Les 2 - Geschiedenis van de media

Les 2. geschiedenis van de  media
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 2. geschiedenis van de  media

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
1. Nieuws van de dag
2. De geschiedenis van de media
3. Inleiding

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht: Geschiedenis van de media
Je luistert naar de informatie die je krijgt over de geschiedenis van de media. Tijdens het luisteren schrijf je steekwoorden op.

Als je alle informatie gekregen hebt, werk je de informatie uit in een verslag voor je periodeschrift. Het verslag heeft een inleiding, een kern (bestaande uit meerdere alinea's) en een slot. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oudheid.
Acta diurna
Geïntroduceerd door Julius Ceasar 50 v. Chr

De eerste vorm van nieuwsvoorziening
Maar er was een probleem...

Slide 9 - Tekstslide

Middeleeuwen.
Nieuws van de straat
  • De stadsomroeper verspreidde twee soorten nieuws:
1. actuele nieuwsberichten (op vaste tijden)
2. afzonderlijke nieuwsberichten (als er iets bijzonders was gebeurd)

  • Andere belangrijke bronnen waren: muzikanten en reizende handelaren


500 na Christus tot aan ongeveer 1500.
Don't shoot the messenger

Slide 10 - Tekstslide

Kloosters
Schrijven deden de monniken op perkament. 
 Dat was letterlijk monnikenwerk: zij waren maanden bezig met het overschrijven van de bijbel. 

 Het was erg duur om te maken, daar koop je nu een huis voor.. 
 
In het Latijn
Deze werden gekopieerd en verspreid.

Slide 11 - Tekstslide

De volgende stap?
  • Monniken schreven de bijbel over met de hand.
  • De Duitser Johannes Gutenberg (ca. 1397-1468) vindt de boekdrukkunst uit. 
  • een van de grooste uitvindingen ooit!

middeleeuwen en tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 12 - Tekstslide

Was de impact van de boekdrukkunst gelijk merkbaar?

Slide 13 - Tekstslide

Verlichting
Mensen gingen anders denken omdat meer mensen leerden lezen.

Mensen waren dol op feitjes en weetjes.  
Wetenschap en uitvindingen stond vol in de belangstelling (van vooral de rijkere burgers!)
Nog lang niet iedereen kon lezen.



18e eeuw

Slide 14 - Tekstslide

Beter onderwijs
Mensen hadden: 
  1. beter onderwijs
  2. meer geld 
  3. stemrecht
Zij wilde beter geïnformeerd worden. Het lezen van de krant hielp hierbij.

20ste eeuw

Slide 15 - Tekstslide

Eerste kranten  (1620)
Eerste kranten: bestuurders waren bang dat kranten zouden oproepen zich tegen hen te verzetten. Ze verboden journalisten bepaalde dingen in de krant te schrijven en maakten kranten duur.

1848: Vrijheid van drukpers, persvrijheid en uitingsvrijheid.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Nieuwe economische groei
In de jaren negentig begon de economie weer flink te groeien. Belangrijk was de opkomst van nieuwe media.
Ook het internet kreeg een enorme impact op de maatschappij. 

Nieuwe media: (ook wel digitale media) media die zijn ontstaan na de televisie, zoals internet en mobiele telefonie.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De huidige informatiemaatschappij

  • Televisie
  • Computer
  • Social media
  • Internet 

Slide 24 - Tekstslide

Informatiemaatschappij
https://schooltv.nl/video/informatiemaatschappij-hoe-laat-de-maatschappij-zich-informeren/#q=informatiemaatschappij

Slide 25 - Tekstslide

De informatiemaatschappij
  • In deze postindustriële samenleving ontstond opnieuw groei. 
  • Door de uitvinding van mobiele telefonie en internet bloeide de welvaart weer op. 
  • Hierdoor werden tweede en derde vakanties normaal.
  • Vliegtuig ontwikkelde zich tot vervoersmiddel voor de massa. 
  • Mobiele telefoon en laptops werden standaarduitrusting. 
  • Het gebruik van elektronische communicatie middelen werden onmisbaar. 

Slide 26 - Tekstslide

Globale cultuur

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht: de geschiedenis van de media
Je werkt de aantekeningen die je gemaakt hebt uit in een verslag voor jouw periodeschrift.
Jouw verslag bestaat uit een inleiding, een middenstuk met meerdere alinea's (deelonderwerpen) en een slot.
 Het laatste deelonderwerp is 'de huidige informatiemaatschappij'. Beschrijf in deze alinea hoe nieuws tegenwoordig verspreid wordt. Wat heeft dit voor gevolgen? 

Let op formulering, spelling en interpunctie.


De presentatie kun je terugvinden in LessonUp. 

Slide 28 - Tekstslide


Kranten en tijdschriften

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Inleiding
Deze periode gaat over het thema media. Media is het meervoud van medium. Een medium is: radio, televisie, krant en tegenwoordig ook het internet.
 
De media wordt gebruikt om nieuws te verspreiden. We leren deze periode om kritisch naar het nieuws te kijken. We bekijken verschillende vormen van media, zoals verschillende kranten, nieuws op tv en het internet en we besteden aandacht aan social media. We bekijken verschillende tekstsoorten en gaan in op het doel van deze tekstsoorten en het publiek waarop een tekst gericht kan zijn. We gaan deze tekstsoorten niet alleen bekijken, maar ook zelf schrijven! Interpunctie, spelling en tekstopbouw staan centraal bij het schrijven van de verschillende teksten. 


Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk woensdag 5 april
  1. Inleiding in het net
  2. De geschiedenis van de media

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Jij in het nieuws over 10 jaar
We zijn beland in 2031 en jij haalt het wereld nieuws!
Waarmee, waarom, in welke krant?
Maak een eigen krantenartikel, compleet met foto/tekening over jouw eigen wereld nieuws.
Zorg voor een goede opbouw van je artikel.
Start met een duidelijke inleiding, een kernachtig middenstuk en een goed afsluitend slot.  Minimaal 3/4 A4 

Slide 34 - Tekstslide