstandig verder

- Kader blijft klassikaal meedoen

- Aan de slag H3.3

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet een tekst eruit?
Elke tekst is anders, maar toch heeft elke tekst dezelfde bouw
- Inleiding: Onderwerp, trekt aandacht van de lezer

- Middenstuk: Kern
Onderwerp wordt besproken, bestaat uit verschillende alinea's

- Slot: Belangrijkste informatie uit de tekst, doel wordt duidelijk

Slide 3 - Tekstslide

Word- document openen..
  • Alinea's
  • Regelnummers 

Slide 4 - Tekstslide

Basis (Aan de slag)
Tekstdoelen:
https://www.youtube.com/watch?v=hSuMkdoodqA
Nauwkeurig lezen:
Lesstof lezen

Aan de slag:
Opdracht 13 t/m 15 + 17 Klaar? Opdracht 16

Slide 5 - Tekstslide

En weet je dan ook
wat een toelichting is?

Slide 6 - Woordweb

Even herhalen:
wat is een kerzin ook alweer?

Slide 7 - Woordweb

Een kernzin is de belangrijkste zin van een alinea.


Een toelichting is de rest van de alinea. De toelichting geeft informatie over de kernzin (het licht de informatie toe) 

Slide 8 - Tekstslide

Pietje heeft voor zijn verjaardag een nieuwe fiets gekregen. De fiets is blauw en heeft 13 versnellingen.
A
de eerste zin is de kernzin
B
de tweede zin is de kernzin

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdzaken en bijzaken
Zoals een alinea een kernzin heeft met een toelichting, 
kan een hele tekst bestaan uit hoofdzaken en bijzaken.

De hoofdzaken doen ertoe. De bijzaken zijn daar alleen maar een aanvulling op. 

Slide 10 - Tekstslide

Bijzaken kunnen zijn: 
- een voorbeeld
- een aanvulling 
- een uitleg

Slide 11 - Tekstslide

Een kernzin uit een alinea is een..
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 12 - Quizvraag

Het vorige hoofdstuk hebben we het gehad over de
'opsomming'


Bij een opsomming worden meerdere dingen achter elkaar genoemd (opgesomd). Dit herkende je aan de signaalwoorden
en
ten eerste 
ook 

Slide 13 - Tekstslide

Een opsomming is een 'tekstverband'.  

Het legt verbanden in de tekst, verbindt bepaalde onderdelen met elkaar. 

Dit hoofdstuk gaan we oefenen met het tekstverband 
'tegenstelling'

Slide 14 - Tekstslide

Tekstverband:
Tegenstellingen

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld
van een tegenstelling

Slide 16 - Woordweb

Aan de slag
Kader: 3.3 opdracht 10 t/m 17
Klaar?
Opdracht 18 + 19

Basis: opdracht 13 t/m 15 + 17  
Klaar?
Opdracht 16

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide