LE 17 Les 5

Les 5
Persoonlijkheidsstoornissen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 5
Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Nabespreken
Leerdoelen
Theorie
Begrippen
Opdracht
Evaluatie 
Huiswerk
Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoornissen hebben we vorige les besproken?

Slide 3 - Open vraag

Angststoornis
obsessief compulsieve stoornissen
stressorgerelateerde stoornis
dissociatieve stoornissen
somatisch-symptoomstoornis
Leerdoelen

De student
- Legt uit wat persoonlijkheid is
- Benoemt aan welke voorwaarde voldaan moet worden bij een persoonlijkheidsstoornis
- Legt uit wat de verschillen zijn tussen cluster A, B en C persoonlijkheidsstoornissen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke persoonlijkheidsstoornis ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is persoonlijkheid? 

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijkheid: onder persoonlijkheid verstaat men de duurzame eigenschappen van een
individu die hem onderscheiden van anderen (identiteit of karakter) (sterk genetisch bepaald).

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3 groepen persoonlijkheidsstoornissen
Cluster A
Cluster B
Cluster C

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijkheidsstoornissen die gekenmerkt worden door vreemd of excentriek gedrag (cluster A), dramatisch, emotioneel of labiel gedrag (cluster B) en nerveus of angstig gedrag (cluster C) 

 Van een persoonlijkheidsstoornis is alleen sprake als er persoonlijkheidstrekken aanwezig zijn die:
duidelijk afwijken van wat verwacht wordt binnen de cultuur waarin de zorgvrager leeft;
zichtbaar worden op minstens twee van de volgende gebieden:
cognities (denken/waarnemen, uitleggen);
affectiviteit (zelfgevoel, beleven van emoties, labiliteit);
interpersoonlijk functioneren (aangaan en onderhouden van relaties);
impulsbeheersing (kunnen uitstellen van behoeften, boos worden);
buitengewoon star zijn en ondermijnend werken op verschillende levensterreinen en beperkingen veroorzaken in het functioneren;
lijden veroorzaken voor de zorgvrager zelf en/of zijn omgeving.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkomen in de bevolking
Zowel in de algemene bevolking als in patiëntengroepen komen cluster-B- en cluster-C-het meest voor. 
In de psychiatrie komen cluster-C-persoonlijkheidsstoornissen het meest voor. 
In de verslavingszorg komen cluster-B-persoonlijkheidsstoornissen het meest voor. 



Slide 10 - Tekstslide

Persoonlijkheidsstoornissen behoren tot de meest voorkomende psychiatrische stoornissen. Geschat wordt dat in Nederland tien tot vijftien procent van de bevolking kampt met een persoonlijkheidsstoornis
Oorzaken
temperament
stressgevoeligheid
neurobiologische factoren
Onveilige hechting
trauma's in kinderleven/ erfelijkheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A
De centrale kenmerken van de cluster-A-persoonlijkheidsstoornissen zijn vervormingen in de waarneming en het denken, en defecten op het gebied van vertrouwen en hechtingsrelaties. 

Slide 12 - Tekstslide

Vandaar dat dit cluster ook wel wordt beschreven als het ‘vreemde, excentrieke’ cluster, dat de paranoïde, schizoïde en schizo typische persoonlijkheidsstoornis bevat.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster B
De grote gemene deler van de cluster-B-persoonlijkheidsstoornissen is instabiliteit, die zich op verschillende domeinen kan manifesteren (emotieregulatie, impulscontrole, relatievorming en zelfbeeld). Doorgaans wordt de instabiliteit door middel van dramatisch, emotioneel of grillig, onevenwichtig en onvoorspelbaar gedrag duidelijk. 


Slide 14 - Tekstslide

Tot dit cluster behoren de antisociale, de narcistische , de borderline- en de theatrale persoonlijkheidsstoornis.
automutilatie;
suïcidepogingen;
manipuleren;
eisend gedrag;
conflict zoekend gedrag;
verwijtend gedrag;
kinderlijk aandachttrekkend gedrag;
antisociaal en crimineel gedrag.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster C
De cluster-C-persoonlijkheidsstoornissen centraliseren zich rondom het kenmerk angst, die zich op verschillende manieren kan uiten


Slide 16 - Tekstslide

als vermijding bij de ontwijkende, aanklamping bij de afhankelijke of controledrang en perfectionisme bij de obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Behandeling moeizaam door onderbrekingen

Bewustwording
Manieren aanleren om beter met zichzelf en anderen om te gaan

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Leg de kenmerken naast elkaar en bekijk waar de verschillen in zitten. Probeer dat eens te verklaren. 
10 minuten. In duo's 
Thieme/ internet

Eerder klaar, start met je huiswerk maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij geleerd vandaag?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
We gaan door naar de GHZ

Huiswerk is het bijwerken van je openstaande opdrachten in Thieme

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies