5v Nederlands 2022-2023

Nederlands
V5 2022-2023
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
V5 2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Voorstellen
Afspraken
Programma
Start verlichting en kinderliteratuur 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorstellen
JHO = J. Hooijmeijer
Aanwezig alle dagen behalve op woensdag
Plattegrond maken / namenlijst controleren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken 
Iedere les je boek, schrift, snelhechter en Kern mee. 
Je telefoon is tijdens de les in de telefoontas. 
Je zorgt dat je voordat de les begint het eventuele huiswerk in orde is. 
Bij vragen / (verwachte) tegenvallende resultaten volgen we het vakswt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PLA dit jaar 
Periode 1: literatuurgeschiedenis 18e- en 19e-eeuw
Periode 2: afronding literatuurgeschiedenis, tekstanalyse basis, schrijven; uiteenzetting (SE)
Periode 3: tekstanalyse verdieping, schrijven: betoog (SE), debat (SE)
Periode 4: afronding literatuuronderwijs 5V. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module literatuuronderwijs

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuurgeschiedenis 
Vorig jaar 
Middeleeuwen: literatuur van de verschillende standen
Renaissance: wedergeboorte van de klassieken. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting 
Verlichting  = licht
1670 vanuit Nederland en Engeland. 
Kenmerken:
1. Mens op zichzelf vertrouwen: verstand (rede), hart en intuïtie. Rol geloof?
2. Vertrouwen in de toekomst / optimisme. 
3. Mondig worden en kritisch nadenken. 



Slide 8 - Tekstslide

Verlichting = licht brengen in de duisternis. 
Het was een Europese beweging die zich vanaf 1670 vanuit Nederland en Engeland gedurende de achttiende eeuw verspreidde over de rest van Europa. 
Beweging duidt op een proces. 
Doel = Doel was angst en bijgeloof te laten verdwijnen en de mens op zichzelf te laten vertrouwen: op zijn verstand, hart en intuïtie.
De wereld veranderde voortdurend en vooral de nieuwe natuurkundige ontdekkingen en technische en medische ontwikkelingen vergrootten het vertrouwen in de toekomst. De verlichte mens was daarom optimistisch en geloofde in een wereld die maakbaar was. Het streven was: geluk voor iedereen.

Mondig worden en kritisch nadenken
Een belangrijke pijler onder de Verlichting was de idee dat niet God, maar de mens zelf verantwoordelijk was voor zijn geluk of ongeluk.
Mensen bleven wel in God geloven en probeerden God en alle ontdekking te verenigen. Liet het juist niet zien hoe groot God was?


Verlichting 
4. Radicaal in de politiek: vrijheid, gelijkheid, burgerschap. 
5. Opkomst encyclopedieën, tijdschriften en genootschappen: verspreiding.  
6. inclusiviteit: ook vrouwen en kinderen. 

Slide 9 - Tekstslide

Radicaler was men op politiek gebied. Vanaf 1780 streden steeds meer mensen voor idealen als vrijheid, gelijkheid en broederschap en probeerden ze het oude politieke systeem, gebaseerd op ongelijkheid, vriendjespolitiek en corruptie, omver te werpen. 

Verspreiding via encyclopedieën, tijdschriften (de Hollandsche Spectator van Justus van Effen) en genootschappen. 


Literatuur 
Veel vernieuwingen in de literatuur.
Nieuwe genres: satirische en spectatoriale tijdschriften, briefromans, sentimentele romans, politieke tijdschriften, kinderliteratuur en prozatoneel 

Slide 10 - Tekstslide

Ook de literatuur speelde een belangrijke rol bij het mondig maken van de burger. Om de veranderingen in de samenleving bij te kunnen benen vernieuwde die literatuur zich voortdurend. Met nieuwe genres als satirische en spectatoriale tijdschriften, briefromans, sentimentele romans, politieke tijdschriften, kinderliteratuur en prozatoneel probeerde men alle lagen van de bevolking aan te spreken: vrouwen en kinderen inclusief.
Kinderliteratuur 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op aan dit gedicht? (blz. 202) 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderliteratuur
Nieuw genre. 
Doel: zo snel mogelijk volwassen. 
Kinderliteratuur. 
 Proeve van kleine gedigten voor kinderen uit 1778.


Slide 14 - Tekstslide

In de achttiende eeuw erkenden volwassenen steeds meer de eigen aard van kinderen. Tegelijkertijd waren ze van mening dat kinderen zo snel mogelijk volwassen moesten worden en nuttig voor de maatschappij moesten zijn. Kinderboeken vormden een belangrijk medium om dit opvoedingsdoel te verwezenlijken en de roep om leesmateriaal dat aansloot bij dit verlichte kindbeeld zorgde in de tweede helft van deze eeuw voor een snelle toename in de kinderboekenproductie. 
Kenmerken kinderliteratuur
Kennis vergaren. 
Vreugdevol kind / ideaal kind. 
Kind wil zelf graag leren. 
Goed gedrag wordt beloond. 
Tabula rasa. 
Feit en fictie loopt door elkaar heen. 


Slide 15 - Tekstslide

Het ideale kind kijkt uit naar zijn toekomst en beleeft plezier aan het leren van deugden en het vergaren van kennis, zoals in 'Het vrolijk leeren':

Fictie en non-fictie lopen in het laatste deel van deze eeuw nog volop door elkaar. Kinderboeken over ‘zakelijke’ onderwerpen zoals natuurkunde en geschiedenis bevatten tal van fictionele elementen, terwijl verhalen vol zaten met wetenswaardigheden en morele lessen.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiep je in deze onderwerpen 
Verdiep je in deze twee onderwerpen. 
Maak opdracht 1 en 2 van blz. 182 (oefenboek). 

Lees in de literatuurgeschiedenissen of je meer informatie kunt vinden. 
Start met je eigen expertonderwerp. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Terugkoppeling Verlichting en kinderliteratuur 
Uitleg spectatoriale tijdschriften + oefentekst
Uitleg opkomst van de romans
Oefenen met opdracht 3 blz. 182 oefenboek. 
Uitleg imaginaire reisverhalen + oefenen met blz. 185 opdracht .

Eigen deelopdracht: zoek literatuur in de literatuurgeschiedenissen. Maak een kopie. Formuleer één hoofdvraag en ten minste drie deelvragen. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling kinderliteratuur
Welke kenmerken van kinderliteratuur zie je terug in 'De goede eerzucht'? Onderstreep in de tekst en noteer kenmerk in de kantlijn. 

Welk kenmerk zie je niet/minder?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg spectatoriale tijdschriften 
Opkomst tijdschriften 

Hét bekendste voorbeeld in Nederlands: Justus van Effen met het Nederlandse tijdschrift de Hollandsche Spectator (1731-1735). 

Slide 22 - Tekstslide

Motor van de publieke opinie
Weinig literaire vindingen hebben zoveel invloed uitgeoefend op het moderne proza als de tijdschriften die in de eerste helft van de achttiende eeuw verschenen. Die werden volgeschreven door de eerste ‘beroepsjournalisten’. Net als de hedendaagse schrijvers van columns of blogs becommentarieerden zij het
 dagelijks leven in vlot geschreven proza.

Justus van Effen was een uitmuntend journalist. Nadat hij tot 1731 alleen in het Frans had gepubliceerd, startte hij met het Nederlandse tijdschrift de Hollandsche Spectator (1731-1735). Het groeide uit tot het bekendste tijdschrift van de achttiende eeuw.

De ‘spectator’ was komen overwaaien uit Engeland. Dit type tijdschrift bestond uit een onderhoudende mengeling van verhalen, nieuws, meningen en kritiek, afkomstig van een heer Spectator (dit is letterlijk: toeschouwer). Deze spectator beschreef en bespotte de wereld om zich heen, maar meer dan de satiricus hield hij ervan om met zijn essays discussies uit te lokken over gevoelige maatschappelijke onderwerpen. Dat konden Franse asielzoekers zijn of Duitse gastarbeiders, de voortgang van de koophandel of de vraag wat nu echte Hollandse zeden waren. Daarom werkte de spectator – en dat was nieuw – met correspondenten en ingezonden brieven. Meestal werden die ingezonden brieven gewoon door hemzelf geschreven, maar toch ontstond iets wat tegenwoordig in de krant de opiniepagina heet, en wat in tijden van sociale media helemaal niet meer weg te denken is: een doorgaand publiek debat waarin de nieuwsconsument verschillende meningen over een onderwerp krijgt aangereikt en op die manier wordt aangespoord om zélf na te denken over de zaak. Of, zoals Van Effen schreef: om ‘de waarheid door zijn eigen licht te ontdekken’.

Het begin van een traditie
Na Van Effen was de spectator niet meer weg te denken uit de Nederlandse cultuur. Tussen 1730 en 1800 verschenen er zeventig oorspronkelijk Nederlandstalige spectators in de Republiek. In de Zuidelijke Nederlanden waren dat er zeven. Tezamen met een kleine dertig vertaalde spectators uit het Engels, Duits, Frans en Deens en tientallen satirische weekbladen waren deze literaire tijdschriften heel belangrijk geweest voor de vorming van de ‘publieke opinie’: de manier waarop mensen dachten over maatschappelijke en politieke kwesties . 
 



Hoe past de Hollandsche Spectator in de Verlichting?

Slide 23 - Tekstslide

Inhoud = 
Begraven in de kerk is misbruik. Het gebeurt niet zorgvuldig. 
Kerken zijn overvol. Door herhaald optillen van stenen verzakken de vloeren + sloten grafstenen niet goed. 
Gebrek aan hygiene / stank. 

Welke verlichtingskenmerken
1. vertrouwen op eigen rede: 
2. Optimisme??
3. Mondig kritisch
4. Geen politiek, maar wel vrijheid en gelijkheid zie kerken/godsdiensten. 
5. Tijdschriften enorm populair. Middel om ideeen te verspreiden. 
6. inclusiviteit

Ideeen: Veel opvattingen van verlichting: deugd, redelijkheid, tolerantie, afwijzen religieus fanatisme. 
Opkomst van de roman
Briefroman: problemen waar vrouwen in de 18e-eeuw mee te maken kregen. 
Vorm: brieven die de hoofdpersonen aan elkaar schrijven. 
Psychologie speelt een belangrijke rol. 
Aantonen wat negatief gedrag en wat positief gedrag was (zedenroman). 
Speaking names: burgerhart. 




Slide 24 - Tekstslide

In verlichte literatuur krijgt de jonge, meestal ongetrouwde, vrouw veel meer aandacht dan voorheen. Vooral het nieuwe genre briefroman bleek heel geschikt om iets te laten zien van de problemen waar moderne vrouwen in de achttiende eeuw mee te maken kregen. In de Nederlandse Republiek brachten Elizabeth Wolff en Agatha Deken de briefroman tot grote bloei.


Een revolutionair nieuw genre
In de briefroman wordt het verhaal verteld door middel van brieven die verschillende personages aan elkaar schrijven. Dit betekende een kleine revolutie voor het genre roman. In avonturenromans draaide alles om avonturen en anekdotes, in de briefroman om gedachten, gevoelens en de psychologie van de personages. Meestal waren dat ‘normale’ burgers, jonge mensen die op het punt stonden de volwassen wereld te betreden en die worstelden met de verantwoordelijkheden die daar bij hoorden.

Vorm: brieven die de hoofdpersonen aan elkaar schrijven (geen alwetende verteller - meervoudig ik-perspectief). 
Ontwikkeling karakters. 
Schrijven zelf: authenticiteit. 

Inclusiviteit: vrouwen, maar ook jong en jeugdig publiek. Er valt de vrouwen wat te leren. 
Voorbeeld
Ik krijg nooit wijn. Tante zegt dat het niet goed is voor me en dat is goed mogelijk; want ik ben jong en gezond. “Kom Saartje, ruim de tafel maar af; Brechtje is wat vermoeid; de sloof wordt oud.” Ik deed dat; zette het dessert neer. “Waar benne de flensjes, Saartje?” “Die benne in mijn maag, tante.” Hup mijn servet neergegooid (per ongeluk tegen broeders palmhouten pruik) en het onweer op mijn kamer ontvlucht. U weet, ik ben tamelijk snel, wat mij toen goed van pas kwam. Hup de deur op slot. ’s Avonds kwam de Hottentot [= Brechtje] met een stuk brood en een glas zuur bier, ze zei erbij, “dat ik het nooit kon verantwoorden, de manier waarop ik een vroom mens plaagde.” “Scheer je van mijn kamer,” zei ik, en duwde haar de deur uit. Het brood (dat goed viel op de flensjes) at ik op. Het bier gooide ik weg, en dronk wat water uit mijn karaf: ik ging vroeg naar bed en sliep als een roos.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Opdracht 3, blz. 182
Opdracht 185

Wat is een imaginair reisverhaal?
Hoe past dit in de ideeen van de Verlichting? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Terugkoppeling vorige week: spectatoriale tijdschriften en opkomst van de (brief)romans. 
Deze week: 
- imaginaire reisverhalen
- frans-classicisme 
- romantiek en nationalisme

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling vorige week 
Spectatoriale tijdschriften

Slide 30 - Tekstslide

- Spectatoriale tijdschriften:



- Roman / briefroman 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imaginaire reisverhalen 
Robinson Crusoë van de Engelse schrijver Daniël Defoe (1719).

Maatschappijkritisch / hoe kun je de maatschappij verbeteren
Utopie
Vrijheid

Slide 33 - Tekstslide

In de achttiende eeuw waren dit boeken voor volwassenen met een belangrijke boodschap: de wereld is maakbaar en verbeterbaar. Imag. reisverhalen houden de lezer een spiegel van de maatschappij voor. 

Robinson Crusoë van de Engelse schrijver Daniël Defoe (1719)
Robinsonsonade Zo'n verhaal of episode waarin iemand op een afgelegen eiland een leven opbouwt noemen we een 'robinsonade', naar Robinson Crusoë. Robinsonades werden heel populair, juist omdat ze zo geschikt waren om te illustreren dat de wereld maakbaar was, verlicht uitgangspunt bij uitstek.

Imaginaire reisverhalen
In de eerste helft van de achttiende eeuw stond de literatuur sterk onder invloed van allerlei veranderingen op het maatschappelijk en technisch gebied. De verlichting had in deze tijd veel belangrijke invloeden. Zo toonde Isaac Newton met zijn gravitatiewetten aan dat de wereld een perfect functionerende machine is die voortgedreven wordt door een onophoudelijke zwaartekracht. Dit zorgde ervoor dat de mens als taak kreeg deze machine te verkennen en beschrijven. In samenhang met steeds toenemende handelsreizen en daarmee gepaarde ontdekkingen en berichten over vreemde werelddelen, veranderde het Europese zelfbewustzijn. Dit is te zien in het dominante genre in de achttiende-eeuwse literatuur, namelijk de imaginaire reisverhalen.

Definitie en doel
Een imaginair reisverhaal kan worden gedefinieerd als een verhaal gebaseerd op fictieve reizen naar verzonnen gebieden en volkeren. Hoewel de schrijver wel een waarheidsgetrouwe indruk probeert te geven, gaat het hem meer om de ideële boodschap in het verhaal dan om het beschrijven van gebeurtenissen (Buijnsters, 3). In imaginaire reisverhalen zijn de verlichtingsidealen eigenlijk de ideële boodschap. Eén van deze idealen is de maatschappij te verbeteren en te onderrichten. Dit zien we dan ook duidelijk terug in imaginaire reisverhalen, die vaak een utopie beschrijven waarin een perfecte maatschappij functioneert. Deze beschrijvingen kunnen vervolgens weer als spiegel aan de Europese maatschappij voorgehouden worden (Hanou, 76). Een ander veel voorkomend element in imaginaire reisverhalen is de vrijheid. In vroege imaginaire reizen is de uiteindelijke vrijheid voornamelijk iets als kennis of wijsheid. Later wordt de vrijheid meer praktisch, het gaat dan voornamelijk om de combinatie van vrijheid en verantwoordelijkheid voor de eigen maatschappij. In deze verhalen zien we voornamelijk de ontworpen maatschappijen (Hanou, 82).

Maatschappijkritiek
De imaginaire reisverhalen waren vooral kwantitatief erg dominant in de 18e eeuw, wat door perfectionering van de boekdrukkunst mogelijk was geworden. Maar het heeft het meeste te maken met de grote populariteit die de reisverhalen hadden, zowel voor schrijvers als voor lezers waren de imaginaire reisverhalen erg populair. Voor schrijvers was het een ideale manier om verhuld ideeën te kunnen uiten die erg maatschappijkritisch waren, en dus beter niet al te duidelijk openbaar konden worden gemaakt (Buijnsters, 6). Het was een veilige manier om verlichte ideeën omtrent opvoeding, religie, economie en staatsbestuur te kunnen uiten, zonder gevaar voor repercussies. De gekozen vorm maakte het voor het gezag namelijk erg moeilijk in te grijpen bij publicatie, omdat het als imaginair bestempeld was. Ook probeerde de schrijver een vorm te kiezen die het meest in smaak was bij het lezerspubliek. Omdat in de Verlichting de lezer het belangrijkst werd, moest de auteur innovatief zijn om de lezer te kunnen overtuigen, bekeren en onderrichten. Bij de lezers waren reisverhalen al erg populair, zij waren immers al gewend aan zestiende-eeuwse en zeventiende-eeuwse authentieke reisjournalen die een zekere populariteit hadden (Stouten 32). Rond het begin van de achttiende eeuw is het genre geleidelijk overgegaan naar imaginaire reisverhalen in plaats van authentieke verhalen. Omdat de lezer nooit verder geweest was dan eigen landsgrenzen had het niet de kennis om imaginaire reisverhalen van authentieke reisverhalen te kunnen onderscheiden. Juist de verandering naar het imaginaire maakte het zo populair omdat hierin veel meer kennismaking met vreemde, zelfs niet-bestaande culturen, mogelijk was. Die combinatie van een aantrekkelijk verhaal met zinvolle inhoud verklaart dat de 18e-eeuwse imaginaire reisverhalen zo graag gelezen werden (Buijnsters, 4 en 5).

Frans-classicisme
Classicisme = aanzienlijke klasse. 
Franse voorbeelden zijn groot voorbeeld. 
Kenmerken: 
- waarschijnlijkheid
- eenheid van tijd, plaats en handeling 

Slide 34 - Tekstslide

Aanleiding = officiele literatuur = toneenwerken en lofzangen op Helden. Denk aan Vondel, Hooft en Bredero - die zijn er niet meer. 
Wel gouden eeuw. Maar literair gezien niet echt bijzonder. Daarom Frankrijk als voorbeeld. 
Classsicisme  = aanzieknlijke klasse. 
ALlerlei regels opgesteld . 

Belangrijke regel = waarschijnlijkheid. Geen reien meer en geen des ex machina goddelijke ingreep aan het einde. 

aantal strenge regels met betrekking tot zaken als maat, rijm en strofenbouw had opgesteld. In plaats van emotioneel moest de taal bijvoorbeeld vooral nuchter, zuiver en zakelijk zijn. Op het inhoudelijke vlak moesten vooral de psychische problemen van de personages in de toneelstukken centraal staan. Het vertonen van thema's die in werkelijkheid actueel waren (bijv. op het gebied van godsdienst en politiek) was uit den boze, evenals veel spektakel zoals geweld; wat dit betreft was het Frans-classicisme een rechtstreekse tegenreactie op de stroming die er direct aan vooraf was gegaan, de literaire barok.

Wat is het Frans-classisisme? Waarop gebaseerd? Belangrijke Nederlandse vertegenwoordiger? Doel was het publiek via toneel morele levenslessen leren. De toeschouwer moest tot een oordeel over het toneelstuk komen en nadenken over de eigen positie en beleving. De opeenvolging van de handelingen moest logisch en waarschijnlijk zijn, toneelhandelingen en taalgebruik beschaafd en fatsoenlijk. 
Natuurlijk taalgebruik om dicht bij de werkelijkheid te blijven. 
Het Wederzijdse huwelijksbedrog van Pieter Langendijk (1714). 

Navolging renaissance: blijspel. 

Kenmerken: 
1. Regel van de waarschijnlijkheid
2. Realistische personen,]
3. Taalgebruik overeenkomstig hun stand
4. Vorm veel aandacht: = vijf bedrijven, eenheid van tijd, plaats en handeling
5. beschaafd karakter. Hartstochten met behulp van de rede beheersen. 



Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Romantiek
Heeft niet met hartjes etc. te maken. Bedoeld wordt: richting in de Europese kunst waarbij gevoel en verbeelding op de voorgrond treden. 
Periode 1760 - 1880. 
Aanleiding stroming. 
Weltschmerz en Sehnsucht. 
Hoofdkenmerk = onvrede met het bestaan. 

Slide 36 - Tekstslide

Ideeen: 19e-eeuwer staat kritisch tegenover gedrag. 
Franse revolutie, macht van adel en geestelijkheid dringt terug. 
Ideeen van verlichting veel invloed, vrijheid gelijkheid, broederschap. De mens is van nature goed. 
2. De 19e-eeuwer staat kritisch tegenover geloof. 
3. de 19e-eeuwer bekritiseert het werk. 
Nl niet meer belangrijkste handelsland. Profiteert als opkomst van de industrie. 
Opbrengsten van Ned.Indie, maar wel slechte omstandigheden centraal. Ook in Ned. fabrieken. 

Romanticus ligt overhoop met zichzelf en vooral met de wereld eromheen. Hij voelt zich een gespleten men in een gespleten wereld. Zijn bestaan is tragisch, vol Weltschmerz en Sehnsucht. 
Weltschmerz - lijden aan het bestaan. 
Sehnsucht = verrlangen naar betere tijden of oorden. 
Hoofdkenmerk = onvrede met het bestaan. 

Hij verheerlijkt het verlden = historische romans. 
Hij gaat op het religieuze gevoel 
3. Hij verheerlijkt de natuur. 
4. Hij vlucht in humor = realistische humor, kolderieke humor, zwarte humor. 
5. Hij komt in opstand met bestaande situatie. 
Verlichting
Romantiek

Slide 37 - Tekstslide

Verlichting =
beheersing / verstand
cultur
het bewuste
realiteit
aandacht voor klassieke oudheid
navolging van de klassieken
optimisme

Romantiek
vrijheid / emotie, intuitie
natuur
onbewuste
droom
aandacht voor eigen land en verleden
originaliteit
pessimisme.

Nationalisme

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romantiek - humor
Terugkoppeling vorige week: VLUCHT.
Een manier om te vluchten is in humor. 
Piet Paaltjens (François HaverSchmidt), 1867. 

Slide 40 - Tekstslide

We hebben vorige week een rijtje kenmerken van de romantiek benoemd. Hoofdregel = ontevreden met het huidige bestaan. 
Uitte zich in: 
- kritiek op gezag
- kritiek op geloof
- kritiek op arbeid
- vlucht in natuur.

Veel romantische dichters dwepen met hun grootse en meeslepende, duistere gevoelens. HaverSchmidt maakt dat aan de ene kant belachelijk door te spotten met verdriet en gevoeligheid. Tegelijkertijd hebben zijn gedichten vaak dezelfde thema’s als die van de romantische dichters: grote gevoelens, grote verlangens, onmogelijke liefdes en de dood. Maar er zit ook humor in, zoals je hieronder ziet in ‘Immortelle LXXXIII’ en ‘Immortelle LXXXIV’ uit de reeks Immortellen uit 1850-1852.
- vlucht in humor
- opstand tegen huidige leven. 

Laatst twee vandaag besproken. 
Het is niet duidelijk of de gedichten werkelijk over diep lijden gaan, of dat ze juist de spot drijven met de overgevoeligheid van de romantiek. Omdat ze heel humoristisch zijn lijken ze de draak te steken met gevoeligheid, maar tegelijkertijd is die kwetsbaarheid toch aanwezig. Het is alsof de dichter zegt: ‘kijk mij nou toch eens verdrietig zijn’ in plaats van ‘ik ben verdrietig’. Daarbij overdrijft hij flink. De verliefde student zit ’s nachts te huilen op de stoep van zijn geliefde, en als de melkboer langskomt, zegt hij tot het dienstmeisje: ‘de stoep is weer nat’. Een man die zelfmoord heeft gepleegd hangt een jaar in de boom, dan komt er een verliefd paartje dat onder de boom wil gaan vrijen en op dat moment valt er een laars van het uitgemergelde lijk, en ‘in een wip was de lust tot vrijen geblust’.

snikken en grimlachtjes: Al deze gedichten zijn in de ik-vorm geschreven en ze spelen zich in Leiden af. Onbeantwoorde liefde en verdriet om de vergankelijkheid van vriendschap lopen uit in mensenhaat en doodsverlangen. De teleurstellingen leiden ertoe dat de ik-figuur vlucht in poëzie.


Max Havelaar en de romantiek
Itt de heroïsche verhalen: scherpe kritiek op de samenleving. 
Volledige titel: Max Havelaar of koffieveiling der Nederlandsche handelmaatschappij.
Speaking names. 
Veel intertekstualiteit:.
Knap qua structuur
Eindigt met aanklacht aan de koning. 
Opvallend: Saidjah en Adinda. 

Slide 41 - Tekstslide

Max Havelaar is een opstandig boek. Allerlei normen en waarden die in de negentiende eeuw nog vanzelfsprekend waren, worden bespot of overboord gegooid. Zo werd er toen van een schrijver verwacht dat hij zijn lezers vaderlandsliefde bijbracht. Multatuli trok zich daar niets van aan en gaf zeer scherpe kritiek op Nederland.

Titel geeft een keuze aan: of voor de huidige regering die zichzelf verrijkt of geengageerde Multatuli. 

Een kunstvorm of manier van afbeelden die een natuurgetrouwe weergave / afspiegeling vormt van de werkelijkheid, met oog voor details.

Max Havelaar was in 1860 een uniek boek, maar in veel opzichten sloot het toch aan bij stromingen in de toenmalige letterkunde. Het is een humoristisch boek, en daarin is het verwant met de poëzie van die tijd. Het is een sociaal bewogen boek, en daardoor behoort het bij een genre in die jaren. Het is een boek waarin allerlei genres door elkaar lopen, en waarin fictie en werkelijkheid voortdurend met elkaar in conflict zijn. Hierdoor is het ook een boek dat aansluit bij de Romantiek.

Het cultuurstelsel houdt in dat de bevolking gedwongen wordt om een stuk grond beschikbaar te stellen voor het verbouwen van een bepaalde hoeveelheid producten. 

Max Havelaar verschijnt in 1860. Het boek is een raamvertelling met verschillende door elkaar heen geweven verhaallijnen. Het opent met het verhaal van Batavus Droogstoppel, makelaar in koffie, het schoolvoorbeeld van een kleinburgerlijke, fantasieloze, gierige man. Hij staat symbool voor de Nederlandse uitbuiting van de kolonie. Droogstoppel krijgt op een dag bezoek van een oud-klasgenoot, Sjaalman, die hem vraagt een manuscript uit te geven.

Dan volgt – onderbroken door commentaar van Droogstoppel – het verhaal van dat manuscript. In grote lijnen is het romanpersonage Max Havelaar gebaseerd op wat schrijver Eduard Douwes Dekker zelf als ambtenaar in Nederlands-Indië heeft meegemaakt. Max Havelaar neemt het op voor de onderdrukte bevolking, de Javanen, maar wordt daarin tegengewerkt door zijn Nederlandse leidinggevenden en door plaatselijke profiteurs die met de Nederlanders samenwerken.

Door de verhaallijnen van Droogstoppel en Havelaar zijn nog andere verhalen geweven, zoals de beroemde vertelling van Saïdjah en Adinda. Onder dit aangrijpende liefdesverhaal gaat een felle aanklacht schuil tegen de uitbuiting en wreedheden waaronder de bevolking van Java te lijden heeft. Aan het slot van het boek richt Multatuli zich in een vlammende aanklacht rechtstreeks tot koning Willem III, die als staatshoofd eindverantwoordelijk is voor de misstanden en corruptie in Nederlands-Indië.



Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realisme
Reactie op romantiek
Een kunstvorm of manier van afbeelden die een natuurgetrouwe weergave / afspiegeling vormt van de werkelijkheid, met oog voor details.
Opkomst klassieke roman. 

Slide 43 - Tekstslide

Het was een reactie op lieflijke, sentimentele en fantastische kant van de roamntiek. De realisten zochten hun onderwerpen niet in de geschiedenis de mythologie of de fantasie maar in de realiteit van alledag. 
Opkomst klassieke roman: intrige heeft duidelijk begin, verloop en afsluiting en alles hangt met elkaar samen, 
Onderwerp = natuurlijk getrouw of sociaal-psychologisch. 
Sociaalrealisme
Realistische verhalen van middenklasse naar arbeidersklasse. 
Voorbeeld: Fabriekskinderen van J.J. Cremer

Slide 44 - Tekstslide

Aanvankelijk beeldden ze vooral het leven van de middenklasse uit, maar onder invloed van het opkomende socialisme later ook de sociale omstandigheden van de arbeiders. Vaak krachtighe en sociale protesten. 
OVereenkomst met romantici  maatschappelijke veranderingen. 

Fabriekskinderen worden naar lichaam en ziel vermoord, vervolgt de schrijver. De schuldigen? De onbarmhartige ouders die de kinderen voor zich laten werken, weten vaak niet beter omdat ze zelf zo opgegroeid zijn. De fabrikanten zijn schuldig omdat ze zich beroepen op de concurrentie. De politici en de koning zijn schuldig, omdat ze niets tegen de kinderarbeid doen. De schrijver roept aan het slot de wetgevers en de koning op om een verbod op de kinderarbeid in te stellen.

Fabriekskinderen is een novelle waarin de taferelen elkaar snel afwisselen. De auctoriale (alwetende) verteller speelt een hoofdrol. Hij voert een dialoog met de lezer, of beter gezegd met de luisteraar, die overtuigd moet worden van het kwaad van de kinderarbei

De domineedichters
Domineepoezie 1840-1880.
Veel dichters dominee in verband met toegewezen beurzen. 
Veel voorkomende thema's; huisgezin, vroomheid en vaderland. Moralistisch. 
Voorbeeld: Nicolaas Beets met zijn Camera Obscura.

Slide 45 - Tekstslide

Domineespoëzie (1840-1880)
De poëzie van het midden van de 19e eeuw was sterk moralistisch getint. Veelvoorkomende thema’s waren het huisgezin, vroomheid en het vaderland. Omdat er in deze periode nogal wat dichters waren die dominee waren, wordt de poëzie uit deze periode wel eens ‘domineespoëzie’ genoemd.

Kader is allerlei wetenschappelijke ontwikkelingen en denkbeelden, bijvoorbeeld evolutionisme. 

Onderwerpen: Voordrachtskunst bloeit op. 
Schrijven veel over verleden (leefde in de romantiek op). 
Nationalisme. 
Huiselijk geluk. 
Biedermeier: 1814-1848

ing van de meubelstijl die op de empire-stijl volgde, maar ook wordt er de levensopvatting mee aangegeven die in die tijd getuigde van liefde voor orde, aandacht voor het kleine en concrete, en voorliefde voor het vriendelijke en ‘gezonde’ of normale. Dit alles dan vaak overgoten met een sausje romantiek. Het is de wereld van de bourgeoismoraal, de ‘huiselijkheid’, waarin uitersten vooral vermeden dienen te worden. Voor de kunst in het algemeen geldt dat ze moet voldoen aan de eisen van de geldende moraal, het lagere niet mag weergeven en dat ze ‘waarheidsgetrouw’ moet zijn; in de kritiek telkens terug te vinden in de trits ‘goed-schoon-waar’.

gers. Zowel in het proza als in de poëzie overheerst het eenvoudige en idyllisch-sentimentele. Er heerst bovendien een sfeer van deftige voornaamheid die voortkomt uit de burgerlijke behoefte aan fatsoen en vertoon van eruditie. De thematiek van het biedermeier is meestal beperkt tot godsdienst, vaderland en gezin.

De vormgeving is traditioneel: regelmatig rijm, regelmatige strofenbouw, vast en gemakkelijk metrum. De beeldspraak is eenvoudig en doet tegenwoordig sterk clichématig aan. 

Camera Obscura 1839: lichtdichte doos met aan de voorkant een kleint gaatje en matglas aan de achterkant. Op het matglas werd dan een omgekeerd spiegelverkeerd beeld getoond. 
Satirisch beeld van de hollandse burgerij. KLeine portretjes van de leden van deze stand. 
V5
Herhaling theorie. 
Bespreken teksten uit het tekstboekje. 
Invullen en inleveren foutenanalyse. 
Maken opdracht 4 boekje + inleveren. 
Maken H 21 oefenboek blz. 104 en 105. 
Taalkundeopdracht 


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Tekstsoorten: uiteenzetting, beschouwing, betoog. 
Kernzinnen: de belangrijkste (algemene) zin van de alinea. 
Tekstdoelen: informeren, overtuigen, activeren, opiniëren, amuseren. 
Hoofdgedachte: de zin die de bedoeling van de tekst weergeeft. 
Inleiding: aandacht trekken en onderwerp introduceren. 
Slot: samenvatten en conclusie (oplossing, antwoord). 
Argumentatieschema's: enkelvoudig, nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk) en onderschikkend. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies