Hoe maak je een goed boekverslag!

Hoe maak je een goed boekverslag?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe maak je een goed boekverslag?

Slide 1 - Tekstslide

De opdracht
In de opdracht die jullie hebben gekregen staan verschillende onderdelen.
Zorg dat je deze onderdelen in de juiste volgorde laat zien.
Je Gebruikt lettertype arial in grootte 12

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat dit er dan uit zien?

Slide 3 - Tekstslide

Je begint met een mooi voorblad
Hier staat op:
- je naam
- je klas
-De naam van je docent Nederlands
-Titel van het boek en de schrijver
-Tip! maak er een mooi geheel van met een plaatje

Slide 4 - Tekstslide

naam: Joep
Klas: Lv1A
Docent: mw. Huber
Boek: Harry potter en de steen de wijzen
Schrijver: J.K. Rowling

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
Als je een inleiding gebruikt vertel je wat de lezer gaat tegenkomen in je verslag en van wie je wellicht hulp hebt gehad.

Slide 6 - Tekstslide

Verwachting en eerste reactie.
Hier leg je uit waarom je het boek hebt gekozen en wat je verwachting is van het boek. Geef ook aan of de verwachting is uitgekomen.
(het is verstandig om de vragen uit de opdracht te gebruiken)

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatting
Hier schrijf je een korte samenvatting. Dit mag van internet afkomen maar geef dan wel aan van welke site je dit hebt. (bronvermelding/link)

Slide 8 - Tekstslide

Eindoordeel
Hier geef je je mening over het boek. Leg dit uit met behulp van argumenten. Ik wil weten waarom je iets vindt.
Je gebruikt daarbij de volgende punten:
  • Gebeurtenissen
  • Personen
  • Opbouw
  • Taalgebruik
  • Evaluatie

Slide 9 - Tekstslide

Gebeurtenissen
  • Waren de gebeurtenissen geloofwaardig? Wat vond je daarvan?
  • Heb je zelf weleens iets dergelijks meegemaakt? Zijn er herkenbare situaties?
  • Ken je andere boeken of films waarin soortgelijke gebeurtenissen plaatsvinden? Welke?
  • Heb je bepaalde gebeurtenissen in het boek als schokkend ervaren? Welke? En waarom?
  • Heeft het boek je aan het denken gezet over een bepaald probleem? Waarom wel of niet? 

Slide 10 - Tekstslide

Personen
  • Kwamen de personen levensecht over of juist niet?  
  • Welke personen vond je aardig en welke vond je onaardig?  
  • Heb je bewondering voor een persoon?   
  • Kon je je goed inleven in de hoofdpersoon?   
  • Herken je gedachten, angsten, blijdschap of emoties van de hoofdpersoon?  
  • Op welke momenten zou jij andere keuzes hebben gemaakt dan de hoofdpersoon? 

Slide 11 - Tekstslide

Opbouw
  • Was het verhaal lastig om te lezen of niet? Wat maakte het lastig?
  • Was er een chronologische vertelvolgorde? Of waren er ook flashbacks?  
  • Vond je het verhaal spannend of niet?
  • Zaten er stukken in die je hebt overgeslagen?
  • Houd je meer van verhalen met een ik-verteller of van een onzichtbare verteller?
  • Heeft je boek een open of een gesloten einde? Wat vind je daarvan? 

Slide 12 - Tekstslide

Taalgebruik
  • Vond je het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen? Kwam dat door moeilijke woorden of door lange zinnen?
  • Ben je zinnen tegengekomen waarin iets op een grappige, goede of mooie manier is gezegd? Kun je daar een voorbeeld bij geven? 

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
  • Hoe vond je het om dit verslag te maken over jouw boek?
  • Ben je tot een andere mening gekomen na het werken aan het boekverslag? Ben je het boek meer of minder gaan waarderen? 


Slide 14 - Tekstslide

Puntenverdeling:
Verwachting en eerste reactie =8 punten
Samenvatting = 10 punten

Eindoordeel = samen 25 punten waarvan:
Gebeurtenissen= 5 punten
Personen= 5 punten
Opbouw= 5 punten
Taalgebruik= 5 punten
Evaluatie= 5 punten

Verzorging Ziet het er mooi uit alle onderdelen mooi verdeeld? = 5 punten
Taalgebruik en spelling (zonder spellingsfouten)= 5 punten

Totaal te behalen punten =53

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht:
Pas je boekverslag zo goed mogelijk aan. Je hebt hiervoor de tijd tot 1 Maart!
Zorg dat alle punten erin voorkomen
Let op lettertype arial grootte 12
Maak er een netjes geheel van zonder spelfouten.
Zorg dat je de onderdelen netjes op de pagina hebt staan.
Denk eraan dit cijfer telt 3X!!!!

Slide 16 - Tekstslide