Les 3 Paragraaf 3 Reacties

Paragraaf 3 Reacties
4 HAVO
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3 Reacties
4 HAVO

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
- Substitutiereacties
- Additiereacties
- Additiepolymerisatie
- Productie van ethanol

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- Aan de hand van een reactievergelijking bepalen of er een substitutie- of additiereactie heeft plaatsgevonden.

Slide 3 - Tekstslide

Vorming van halogeenalkanen
Er zijn twee verschillende manieren om een halogeenalkaan te vormen namelijk:
- een substitutiereactie
- een additiereactie 

Slide 4 - Tekstslide

Substitutiereactie 
Substitueren betekent vervangen.
Bij zo'n reactie heb je een alkaan en een halogeen nodig maar deze verloopt alleen onder invloed van licht (UV-licht)

Als je chloormethaan maakt via een substitutie gebeurd er dit:

Slide 5 - Tekstslide

Substitutiereactie 
Bij een substitutiereactie wordt dus 1 H-atoom vervangen door een halogeenatoom.

Maar wat gebeurd er als je een overmaat van het halogeen toevoegt?
Dan worden er meerdere H-atomen vervangen door een halogeenatoom 
- Er ontstaat dan een reactiemengsel van verschillende stoffen
(zie voorbeeld in je boek) 

Slide 6 - Tekstslide

Additiereactie 
Additie betekent toevoegen
Bij zo'n reactie heb je een alkeen en een halogeenverbinding nodig. 

Tijdens de reactie klapt de dubbele binding open waardoor er twee atomen kunnen binden. 

Slide 7 - Tekstslide

Additiereacties
- Bij additie van een halogeenverbinding zoals HCl bindt het H-atoom aan het ene C-atoom en het Cl-atoom aan de andere C-atoom 
- Bij de additie van waterstof aan een alkeen ontstaat er een alkaan
- Bij additie van water aan een alkeen ontstaat er een alcohol


Slide 8 - Tekstslide

Additiepolymerisatie
Een andere vorm van een additiereactie is een polymeeradditie.
Hiervoor heb je twee alkenen nodig (een monomeer). Doordat de dubbele binding open klapt vormt er een binding tussen de twee alkenen.

Dit kan voor een lange keten zorgen en dat noemen we een polymeer. 

Slide 9 - Tekstslide

Additiepolymerisatie 
Polymeren komen overal in de natuur voor en mensen hebben dit trucje gebruikt om iets te maken wat wij in het dagelijks leven vaak tegenkomen: plastic!

Maar waarom kan je een plastic verpakking makkelijk vervormen en het handvat van een pan niet? 

Slide 10 - Tekstslide

Thermoplasten en thermoharders

Slide 11 - Tekstslide

Productie van ethanol
Ethanol is een verbinding uit de groep van de alkanolen en is beter bekend als alcohol. 

Het is op 2 manieren te maken:
- Een additie van water uit etheen
- Vergisting 

Slide 12 - Tekstslide

Teken de additiereactie van etheen en water waaruit ethanol ontstaat

Slide 13 - Open vraag

Vergisting
Bij dit proces wordt glucose omgezet in ethanol en koolstofdioxide. Voor dit proces heb je enzymen nodig als biokatalysator en deze worden geleverd door levende gistcellen.


Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Tijd: tot 10 minuten voor het einde van de les
Hoe: eerst 5 minuten in stilte daarna in fluistertoon met persoon naast je
Hulp: gebruik je boek en BINAS
Uitkomst: Huiswerk voor volgende week
Klaar? kijk naar paragraaf 4 over ethers. Deze wordt dit jaar niet getoetst maar komt volgende jaar wel terug!
Wat: opdrachten van paragraaf 3

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor reactie heeft hier plaatsgevonden?
A
Additie
B
Substitutie

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor reactie heeft hier plaatsgevonden?
A
Additie
B
Substitutie

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor reactie heeft hier plaatsgevonden?
A
Additie
B
Substitutie

Slide 18 - Quizvraag

Teken de substitutiereactie van propaan met broom (er is geen overmaat aanwezig)

Slide 19 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- Aan de hand van een reactievergelijking bepalen of er een substitutie- of additiereactie heeft plaatsgevonden.

Slide 20 - Tekstslide

Ik heb het lesdoel gehaald!
Aan het einde van deze les kun je:
- Aan de hand van een reactievergelijking bepalen of er een substitutie- of additiereactie heeft plaatsgevonden.
Ja :)
Nee :(

Slide 21 - Poll