Les 13 H1 P3 en P4

Les 13 H1 P3 en P4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 13 H1 P3 en P4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling van de vorige les
  • opdrachten bespreken paragraaf 1 en 2
  • Hoofdstuk 1 paragraaf 3 en 4 bespreken
  • Zelf aan de slag met de opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les
  • Wanneer is er sprake van intertemporele substitutie?
  • Waardoor wordt de rente bepaald? 
  • Welke 3 redenen zijn er om te kiezen voor sparen of lenen?

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Inflatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Inflatie
  • Wat is het?
  • Is het erg?
  • Waardoor ontstaat het?
  • Wat kun je ertegen doen?

Slide 7 - Tekstslide

Inflatie
Het algemene prijspeil: Wat doen de kosten gemiddeld van een 'standaard mandje goederen?'

Slide 8 - Tekstslide

Algemene prijspeil
Stijgt het algemene prijspeil: inflatie
Daalt het algemene prijspeil: deflatie

Slide 9 - Tekstslide

Hoe stijgt dit prijspeil?
  • Toename maatschappelijke geldhoeveelheid (ECB)
  • Verlaging van de rente (ECB)
  • Daling van het aangeboden aantal goederen/diensten

Slide 10 - Tekstslide

Monetair beleid
Wanneer de rente verlaagd wordt door de ECB, noemen we dit monetair beleid: De centrale bank oefent invloed uit.


Doel van de ECB: 2% inflatie.

Waarom niet 0%?

Slide 11 - Tekstslide

Indexcijfers
Wanneer gerekend wordt met
inflatie, wordt vaak gerekend
met indexcijfers.
Indexcijfers werken met 100: Dit is dan het basisjaar.
Wanneer het volgende jaar 9% hoger is dan het basisjaar, krijg die het indexcijfer 109.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldsom
2024 is het basisjaar. Hierin kost een brood €1,20. Wat is dan het indexcijfer als het brood het jaar erna €1,40 kost?
En wat is dan het indexcijfer als het brood het jaar daarna €1,70 kost?

Slide 13 - Tekstslide

Berekenen van de inflatie
  1. Bepaling van het goederenmandje
  2. Bepaling van de wegingsfactoren
  3. Omzetting van prijzen in indexcijfers
  4. Berekening van de consumentenprijsindex
  5. Berekening van de inflatie: de procentuele verandering in de CPI

Slide 14 - Tekstslide

Bepaling wegingsfactor
Als binnen een jaar de prijzen van handdoeken met 100% stijgen en de prijs van benzine, is de PIC geen 50,5%, omdat benzine een veel groter gedeelte van de kosten betreft dan handdoeken.

Slide 15 - Tekstslide

Deflatie
  • Deflatie: het algemeen prijspeil daalt
  • Mechanisme: consumenten en producenten besteden minder, de vraag daalt.
  • Bij een gelijkblijvend aanbod dalen de prijzen.
  • Oorzaak: minder vertrouwen in de toekomst, sparen voor als het in de toekomst tegenzit.




Slide 16 - Tekstslide

Deflatie
Leidt tot deflatiespiraal

Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 18 - Tekstslide