Klas 2B/C/D les 31/32 2022/2023

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Guten Tag! :)

Ga rustig zitten op jouw plek en leg jouw spullen op tafel en start jij met Opdracht 4.1 t/m 6.1 blz. 2 

Vul de grammatica van de vorige les op het werkblad. 

Je werkt tijdens de timer alleen en in stilte.  

Kom je er niet uit? Spiek dan in jouw aantekeningenschrift of in het kennisoverzicht. 

 

Programm:

Nakijken a.d.h.v. herhaling

VEEEL grammatica aantekeningen

mini grammatica test

 haben en sein

pers. vnw	haben = hebben	sein = zijn
ich	habe	bin
du	hast	bist
er/sie/es	hat	ist
wir	haben	sind
ihr	habt	seid
sie/Sie	haben	sind

 Regelmatige werkwoorden 

pers.	ich	du	er/sie/es	wir	ihr	sie/Sie
standaard	e	st	t	en	t	en
d/t	e	e st	e t	en	e t	en

formules voor de voltooid deelwoorden 

standaard:    ge + stam + t 

  

stam op d/t:   ge + stam + et    

Onderdelen van vandaag: 

- modale werkwoorden

- getallen t/m 30 

- vraagwoorden  

- kloktijden

- im,am,um

- der + ein schema

Schrijf en luister mee met de aantekeningen. 

Modale hulpwerkwoorden

Getallen t/m 30

Vraagwoorden 

Mini test 

Heb jij de grammatica tot nu toe begrepen? 

Je werkt alleen en in stilte. 

Klaar? Kijk jouw werk na met behulp van het kennisoverzicht. 

Neem de aantekening over :)

Uhr	uur
halb	half
Minuten	minuten
Viertel vor	kwart voor
Viertel nach	kwart over
vor	voor
nach	over

Schrijf de kloktijden voluit in het Duits.

A) Het is kwart voor acht.                   
B) Het is half zes. 

C) Het is kwart voor zeven. 

D) Het is half negen. 

E) Het is vijf voor half drie. 

F) Het is kwart over tien. 

im/am/um

im = in de/het	am = op de/het	um = om
maanden van het jaar	dagen van de week	kloktijden
seizoenen	"Wochenende"

Kies uit: im,am,um

1.  ………… Sommer gehen wir in die Ferien. 
2.  ………… Viertel vor sechs schließt der Geschäft. 
3. Die Sommerferien beginnt ………Juli . 
4. Wir treffen uns ……….. fünf vor neun. 
5. Ich habe Geburtstag ………. Winter. 
6. Ostern feiern wir dieses Jahr………..April.      

DER schema 

	M	V	O	MV
1e	der	die	das	die
4e	den	die	das	die

4e naamval: 

durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 

Schrijf de juiste vormen van het DER schema in de 1e naamval op. 

1. ............. Mutter (v) ist lieb. 

2. ............. Onkel (m) ist streng. 

3. ......... Baby (o) ist süß. 

4............ Eltern (mv) sind schon alt. 

Schrijf de juiste vormen van het DER schema in de 4e naamval op. 

1. Durch ............. Mutter (v) ist sie gebracht. 

2. Für............. Onkel (m) ist die Aufgabe einfach.  

3. Um ......... Baby (o) wird gelachen.  

4. Bis ............ Familie (mv) kommt muss er warten. 

EIN schema 

	M	V	O	MV
1e	ein	eine	ein	eine
4e	einen	eine	ein	eine

4e naamval: 

durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 

Schrijf de juiste vormen van het EIN schema in de 1e naamval op. 

1. ............. Mutter (v) ist lieb. 

2. ............. Onkel (m) ist streng. 

3. ......... Baby (o) ist süß. 

4............ Eltern (mv) sind schon alt. 

Schrijf de juiste vormen van het EIN schema in de 4e naamval op. 

1. Durch ............. Mutter (v) ist sie gebracht. 

2. Für............. Onkel (m) ist die Aufgabe einfach.  

3. Um ......... Baby (o) wird gelachen.  

4. Bis ............ Familie (mv) kommt muss er warten.